Rondvaart onder water | Maritiem Nederland
Nieuws

Rondvaart onder water

Joop Wenstedt | vrijdag 6 oktober 2006

In de Middellandse zee en het Caribische en Pacifische gebied zie je ze steeds meer: kleurige schepen die na het verlaten van de haven plotseling ‘onderduiken’. Jaarlijks bewonderen enkele miljoenen toeristen per onderzeeboot flora en fauna onder de waterspiegel.

In april dit jaar leverde de Finse werf Tarwell in Italië haar laatste versie van de SM-300-3, een driepersoons onderzeeër, voor multifunctioneel gebruik. Voor Tarwell is het de zoveelste onderzeeboot die het bedrijf aflevert voor civiel gebruik.

 

Hoewel toerisme momenteel de grootste drijfveer is, verwachten de bouwers in de toekomst vooral veel opdrachten uit wetenschappelijke hoek, want onderzeeërs zijn ook bij uitstek geschikt voor exploratie van het onderzeese.

 

Vooral in de havens rond de Middellandse Zee loopt de onderwatervaart goed. Voor gemiddeld 65 euro per persoon kun je een tochtje maken en meestal zo aan boord stappen. Jaarlijks bezoeken twee tot vier miljoen toeristen op die manier de onderwaterwereld tijdens hun vakantie. Wereldwijd zijn er nu zo’n honderd toeristische duikboten in de vaart, en hun aantal groeit gestaag. De boten wegen rond de 100 ton, zijn elektrisch aangedreven en kunnen maximaal circa 50 passagiers vervoeren. Een gemiddelde duik duurt tussen de 30 en 90 minuten, afhankelijk van de prijs die ervoor is betaald. Een relatief klein aantal bedrijven houdt zich bezig met de exploitatie van onderzeeërs.

Onzichtbaar
Hoewel de afgelopen twintig jaar dus al miljoenen toeristen een tochtje onder de zeespiegel hebben gemaakt, is deze scheepsbouwtak relatief onopgemerkt gebleven. Intussen is de civiele onderzeeboot wel degelijk bezig met een stille, wereldwijde veroveringstocht. Misschien komt het door zijn gewoonte om, net als zijn militaire voorganger, grotendeels onzichtbaar te zijn.

 

“We komen er simpelweg niet aan toe om de publiciteit te zoeken. We hebben het druk met ontwikkelen, ontwerpen, bouwen en laten opereren van onze producten,” aldus de Finse ontwerper Tapio Malmgren, directeur van Tarwell en fabrikant van een tiental civiele duikboten. Hij wil niet vertellen wie de opdrachtgever is van zijn laatste boot; dat moet de klant zelf maar doen. Het is niet ondenkbaar dat er nog een andere reden is voor de publicitaire stilte: ‘wat niet weet, dat niet deert’. De orderboeken zijn immers vol, waarom zou je eventuele concurrenten hierop wijzen? Mogelijk is daarom ook het aantal bouwers van civiele onderzeeërs zo beperkt. Wereldwijd zijn er eigenlijk maar twee aanbieders van nieuwbouw: het Finse Tarwell en het Amerikaanse US Submarines.

 

De diepe en donkere Oostzee is voor de Finnen een prima testterrein voor onderzeeboten, al waren zij niet de eersten die ze produceerden. De Fransen en Zwitsers gaven de aftrap, de Finnen namen het stokje pas later over. Redenen hiervoor zijn duister, maar zouden iets te maken kunnen hebben met de Koude Oorlog. Opmerkelijk is in ieder geval dat de onderzeeboten pas de laatste twintig jaar in populariteit stijgen. Dat het leiderschap van de Finnen onaantastbaar is, blijkt uit uit hun prominente positie in de internationale classificatie. De Finse maritieme overheid was de eerste om hiervoor regels op te stellen. De collega’s namen deze vervolgens over. Alle civiele duikboten vallen sindsdien onder de ABS-klasse. De regels betreffen niet alleen bouw en opleiding van de bemanning, maar uiteraard in de eerste plaats de veiligheid van de passagiers.

