Brug van 5.000 ton komt soepel van z'n plek
redactie | maandag 22 november 2021
Binnenvaart, Waterbouw en infrastructuur
Het optillen van een brug met een gewicht van circa 5.000 ton en een hoogte van 30 meter is geen alledaags karwei. Dankzij de grondige voorbereiding van Rijkswaterstaat, aannemerscombinatie KWS - VES - DDM en onderaannemer Mammoet lukte het de verwijdering van de boogbrug bij Vianen 'veilig en beheerst' uit te voeren.
Sinds de ingebruikname in 2004 van de twee nieuwe Lekbruggen bij Vianen, heeft de karakteristieke Boogbrug geen functie meer. De afgelopen jaren zijn verschillende scenario's onderzocht om de oude brug (bouwjaar 1936) te hergebruiken, zowel in z'n geheel als in delen, maar deze bleken niet realiseerbaar.
Voor de verwijdering van de brug bouwde Mammoet een zogenoemd gantry systeem; een hijssyteem waardoor de brugboog kon worden ondersteund en opgetild. Op een ponton dat onder de brug werd geplaatst, waren acht masten gemonteerd die in de acht heftorens op de brug werden gekoppeld, als een soort legotechniek.
In de ochtend van 21 november werd het ponton verankerd met staalkabels en lieren, aan beide zijden van de uiterwaarden. In de vooravond kwam de brug los van de pijlers. De heftorens op de brug en het ponton duwden de brugboog op gecontroleerde wijze in z'n geheel omhoog. Na het borgen van de constructie werden de lierdraden losgemaakt en vond er een draaiing van het ponton in de lengterichting van de Lek plaats.
De eigenlijke hijsoperatie begon om 20.30 uur en duurde 4,5 uur. Het scheepvaartverkeer op de Lek was gestremd van 9.00 uur tot 1.00 uur 's nachts (een uur langer dan voorzien).
Het ponton met de brug werd naar de voorhaven van de Prinses Beatrixsluis gevaren, waar de stalen boogconstructie de komende twee weken in stukken wordt gesneden. De uiteindelijke sloop vindt plaats op de werf van Mammoet in Schiedam, waar de staaldelen nog kleiner worden gemaakt en afgevoerd naar een erkende verwerker. Daar zal het staal verder verwerkt worden tot grondstof.
