Janny Kok | donderdag 13 oktober 2016
Maritieme Cluster
Het maandag 10 oktober gehouden symposium Blauwdruk 2050, de maritieme wereld voorbij de horizon markeerde het 100-jarig bestaan van het Nationaal Instituut voor de Scheepvaart en Scheepsbouw (NISS) maar dat betekent niet dat het een en al feest was.
Met name directeur The Hague Centre for Strategic Studies, professor dr. Rob van wijk, zette de toon door te wijzen op mondiale instabiliteit van bestaande handelsstromen. Deze hebben nu al direct invloed op de scheepvaart: “Op dit ogenblik gaat de trend richting protectionistisch beleid, dus ‘ieder voor zich’, schuift de economische macht naar het Oosten en blijft de macht van het Westen afnemen, en wordt de handelspolitiek machtspolitiek.” Zijn conclusie is dat de logistieke keten nu al moet weten hoe ze voorbereid kan zijn op toekomstige ontwikkelingen.
Professor Van Wijk en andere gastsprekers toonden aan dat het maritieme cluster in moet spelen op geopolitieke verhoudingen. Om te beginnen zou Nederland zich bewust moeten zijn dat het kleine Singapore een twee keer zo grote marine heeft dan Nederland. ‘De marine is nodig om de handelsroutes (op zee) open te houden’, ‘de nodige energie kan voor twee derde duurzaam worden, maar er zal altijd een derde fossiele brandstoffen nodig zijn’ en ‘de ontwikkelingen om de CO2 reductie te bereiken kunnen niet zo snel gebeuren als in de klimaattop in Parijs zijn vastgesteld’.
De door dagvoorzitter Bas Buchner (onder andere voorzitter Innovation Council Nederland Maritiem Land) in stemming gebrachte stellingen leerden in ieder geval dat er verschil is in wensdenken en de verwachte realiteit voor 2050. Deze tekent zich nu al af, zoals de ingezette trend voor duurzame groei, robotisering en verdere toepassing van 3D print in de scheepsbouw en autonoom varen. Deze almaar verder gaande ontwikkelingen noodzaken ook alert te zijn op mogelijke cybercrime bij het aansturen van autonome schepen en geautomatiseerde containerterminals. Conclusie van de Blauwdruk 2050: ‘De mens zal altijd centraal moeten staan’.