Veilig
Inderdaad is de eerste vraag die opkomt of het wel veilig is om zomaar aan boord te gaan en de diepte in te duiken. De classificatie van de schepen vereist dat alle systemen aan boord minimaal dubbel of zelfs drievoudig zijn uitgevoerd. Bovendien is de constructie bestand tegen een diepte die vele malen groter is dan waar de toeristen ooit zullen komen. De boten gaan meestal niet dieper dan 60 meter, terwijl het een vereiste is dat ze hogere drukken kunnen weerstaan. Zo zijn de rompen meestal van dik staalplaat gemaakt in de voor duikboten bekende sigaar- of bolvorm. Dankzij moderne technieken zijn, anders dan bij de militaire tegenvoeters, grote ronde en bolvormige ramen in de romp mogelijk. De dikte van de ramen is met een ruime 12 centimter nog steeds aanzienlijk. Strenge eisen zijn er zoals gezegd ook voor de opleiding van bemanningen en het benodigde aantal uren ervaring, voordat ze operationeel mogen zijn. Zo dient een kapitein minimaal veertig uur onder water te hebben gevaren en evenveel duiken te hebben gemaakt, voordat hij de scepter over een boot mag zwaaien. De opleiding wordt meestal verzorgd door de bouwers van het schip.

 

In het ruim twintigjarig bestaan van de civiele onderzeeboot is er nog niet één ongeval geweest, wat bijdraagt aan de publieke conceptie van betrouwbaarheid. Er gingen wel twee boten verloren tijdens de tsunami van december 2004, maar deze schepen konden worden gerepareerd en doen alweer dienst in Thailand.

 

Voor de passagiers is het prettig om te weten dat er voldoende lucht aan boord is, ook voor het geval het schip onder water in de problemen zou raken. Afhankelijk van type en fabrikaat is er lucht voor één tot drie weken aanwezig. Zo zijn er dagelijks verschillende duiken mogelijk, wat ook nodig is, want de toeristen staan letterlijk in de rij om mee te mogen. De aircosystemen aan boord zijn bovendien zo gebouwd dat ze de aanwezige lucht kunnen recirculeren, waarbij het teveel aan giftige stoffen uit de lucht wordt gefilterd. Er is nog een opmerkelijke veiligheidsvoorziening, die lijkt op de zogeheten ‘dodemansknop’ in locomotieven. Wordt de bestuurder onwel en doet een tijd lang niets aan de besturing, dan gaat het schip vanzelf naar boven. Er is met andere woorden overal aan gedacht, maar het belangrijkste gegeven is misschien wel dat tot nu toe geen van de veiligheidsvoorzieningen nodig is gebleken.

Daglicht
Een verschil met militaire onderzeeboten is dat plezierduikboten niet voortdurend de randen van hun kunnen op hoeven te zoeken. De meeste civiele varianten kunnen een duikdiepte aan van 300 meter, maar komen met toeristen zelden dieper dan 60 meter. Dit heeft te maken met de aanwezigheid van daglicht dat nodig is om onder water iets te kunnen zien. De boten kunnen wel met verlichting varen, maar het is relatief saai om alleen in het licht van een schijnwerper te kijken, vooral omdat het de dieren voor een deel verjaagt. Bovendien is het energiezuinig om niet te diep te duiken. Bij stijgende waterdruk door dieper duiken is immers meer energie nodig voor de voortbeweging.

 

Toch gaat de vakantievierder met een onderzeeboot dieper onder water dan op enig andere manier haalbaar is. En hij wordt zeker beloond voor zijn ondernemingslust. In alle rust, met een vaartje van een halve tot één knoop, is het genieten van de anders onzichtbare mariene flora en fauna.

