De reis van Brendaan | Maritiem Nederland
Nieuws

De reis van Brendaan

Jan van den Berg | woensdag 12 juli 2006

De legende van Sint Brendaan wil dat de eerste Europeanen op Amerikaanse bodem Ieren waren. Zij zouden zo'n 1.300 jaar terug in een boot van ossenhuiden de Atlantische Oceaan zijn overgestoken. Dertig jaar geleden probeerde ‘herontdekkingsreiziger’ Timothy Severin uit of dat werkelijk kan.

Een halve eeuw terug beschreef de Winkler Prins Christophorus Columbus nog als ‘de ontdekker van Amerika’. Dat hij in 1492 voet op Amerikaanse bodem zette, is zeker. Inmiddels weten we ook zeker dat Scandinaviërs al vijfhonderd jaar eerder op Newfoundland bivakkeerden.

Vrijwel al die tijd kenden Europeanen de legende van Sint Brendaan. Hij was een Ierse monnik die leefde tussen 490 en 570, en de hoofdpersoon in een tekst in het Latijn, getiteld: Zeereis van de heilige abt Brendaan. Hierin gaat Brendaan met zeventien andere monniken op zoek naar het ‘Beloofde land van de heiligen’, dat ten westen van Ierland zou liggen. Er is geen enkele reden om te denken dat de reis niet daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.

Dan blijft de vraag over of de Ieren in de tijd van Brendaan, of niet al te lang daarna, over de mogelijkheden beschikten om de Atlantische oceaan over te steken. De Engelsman Timothy Severin, ontdekkingsreiziger, avonturier en schrijver, wilde het antwoord erop weten. Hij bouwde daarom een boot van leer en hout en stak van wal.

 

Koeien

Wat drijft een mens tot zo’n onderneming? Vanuit zijn Ierse woonplaats Courtmacsherry laat Severin per telefoon weten dat hij in zekere zin goed was voorbereid op een dergelijke tocht. “Tijdens mijn studie Aardrijkskunde in Oxford heb ik de geschiedenis van ontdekkingsreizen bestudeerd. Daarna heb ik lange zeiltochten over zee gemaakt in een kleine boot en realiseerde ik me de enorme mogelijkheden van kleine zeilschepen.”

Om de hypothese te testen dat Brendaan op die manier het Amerikaanse continent heeft kunnen bereiken, moest Severin over een natuurgetrouwe boot beschikken. De omstandigheden waren gunstig. In de eerste plaats was bekend wat voor schepen de Ieren in zijn tijd bouwden, sterker nog, in Ierland bouwt men zulke schepen nog steeds. Deze staan bekend als curraghs. Een curragh bestaat uit een frame van houten latten waar canvas overheen is gespannen. Aan de westkust gebruiken Ierse vissers nog altijd curraghs om zalm en kreeft te vangen. Ook dienen ze om koeien te vervoeren naar de vele kleine eilenden voor de kust.

De grootste curraghs die Severin aantrof, waren niet veel langer dan 6 meter. Voor zijn reis had hij een veel groter schip nodig. Een van de weinige professionele bouwers van curraghs, John Goodwin, leverde hiertoe onmisbare adviezen. Ook deed Severin zelf experimenten. De huidige Ierse curraghs fungeren niet als zeilboot, maar Severin ontdekte zelf dat ze hiervoor wel degelijk geschikt zijn.

 

Scheur

Om de hypothetische reis van Sint Brendaan natuurgetrouw na te bootsen, moest het schip ook gebouwd worden zoals dat 1.300 jaar geleden mogelijk was. Canvas behoorde dus niet tot de mogelijkheden. In plaats daarvan gebruikte Severin ossenhuiden. Er waren 49 huiden nodig om de 11 meter lange ‘Brendan’ te bouwen.

Het geraamte bestond uit eiken- en essenhout. De houten latten waren onderling verbonden met repen leer. Met behulp van vet werden de ossenhuiden van 6 millimeter dik waterdicht gemaakt en met draden van vlas werden ze aan elkaar gestikt. Ook de touwen, onder andere voor de zeilen, waren van vlas. Voor de kiel kozen Severin en scheepsontwerper Colin Mudie eikenhout. De masten waren van essenhout. Aanvankelijk waren de zeilen ook van ossenhuid, maar die bleken veel te zwaar te worden, doordat ze water opnamen. Met vlas ging het beter.

De hele constructie lijkt misschien erg licht om een oceaan mee over te steken, maar de Brendan voldeed uitstekend. Geen enkel van de stiksels van in het leer of vlas heeft het tijdens de overtocht begeven. Wel was de leren romp kwetsbaar, zo bleek in de buurt van Groenland. De Brendan raakte verzeild tussen ijsschotsen en botste er tegenaan, waardoor een scheur onder de waterlijn ontstond.

