Menno Steketee | woensdag 12 februari 2014
Marine, Maritieme Cluster, Piraterij
In februari testte de Koninklijke Marine luchtdoelraketten om voorbereid te zijn op verdedigingstaken hoog in het geweldsspectrum.
Het scenario was fictief, maar de wapens waren echt. Half februari zette een Nederlands smaldeel bestaande uit het LCF ‘Zr. Ms. De Zeven Provinciën’, het M-fregat ‘Zr. Ms. Van Speijk’ en de OPV van de Holland-klasse ‘Zr. Ms. Holland’ voor de Noorse kust een deel van de grote wapensystemen in om een gesimuleerde aanval af te slaan. Getuige de foto’s van Defensie vuurden de juist gemoderniseerde Van Speijk en De Zeven Provinciën bij deze tactische zogenoemde Above Water Live Firing Exercise een aantal NATO Sea Sparrow, Evolved Sea Sparrow Missiles (ESSM) en Standard Missile-2 (SM-2) af, allemaal luchtdoelraketten. Het oefenscenario, aldus Defensie, “bootste een realistische conflictsituatie met een geweldescalatie na.”
Behalve het trainen van de bemanning in het alert reageren op de dreiging van aanvallende gevechtsvliegtuigen en antischipraketten, is dit evenzeer een test voor de toegepaste technologie van de commandovoering en, niet in de laatste plaats, van de gelanceerde raketten zelf. De meeste van de raketten zitten bijvoorbeeld gebruiksklaar in containers, ze behoeven nauwelijks onderhoud. Een geregelde, realistische controle of ze wel functioneren is alleen maar verstandig.
De Sea Sparrows van de Van Speijk, die in verticale lanceerinstallaties tegen de helikopterhangar zijn geplaatst, zitten daar al het langst in. De raketten zijn ontwikkeld in de Koude Oorlog, wat niet betekent dat ze nu helemaal achterhaald zijn, maar de techniek heeft intussen niet stilgestaan.
Daarom ook is de LCF-klasse uitgerust met de ESSM, die dan wel ongeveer dezelfde naam draagt, maar toch een nieuwe generatie luchtdoelraketten vertegenwoordigt – voor de kortere afstand dan de SM-2 die een veel groter bereik heeft. De ESSM is handzamer en compacter dan zijn voorganger: hij zit met vier exemplaren in een Mk-41 verticale lanceerinstallatie. Elke LCF heeft in beginsel ruimte voor veertig van dergelijke silo’s, pal onder de brug, achter het kanon.
De ESSM is niet alleen geschikt voor het onderscheppen van vliegtuigen en antischipraketten, maar ook van kleine oppervlaktedoelen – een capaciteit waarover geen enkel NAVO-land loslippig is. Dat is geen overbodige capaciteit: in een groeiend aantal dreigingsscenario’s figureren zwermen kleine speedbootjes. Voor de verdediging daartegen zijn de Harpoon-antischipraketten te zwaar en het Goalkeeper snelvuurkanon heeft een relatief klein bereik.
Afgelopen zomer maakte Defensie bekend met een aantal andere NAVO-partners te willen deelnemen aan de ontwikkeling van de ESSM ‘Block 2’. Dit omdat de capaciteiten van de eerste generatie ESSM, ‘Block 1’, niet toereikend zouden zijn om de modernste antischipraketten te onderscheppen. De nieuwe generatie ESSM zou voor de Koninklijke Marine in 2020 beschikbaar moeten komen.