Onderwatersteden
Steeds meer wetenschappers zien de voordelen van het gebruik van onderzeeboten. Varianten op de toeristische boten zijn dan ook in gebruikt als observatie- en tussenstation onder water. De boten zijn voor deze toepassing te voorzien van een drukkamer, van waaruit duikers vertrekken of overstappen in kleine onderzoeksboten, op weg naar grotere diepten. Ook zijn de onderzeeboten in gebruik bij de bescherming van het milieu. Begin 2006 inspecteerde men aan de Franse kust de olievervuiling van het zeeoppervlak aan de onderzijde en spoorde zwaardere olie onder water op. Kleinere duikboten worden ook al ingezet bij inspectie van booreilanden en het zoeken naar olie- en gasbronnen. Intussen heeft het Amerikaanse bedrijf US Submarines zelfs al ontwerpen gemaakt voor grotere onderzeeboten die in de toekomst zouden kunnen pendelen tussen de kust en onderwatersteden, waarvoor serieuze plannen in ontwikkeling zijn.

 

Opmerkelijk is de inzet van toeristische onderzeeërs om het Australische Great Barrier Reefe te beschermen. Door de jaren heen is dit rif zwaar beschadigd door de vele toeristen, duikers, vissers en speedboten. Om verdere aftakeling te voorkomen zet men duikboten in om het rif onder water te bestuderen. Toeristen kunnen het alleen nog bewonderen vanuit diezelfde onderzeeboot. Wetenschappers varen mee voor tekst en uitleg.

Rendabel
Het idee om oude militaire duikboten te gebruiken voor toeristische doeleinden is er wel geweest, maar werd al snel verworpen. Zo hebben de toeristische schepen zo veel mogelijk ramen aan de zijkanten. Een militaire duikboot op die manier ombouwen zou een regelrechte nachtmerrie zijn voor de scheepswerven, want de submarines zijn hier eenvoudig niet op gebouwd. De militaire onderzeeboten zijn bovendien veel te groot voor toeristische doeleinden en zitten vol met allerlei overbodige systemen en apparatuur. Die maken het gebruik onnodig duur. “Het zijn juist de specifieke civiele eisen die toepassing en gebruik van een plezierduikboot aantrekkelijk maken en rechtvaardigen,” aldus Tapio Malmgren. “Dankzij onze ervaring en de relatieve eenvoud van de boten is het mogelijk om ze rendabel en veilig te maken, en vooral te houden.”

 

Het Finse Tarwell en de Amerikaanse firma US Submarines behoren momenteel tot de grootste fabrikanten. Beide hebben ze enige tientallen duikboten gebouwd, van groot tot klein, en wereldwijd geleverd. Met de groeiende toerisme-industrie en een toenemend accent op spannende vakanties, verwachten fabrikanten de komende jaren nog meer onderzeeërs te verkopen. Mocht u uw vakantie aan zee doorbrengen, kijk dan eens rond, misschien ontdekt u een onderzeeër en besluit u zelf een rondvaart onder water te maken.

www.ussubs.com
www.tarwell.fi

Civiele duikvaart
Opmerkelijk genoeg is de ontwikkeling van civiele onderzeeboten begonnen in Zwitserland. Een land zonder zee, maar wel in het bezit van grote meren. In 1964 werd in Genève de ‘Auguste Piccard’ gepresenteerd tijdens de Zwitserse nationale tentoonstelling. Enige tijd later zouden 26 passagiers de tocht van hun leven maken aan boord van deze eerste echte civiele onderzeeër. Op het meer van Genève dook het schip tot een diepte van 100 meter. Hoewel de passagiers ‘geen hand voor ogen’ zagen onder water, waren er maar liefst 33.000 mensen die een kaartje kochten om in de duikboot te mogen zitten. Na enige tijd liep de belangstelling van het publiek terug en kreeg de Piccard een functie bij wetenschappelijk onderzoek en olie-exploratie. Eind jaren zeventig was het gedaan met de eersteling en werd de boot uit de vaart genomen.

Onderwaterjacht
Niet alleen als toeristische trekker, maar ook als privé-onderwaterjacht doen civiele duikboten dienst. Uiteraard komen we de eigenaren ervan vooral tegen in de Verenigde Staten. Voor de enkele passagiers die doorgaans aan boord zijn, is het onderwaterjacht voorzien van alle denkbare luxe.

Partners Maritiem Nederland