‘Grootste schip ter wereld komt eraan’ | Maritiem Nederland
Nieuws
De Pieter Schelte van offshore specialist Allseas.

‘Grootste schip ter wereld komt eraan’

Allseas startte in 1984 met een stuk of twaalf technici, kocht een schip en bouwde dit om tot het eerste constructieschip dat pijpen legt op dynamische positionering. Inmiddels heeft het bedrijf 2500 werknemers wereldwijd, en laat het voor 1,3 miljard euro het grootste schip ter wereld bouwen: de ‘Pieter Schelte’. Een interview met oprichter en eigenaar Edward Heerema.

Als er iemand enthousiast is over dit schip dan is het bedenker Edward Heerema (64) zelf wel: “De Pieter Schelte wordt echt iets nieuws”, verzekert oprichter, eigenaar en als het aan hemzelf ligt, nog tot in lengte van jaren de baas van Allseas, wereldmarktleider in de aanleg van offshore pijpleidingen. “Het is primair een hefschip voor installatie en verwijdering van platforms, maar het is ook een pijpenlegger. Een hefschip zal niet altijd genoeg werk kunnen vinden om volop bezet te zijn”, verduidelijkt de Allseas-chef.
Het wordt een schip waarover waarschijnlijk nog vaak en lang in superlatieven zal worden gesproken. Met een hijscapaciteit van maar liefst 48.000 ton op het voorschip kan het meer dan vier keer zoveel gewicht aan als de grootste kraanschepen tot nog toe (Thialf, Saipem 7000), en bovenbouwconstructies van grote platforms in een keer van hun onderstel tillen om te worden gesloopt of nieuwe te plaatsen. Met een portaalkraan op het achterschip kan de Pieter Schelte onderbouwconstructies tot 25.000 ton in één stuk uit zee tillen. Na het plaatsen van de bestelling in 2010 is afgelopen december de bouw van dit reusachtige vaartuig op de werf van Daewoo in Zuid-Korea daadwerkelijk gestart.

 

Tevreden met ontwerp
“We zijn al in 1987 met het ontwerp begonnen maar toen hadden we nog geen geld, waren we nog niet gelukkig met het technische ontwerp en zagen we ook de markt voor dit schip nog niet zitten”, zegt Heerema. Maar in 2007 was het wel zover. “Toen waren we enorm gegroeid, hadden we het vermogen en de cashflowverwachting en waren we eindelijk tevreden met het ontwerp van het schip”, vertelt Heerema op het kantoor van Allseas aan de Poortweg in Delft. Bovendien zag hij nu ook duidelijk een markt ontstaan voor het weghalen van grote oude platforms naast de incidentele installatie van grote nieuwe platforms.
Het meest opmerkelijke aan het schip is de gevorkte boeg die om het platform heen kan worden geschoven. De bouw gaat meer dan 1,3 miljard euro kosten, net iets goedkoper dan de twee grootste cruiseschepen van de wereld, de ‘Oasis’ en ‘Allure of the Seas’. Deze investering financiert Allseas deels uit gespaarde cashf low en deels uit bankleningen. Dat is vrij uitzonderlijk omdat banken momenteel bijna geen cent meer in schepen willen steken.

 

Enorme vernieuwer
De naam Pieter Schelte is een eerbetoon aan zijn vader. “Dat was een enorme vernieuwer in onze industrie. Voorheen beheersten de Amerikanen de markt met kranen die op drijvende bakken waren geplaatst. Mijn vader heeft het installeren van offshore platforms volledig vernieuwd. Hij was de eerste die vrachtschepen ombouwde om er veel grotere kranen dan voorheen op te kunnen zetten. Hij liet veel grotere heihamers ontwikkelen en hij was ook de eerste met de bouw van de halfafzinkbare kraanschepen, ‘Balder’ en ‘Hermod’ ”, vertelt Heerema.
Dat hij met de naamgeving ook het risico zou lopen de controverse over het oorlogsverleden van Pieter Schelte Heerema op te rakelen, heeft Edward Heerema op de koop toe genomen. P.S. Heerema was lid van de Waffen-SS, waarvoor hij na de oorlog ook is berecht en vrijgesproken na aftrek van voorarrest. Zelf had hij zich in 1944 ook al aangesloten bij het verzet. Na zijn berechting vertrok hij naar Venezuela om van daaruit een bedrijf op te bouwen waarmee hij in de offshore olie- en gasindustrie veel respect zou afdwingen. “Ik heb mijn vader in herinnering als een groot technisch vernieuwer. Onder zijn oorlogsverleden heb ik een streep gezet. Hij is berecht en daarmee is voor mij de oorlogskwestie een afgesloten boek”, aldus Heerema.