Bemanningslid George Molony had er een zware dobber aan de scheur te repareren. Maar uiteindelijk lukte het hem er aan de buitenkant een stuk ossenhuid overheen te leggen, vast te stikken en de naden en stiksels in te smeren met een dikke laag vet.

 

Stormachtige nacht

De boot bleek zich goed te houden op de oceaan. Hij doorstond windkracht zes en zware zeegang. Het grootste nadeel was dat de Brendan niet tegen de wind in kon zeilen. Met tegenwind konden Severin en zijn metgezellen niet veel anders doen dan afwachten tot de wind weer gunstig stond. De reis duurde daarom erg lang.

Op 17 mei 1976 vertrok Severin uit Brendan Creek in het zuid-oosten van Ierland. De tocht voerde langs Noord-Ierland, de Hebriden en de Faeröer Eilanden. Na 61 dagen op zee kwam de Brendan aan in de IJslandse hoofdstad Reykjavik. Het had niet veel gescheeld of het was nooit gebeurd, want bij de Faröer werd de Brendan tijdens een stormachtige nacht bijna overvaren door een trawler.

In Reykjavik liet Severin zijn boot overwinteren. Het was niet verantwoord om het slechte herfstweer van de Noordelijke Atlantische Oceaan te trotseren met een middeleeuwse zeilboot. Op 8 mei 1977 vervolgde hij zijn reis. Eerst ging het westwaarts naar Groenland en daarna in zuid-westelijke richting, naar Newfoundland. Hier kwam het schip na 51 dagen zeilen aan. In totaal hadden Severin en zijn bemanning toen 7.200 kilometer afgelegd.

De Britse avonturier noemt zijn reis met de Brendan geslaagd. "Het heeft ons geleerd dat de Ieren in de vroege Middeleeuwen in staat waren om lange zeereizen te maken.”

Na dit experiment kreeg Severin de smaak te pakken en maakte hij nog drie andere zeereizen in historische replica’s. De Brendan-reis beschouwt hij als de meest riskante. Het was ook de meest leerzame, vooral op het gebied van organisatie en financiering. “Ik krijg nog steeds vragen van mensen die willen weten hoe je zoiets moet aanpakken,” vertelt Severin niet zonder trots.

 

kader 1

De Brendan

Het bootje was uitgerust met twee roeispanen van 3,6 meter lang en een roer, maar had geen kiel. De stabiliteit werd gegarandeerd door lage masten en door voorraden en waterballast zo laag mogelijk in de romp te plaatsen. De romp, zeilen, touwen en roeispanen wogen samen 1.670 kilogram. Met bemanning, voorraden, ballast en het door de ossenhuiden opgenomen zeewater kwam de maximum waterverplaatsing uit op bijna 5.000 kilo.

Lengte:                                11 m

Breedte:                               2,40 m

Hoogte grote mast:          5,8 m

Hoogte voormast:             3,6 m

Oppervlakte grootzeil:     13 m2

Oppervlakte voorzeil:      5,6 m2

 

Kader 2

Zeilen naar Amerika

Wie voer als eerste naar het Amerikaanse continent? Talloze legenden beschrijven reizen die leiden naar onbekend land dat uitgelegd zou kunnen worden als Amerikaans land. Dat de technologie voor dit soort reizen al duizenden jaren bestaat, is inmiddels wel aangetoond.

In 1970 zeilde Thor Heyerdahl in een boot van papyrus van Marokko naar Barbados. Hiermee liet hij zien dat de Egyptenaren ruim 2.500 jaar geleden de Atlantische Oceaan over konden steken. Tim Severin liet zien dat de Ieren dit tussen 600 en 800 ook al konden.

Severin heeft later geprobeerd om vanuit China naar de Verenigde Staten te varen. Met deze reis wilde hij aantonen dat Aziaten 2.000 jaar geleden in staat waren om de Stille Oceaan over te steken op bamboe vlotten. Dit was de enige archeologische zeiltocht die mislukte. Na een reis van zes maanden en bijna 9.000 kilometer was het vlot zo sterk afgetakeld dat Severin en zijn bemanning gered moesten worden door een passerend koopvaardijschip.

De oudste reizen waarvoor archeologisch bewijsmateriaal is gevonden, zijn die van Scandinaviërs. Via IJsland en Groenland hebben zij Newfoundland bereikt. Sporen van hun aanwezigheid zijn gevonden in L'Anse aux Meadows, in Newfoundland. Zo’n duizend jaar geleden waren zij de eerste Europeanen van wie zeker is dat ze voet aan land hebben gezet op het Amerikaans continent.

 

De Brendan is tentoongesteld in het museum ´The Living Past´ in Craggaunowen in het westen van Ierland.

Partners Maritiem Nederland