Kustwacht nieuwe stijl werkt effectiever | Maritiem Nederland
Nieuws
Patrouillevliegtuig Dornier Do228

Kustwacht nieuwe stijl werkt effectiever

Jan van den Berg | donderdag 1 maart 2007

De vernieuwde Kustwacht staat onder regie van het ministerie van Defensie. De nieuwe organisatie leidt volgens directeur Van der Woude tot een efficiëntere inzet van schepen en vliegtuigen.

De Nederlandse Kustwacht voert namens negen diensten van zes ministeries overheidstaken uit op de Noordzee. Als gevolg van deze verbrokkeling was de regievoering van de Kustwacht lange tijd verre van optimaal. Hetzelfde gold voor de inzet van middelen, zoals schepen en vliegtuigen.

 

De Algemene Rekenkamer heeft de afgelopen tien jaar twee rapporten uitgebracht die de tekortkomingen duidelijk aan het licht brachten. Naar aanleiding van het laatste rapport, uit 2005, besloot de regering om de Kustwacht anders te organiseren. In juni 2006 gaven de ministers Kamp (Defensie) en Peijs(Verkeer en Waterstaat) het startsein voor de vernieuwde Kustwachtorganisatie.

 

Laatste woord

In de nieuwe opzet stelt de Ministerraad jaarlijks het beleidsplan, het activiteitenplan en de begroting voor de Nederlandse Kustwacht vast. Onder de Ministerraad staat de Raad voor de Kustwacht. Deze is verantwoordelijk voor het opstellen van beleidsplan, activiteitenplan en begroting.

 

De regie van dit jaarlijks proces berust bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Voorheen maakten alle zes de ministeries hun eigen beleidsplan. Het beheer van de Kustwacht is een taak van het ministerie van Defensie. Dit sluit aan op de al langer bestaande situatie waarbij de Koninklijke Marine de operationele leiding over de Kustwacht heeft.

 

Kapitein-ter-zee Rynk van der Woude, directeur van de Kustwacht, is tevreden met de nieuwe opzet. “Ik heb nu veel betere instrumenten om het beleid om te zetten in daadwerkelijke activiteiten op de Noordzee. Zo kunnen we nu zelf bepalen hoe we de schepen en vliegtuigen inzetten. Vroeger hadden de diensten die er eigenaar van waren hierover het laatste woord.

 

De schepen waar Van der Woude op doelt zijn de twee patrouilleschepen van de Douane (de ‘Visarend’ en de ‘Zeearend’), de sleepboot ‘Waker’ van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de ‘Barend Biesheuvel’ van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het laatstgenoemde schip is in beginsel bedoeld voor visserij-inspecties, maar is ook te gebruiken voor andere Kust wachttaken. Verder heeft de Kustwacht 140 dagen per jaar beschikking over de mijnenveger ‘Middelburg’ van de Konink lijke Marine. Voor andere schepen gelden eveneens dergelijke ‘trekkingsrechten’ (rechten die de Kustwacht kan laten gelden op materieel van andere diensten/red). Bijvoorbeeld voor het oliebestrijdingsvaartuig ‘Arca’ en zeven betonningsvaartuigen, alle eigendom van Verkeer en Waterstaat.

 

Aderlating

Als het om vliegtuigen gaat, heeft de Kustwacht een flinke aderlating moeten ondergaan. Tot begin 2006 beschikte de Koninklijke Marine over dertien Orions, maritieme patrouillevliegtuigen. Regelmatig deed er een dienst voor de Kustwacht. Inmiddels zijn deze toestellen verkocht aan de Duitse marine. Nu is er alleen nog een patrouillevliegtuig van het type Dornier Do-228 beschikbaar. DeKustwacht zet dit vliegtuig in voor hetministerie van Verkeer en Waterstaat om boven de Noordzee illegale lozingen en verontreinigingen op te sporen. Daarnaast is het in gebruik voor visserij-inspectie en andere toezichttaken.

 

”In de loop van 2007 komt er een tweede toestel van dit type bij,” vertelt Van der Woude. “Dan is onze capaciteit in de lucht weer op het gewenste niveau. Verkeer en Waterstaat zal dan overigens niet meer bij het beheer van de toestellen betrokken zijn. De Koninklijke Luchtmacht neemt dit over.”

 

Verder kan de Kustwacht een vastgesteld aantal vlieguren per jaar gebruikmaken van een Lynx-helikopter van de Koninklijke Marine. De primaire taak van deze helikopter is het opsporen en redden van drenkelingen.

