Zeescheepsbouw in zwaar weer | Maritiem Nederland
Nieuws
Vorige maand leverde Royal IHC de 'Meuse River' af aan DEME. Waar blijven de orders voor nieuwe grote baggerschepen?

Zeescheepsbouw in zwaar weer

redactie Maritiem Nederland | woensdag 8 juli 2020
Maritieme Cluster, Scheepsbouw

De zeescheepsbouw verkeert in zwaar weer. Verschillende werven rapporteren rode cijfers en de orderintake daalde in het afgelopen jaar met 45 procent tot 351 miljoen euro. Het grootste deel van de terugval is te verklaren door minder nieuwe orders voor grote baggerschepen. De omzet in de andere segmenten van de maritieme maakindustrie bleef stabiel of vertoonde een lichte groei. Dit bllijkt uit het Sectorjaarverslag 2019 van Netherlands Maritime Technology (NMT).

Over het geheel genomen vallen de omzetcijfers in de maritieme maakindustrie lager uit dan gehoopt. Met de wetenschap van nu, zijn de vooruitzichten voor dit jaar door onder meer de corona- en oliecrisis stevig naar beneden bijgesteld. Dit alles komt nog bovenop de na-ijl effecten van de economische crisis in 2008 waarvan de maritieme sector nog steeds herstellende is. “Er ligt een uitdaging van formaat op ons te wachten”, zegt NMT-voorzitter Bas Ort,

Geen noemenswaardig herstel

“Ten opzichte van 2018, een jaar dat we nog betitelden met ‘Een kleine stap vooruit’, werd in 2019 geen noemenswaardig verder herstel gesignaleerd en de kansen op verbetering in de toekomst zijn aanzienlijk verkleind", zegt Ort. "We zijn beland in een moeilijke, uitdagende periode. Het getuigt van moed en doorzettingsvermogen dat onze Nederlandse scheepsbouwers en maritieme toeleveranciers, ondanks de grote uitdagingen, blijven vernieuwen en orders voor nieuwe scheepstypen en maritieme technologie binnenhalen. Geen gemakkelijke taak, want bedreigingen voor het voortbestaan van onze maritieme sector komen inmiddels uit allerlei hoeken. Naast de coronacrisis en de onzekerheid over de olieprijsontwikkeling heb ik het dan ook vooral over het ontbreken van een mondiaal gelijk speelveld.”

Toewerken naar een nieuwe horizon van herstel kan niet zonder medewerking van de overheden in Den Haag en Brussel. Ort: “Eurocommissaris Breton (Interne Markt) heeft ons onlangs één van de meest strategische sectoren van Europa genoemd. Dat is goed nieuws, want het opent de deur voor maatregelen om de maritieme maakindustrie te stimuleren. Zo worden wij in staat gesteld om met onze duurzame, slimme schepen en maritieme technologie blijvend stevig bij te dragen aan de mondiale energietransitie."

Strategische maatregelen

NMT roept de Nederlandse overheid op om de maritieme maakindustrie als strategisch te erkennen en om de sector te versterken door inzetten op vier punten: 

 1. Stimuleer innovaties in de maritieme sector. Maritieme regelgeving en een rol als launching customer van de Nederlandse overheid moeten een prikkel zijn voor het stimuleren van innovaties. Zet daarnaast vol in op infrastructuur voor alternatieve brandstoffen en fondsen en experimenteerruimte voor RD&I.

2. Dwing een mondiaal gelijk speelveld af, door (ook) unilaterale maatregelen te nemen en te zorgen voor goede toegang tot financiering.

3. Geef als launching customer het goede voorbeeld door voor duurzame, slimme schepen te kiezen en besteed Nederlands belastinggeld maximaal bij het Nederlandse bedrijfsleven.

4. Investeer in vakmensen. Zij vormen immers de ruggengraat van de Nederlandse (maritieme) maakindustrie. Technisch onderwijs moet blijven aansluiten op de veranderende behoeften van de industrie, voor zowel studenten, werkenden als zij-instromers.

Hieronder de cijfers van de maritieme maakindustrie in 2019.