 

Echte techneut
Hij praat nog steeds vol bewondering over zijn vader. Geboren in Venezuela doorliep Edward Heerema voornamelijk in Nederland de middelbare school. Heerema: “Ik was altijd iets aan het maken, en ik wilde ook al heel vroeg techniek studeren. Op advies van vader viel de keuze op civiele techniek aan de TU Delft. Dat geeft je als ingenieur een enorme breedheid. Toen ik in 1974 afstudeerde, bestond offshore techniek als studie nog niet. Vader was al een echte techneut, een ongelooflijk creatieve ingenieur en ik ben opgegroeid in zijn stijl.”
Na zijn studie ging Heerema bij zijn vader aan het werk op kantoor in Den Haag. “Vader stelde mij onmiddellijk voor grote uitdagingen. Hij had heel veel ideeën. Dat was een ongeloof lijk dankbare tijd. Ik heb daar ontzettend veel van geleerd. Vader vond het belangrijk dat je een goed vakman, een echt goede ingenieur werd”, vertelt Heerema.
Edward Heerema is de tweede zoon van zes kinderen. De oudste en jongste broer doen heel iets anders, en zijn zuster leeft niet meer. Pieter Heerema is de derde zoon en heeft het familiebedrijf Heerema voortgezet. Vierde zoon Hugo is de eigenaar van Bluewater Energy Services in Hoofddorp, dat FPSO’s ontwikkelt en exploiteert. Edward Heerema maakte zijn vader nog zeven jaar mee totdat deze op 73-jarige leeftijd vrij plotseling overleed. Hij was door zijn vader aangewezen als opvolger en zou het bedrijf drie jaar leiden totdat tussen de broers onenigheid ontstond. Edward Heerema besloot het familiebedrijf te verlaten en stichtte eind 1984 het bedrijf Allseas.

 

Knappe technici
“De eerste zeven jaar hebben we het moeten doen met geleend geld. We hadden geen eigen vermogen want ik ben pas in 1991 uitgekocht. Wij kenden de branche goed en wilden ook weer in de offshore constructie-industrie aan de slag. We wilden alleen niet hetzelfde doen als Heerema. Dus geen emotioneel gedreven concurrentie. Daarom zijn wij in het pijpenleggen gegaan”, vertelt Heerema. Hij praat in de wij-vorm want hij begon zijn bedrijf met een man of twaalf, ontwerpers en ‘knappe technici’ zoals hij ze noemt.

“In die eerste weken hebben we een plan gemaakt voor de verbouwing van een schip en een cashflowprognose voor de eerstkomende jaren. Dat was ons businessplan”, vertelt Heerema. “Een krediet van de ABN AMRO was voldoende om het schip te ontwerpen en te laten bouwen.” Dat eerste schip zou de ‘Lorelay’ worden, gebaseerd op een in 1985 gekochte en bij Boele in Ridderkerk omgebouwde bulkcarrier. Pijpenleggers waren er al, maar wat Allseas met de Lorelay nieuw inbracht was het werken met dynamische positionering. “Anders dan de concurrentie konden wij gemakkelijker opstarten. Je hoeft niet eerst een schip met twaalf ankers vast te leggen. Je hebt geen sleepboten nodig en ook de risico’s met het werken rond platforms zijn minder groot. Met de Lorelay hebben we toen snel naam gemaakt, waardoor we ook veel werk kregen”, aldus Heerema.
In die dagen omvatte Allseas iets van vijftig man op kantoor en nog eens 200 op de Lorelay. Dat zijn er nu in totaal 2500 waarvan ongeveer 350 ingenieurs, verspreid over kantoren in Zwitserland (hoofdzetel), Nederland, België, Australië, de VS en India. Na de Lorelay volgde in 1998 nog de ‘Solitaire’, ‘s werelds grootste pijpenlegger tot nog toe. Samen met de ‘Tog Mor’, de ‘Calamity Jane’ en de ‘Audacia’ (2007) beschikt Allseas nu over een vloot van vijf schepen.
Voor de bouw van de Pieter Schelte werd begin december vorig jaar in Zuid-Korea ceremonieel het snijden van de eerste staalplaten gevierd. Heerema: “Wereldwijd staat er al heel veel voor het schip opgeslagen. De grote machines zoals de scheepsdiesels, de generatoren, kranen, lieren, DP (Dynamic Positioning)-installaties en propellers zijn al in 2007 besteld. Als de Koreanen eenmaal met bouwen zijn begonnen, gaat het ook heel snel”, vertelt Heerema.

 

Niet beursgenoteerd
Heerema maakt zich geen grote zorgen over de toekomst van het project. “Wij hebben zoveel vertrouwen in het technisch concept dat dit vroeger of later een succes moet worden. Het is een enorme investering maar zo’n schip schrijf je dan ook in meer dan twintig jaar af. Wij zijn wat dat betreft gelukkig niet beursgenoteerd. We hoeven geen kwartaalcijfers te presenteren en geen analisten tevreden te stellen”, aldus Heerema.
De offshore markt begeeft zich volgens de Allseasbaas in steeds diepere zeeën en moeilijker gebieden zoals de polaire gebieden. Een kolfje naar de hand van Allseas. Heerema: “Bij grote technologische uitdagingen staan we steeds vooraan. Zo ook met de Pieter Schelte. Het ontwerpen vonden we, en vinden we nog steeds, een geweldig interessante taak en toevallig wordt het ook weer een heel groot vaartuig. Het weghalen van platforms komt nu op gang. Met de Pieter Schelte zijn we net op tijd om de opkomst van de markt mee te gaan maken”, verwacht Heerema.

Partners Maritiem Nederland