Nieuws

In 2003 heeft de regering een innovatieplatform ingesteld. De missie van het platform is om van Nederland weer een koploper in de Europese kenniseconomie te maken. Om deze doelstelling waar te maken moet Nederland meer halen uit het onderbenutte menselijk en economisch potentieel. Een van de dynamische en veelbelovende sleutelgebieden waarin de regering wil investeren is het cluster Water. Omdat de Haagse politici niet alleen meer in achterkamertjes vergaderen, beloofde minister van Economische Zaken Laurens Jan Brinkhorst langs te gaan bij verschillende innovatielocaties. Zo gezegd, zo gedaan: woensdag 1 maart bracht de minister een werkbezoek aan de Zuid-Hollandse Drechtsteden. De dag werd georganiseerd door de Economische Adviesraad Dordrecht, met Ad Scheepbouwer als toegewijde voorzitter. In de ochtend bracht de minister een bezoek aan het Regionaal Opleidingscentrum Da Vinci College. Hierna vertrok het gezelschap naar het stadhuis om de officiële opening van het nieuwe glasvezelnetwerk bij te wonen.

 

Internationale uitstraling

De tweede helft van de dag stond in het teken van meer maritieme zaken, van de bagger- en scheepsbouwsector om precies te zijn. Om twee uur in de middag werd er ingescheept aan boord van de ‘Smaragd’. Een eerste tussenstop maakte het schip bij baggerbedrijf Royal Boskalis Westminster in Papendrecht. Minister Brinkhorst kreeg hier de indrukwekkende cijfers van het Nederlandse aandeel in de baggersector voorgeschoteld. In een gelikte introductie van Boskalis-topman Peter Berdowski kwam de baggerindustrie als een buitengewoon kennisintensieve en innovatieve sector naar voren. Het toekomstbeeld van de branche ziet er dan ook rooskleurig uit. De groeiende wereldbevolking en het toenemend toerisme zorgen voor grote landwinningsopdrachten.

De aanleg en uitbreiding van LNG-havens betekent eveneens werk aan de winkel voor de baggeraars. De Nederlandse baggerbedrijven verwachten daarom in de toekomst hun aandeel in de wereldmarkt te kunnen behouden. Berdowski pleitte voor de oprichting van een Technologisch Topinstituut (TTI). Kennis uit verschillende maritieme hoeken (universiteiten, Delta Instituut, NIOZ, Alterra enz.) zouden hierin gebundeld moeten worden in een Center of Excellence. Dit initiatief moet ervoor zorgen dat Nederland haar voorsprong en internationale uitstraling in de baggersector behoudt.

 

Must

De Smaragd voer vervolgens richting IHC Holland Merwede. Voormalig president-directeur Sjef van Dooremalen wees de minister nogmaals op de unieke positie van de Nederlandse baggerindustrie. Het wereldmarktaandeel van het Sliedrechtse bedrijf bedraagt maar liefst 60 procent. Willen we die positie handhaven, dan is investeren in innovatie een must, zo betoogde ook Van Dooremalen.

Na bezoek aan de werf van IHC was er nog tijd voor een persuurtje. Brinkhorst liet weten erg onder de indruk te zijn van wat hij gezien had. Hij is overtuigd van het belang van innovatie. “Om te innoveren moet je de wens hebben beter te zijn,” stelde de minister. “Het is een bewuste keuze excellentie na te streven. Het Nederlandse aandeel kunnen we dan ook behouden door hard te werken en niet te vervallen in een ‘conformcultuur’.”

Ondanks de mooie woorden kon Brinkhorst weinig concrete toezeggingen doen. Het verzoek van de baggersector om oneerlijke concurrentie uit Spanje in de gaten te houden, willigde de minister wel in. Een crash team van Economische Zaken zal zich richten op ongeoorloofde subsidies van de Spaanse regering aan de scheepsbouw. Na deze belofte was het de hoogste tijd voor een natje en een droogje.