Zeescheepsbouw

Het grootste deel van de terugval in de zeescheepsbouw is te verklaren door minder nieuwe orders voor grote baggerschepen. In CGT uitgedrukt is de orderintake een ruime halvering van de hoeveelheid werk die zij vertegenwoordigen ten opzichte van 2018. De afname van het aantal bestelde sleep- en werkboten lijkt gestopt (van 36 in 2017, naar zeventien in 2018 en zestien schepen in 2019) evenals de vorig jaar ingezette daling van nieuwbouworders voor supportschepen voor de offshore en windindustrie. Alleen de orderintake van shortsea schepen vertoont een lichte stijging, met dertien nieuwe orders die vooral bij de Noordelijke scheepswerven zijn geplaatst.

Het orderboek daalde met 5 procent tot 1,76 miljard euro. Deze daling is bleef beperkt omdat ook het aantal opgeleverde schepen is gedaald van 55 naar 43 schepen. Het orderboek bevat nog steeds een aantal grote complexe (helaas verliesgevende) projecten met een verwachte oplevering in 2020. Aan het eind van 2019 stond de Nederlandse orderportefeuille op 66 schepen met een totaal tonnage van 373.651 CGT. Een daling ten opzichte van de 403.769 CGT van een jaar eerder. Voor behoud van de kennis en werkgelegenheid is het belangrijk dat er in 2020 weer voldoende nieuwe opdrachten bij komen.

Maritieme toeleveranciers

De totale omzet van Nederlandse maritieme toeleveranciers steeg in 2019 naar 3,8 miljard euro, tegen 3,5 miljard euro in 2018. Naar schatting 65 procent van de omzet werd gegenereerd door export. De prijsniveaus bleven in 2019 onder druk staan. Het concurrentieniveau wordt nog steeds als bijzonder competitief ervaren. Het aantal eigen werknemers steeg van 17.318 personen in 2018 naar 17.574 personen in 2019.

Scheepsreparatie

De totale omzet van de Nederlandse onderhouds- en  reparatiewerven bedroeg in 2019 429 miljoen euro, een lichte stijging ten opzichte van het jaar ervoor (2018: 416 miljoen euro). De sector bood werkgelegenheid aan 1.655 personen (2018: 1.751 personen). De werkgelegenheidscijfers zijn afgenomen omdat werven nog flexibeler en efficiënter moeten opereren om zwarte cijfers te kunnen schrijven in de huidige markt.

Nog steeds is het aantal grote refits en conversies laag in vergelijking met enkele jaren geleden. Vooral de cruise- en offshore-industrie zijn segmenten die dit soort werk uit laten voeren. De cruiseschepen varen ook in 2019 Nederland voorbij vanwege onduidelijke interpretatie van het begrip ‘riding crew’ door de Nederlandse overheid. De offshore industrie heeft lastige jaren achter de rug en is nog terughoudend met investeren. De offshore windindustrie, verschillende marines en yachting hebben wel enkele mooie orders opgeleverd. De concurrentie binnen de zeescheepsreparatie is echter groot, zowel binnen Europa als daarbuiten. 

Binnenvaart, visserij en kleinere schepen

Voor de werven die andere gespecialiseerde schepen (kleiner dan 100 GT) bouwen, was 2019 een redelijk goed jaar. In 2019 ontvingen de werven in deze categorie bouwopdrachten voor 238 schepen (2018: 185). Er werden 182 schepen opgeleverd, nagenoeg hetzelfde aantal als in 2018 (183 schepen) maar er is wel een forse stijging qua GT en geldwaarde. Waar het aantal opleveringen stabiel bleef laat het aantal nieuwe opdrachten een mooie plus zien. Het orderboek is gegroeid van 140 schepen in 2018 naar 198 schepen in 2019 met een totale waarde van 1.379 miljard euro.

Superjachtbouw

De waarde van het orderboek in de superjachtbouw bleef met 4,0 miljard euro en 51 jachten (van meer dan 24 meter) redelijk stabiel, omdat de waarde van de opleveringen vrijwel gelijk is aan de waarde van de orderintake. De orderintake in 2019 telt zestien jachten met een waarde van iets meer dan 1 miljard euro en een totaal van 55.927 CGT. Met zeventien schepen daalde het aantal opleveringen in 2019 flink ten opzichte van 2018.

 

Partners Maritiem Nederland