 

De Kustwacht krijgt zeven extra mensen in dienst voor handhavingstaken. “We zijn nu twee mensen van de politie, twee van de Marechaussee, twee van de Douane en een van de Algemene Inspectie Dienst aan het opleiden,” zegt Peter Verburg. Hij is coördinator Opleidingen en voorlichter van de Kustwacht. “Het gaat hier om opsporingsambtenaren die een opleiding krijgen om in Kustwachtverband te kunnen werken.”

 

Een actueel overzicht van scheepsbewegingen is steeds belangrijker, meent directeur Van der Woude. “Bijvoorbeeld met het oog op terrorismebestrijding. Maar ook schepen met een gevaarlijke lading of schepen die stuurloos zijn geraakt, willen we graag goed kunnen volgen.” Een nuttig hulpmiddel hierbij is het Automatic Identification System (AIS). Zeeschepen moeten dit aan boord hebben. Het AIS geeft de positie van een schip voortdurend door via satellieten.

 

In de loop van 2007 gaat de Kustwacht de gegevens van het AIS integreren met radarbeelden. “Dan weten we precies waar schepen zich bevinden,” zegt Van der Woude. “Onze schepen en de reddingsboten van de KNRM beschikken eveneens over AIS. Daardoor zijn we in staat onze middelen effectiever in te zetten en sneller hulp te bieden. Het stelt ons tevens in staat om direct te zien of schepen zich houden aan de regels van het verkeersscheidingsstelsel. Dit stelsel verplicht schepen om bepaalde routes te volgen, zodat het verkeer in tegengestelde richtingen van elkaar gescheiden blijft.

 

Hiermee is het lijstje van wensen van Van der Woude nog niet uitgeput. “Ik wil graag dat we beter kunnen communiceren met de diensten die werken op de Waddenzee en in de Zeeuwse wateren. Dan kunnen we onze gezamenlijke prestaties nog verder verbeteren.

 

Foto: Koninklijke Marine

 

www.kustwacht.nl

 

 

De Nederlandse kustwacht

In de jaren tachtig werd het de overheid duidelijk dat de inzet van diensten en middelen op de Noordzee niet efficiënt verliep. Dit leidde in 1987 tot de oprichting van de Nederlandse Kustwacht. De Kustwacht is een samenwerkingsverband van zes ministeries en negen van hun diensten. De organisatie kreeg zelf geen middelen, maar coördineert de inzet ervan.

 

De Kustwacht kent twee taken: dienstverlening en toezicht. Tot de dienstverlening behoren onder meer verkeersregeling, vaarwegmarkering, ongevallenonderzoek, rampenbestrijding plus hulpverlening, en redding. Toezicht omvat de handhaving van wetten op het gebied van visserij, milieu, veiligheid en douane, grensbewaking en algemene politietaken.

 

Het werkterrein van de Kustwacht bestaat uit de Nederlandse territoriale wateren en de Nederlandse Exclusieve Economische Zone, die samen zo’n 65.000 vierkante kilometer beslaan. Voor hulpverlening en redding op het water omvat het werkterrein ook de Waddenzee, het IJsselmeer, de Randmeren en de Zuid-Hollandse en Zeeuwse wateren. Hulpverlening en redding voor de luchtvaart doet de Kustwacht in de Flight Information Region Amsterdam. Dit gebied omvat het vasteland van Nederland en een deel van de Noordzee.

 

De Kustwacht voert haar taken uit met schepen en vliegtuigen. De organisatie maakt gebruik van vliegtuigen en helikopters van Rijkswaterstaat, de Koninklijke Marine en de Luchtvaartpolitie. Ook opereren tal van schepen in Kustwachtverband, zoals vaartuigen voor het plaatsen van boeien, het oliebestrijdingsschip ‘Arca’ en patrouillevaartuigen van politie, Douane en Marechaussee. De Koninklijke Marine stelt een mijnenjager beschikbaar voor visserij-inspecties. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat levert de ‘Waker’, een sterke sleepboot die schepen in nood kan helpen en tevens is uitgerust voor rampenbestrijding. Dit is het enige schip dat permanent ter beschikking staat van de Kustwacht.

 

De leiding van operaties vindt plaats vanuit het Kustwachtcentrum in Den Helder. Dit is gevestigd in hetzelfde pand als het hoofdkwartier van de Koninklijke Marine. De Marine heeft de operationele leiding over de Kustwacht.

Partners Maritiem Nederland