Bart Stam | woensdag 12 juli 2006
Havenbedrijven alsnog betrokken bij Betuweroute
Het zag er begin april nog niet naar uit dat de havenbedrijven van Rotterdam en Amsterdam alsnog zouden deelnemen aan de Betuweroute, de nieuwe goederenspoorlijn die in 2007 in werking treedt. Nadat ProRail, technisch beheerder van het spoorwegnet, eenzijdig een samenwerkingsakkoord met beide havenbedrijven en het bedrijf Babcock & Brown/TowRail had opgezegd, besloot minister Peijs van Verkeer en Waterstaat op 20 maart dat alleen ProRail de exploitatie mocht doen. Dit tot groot ongenoegen van zowel havenbedrijven als vervoersspecialisten van de Tweede Kamer die menen dat overheidsbedrijf ProRail onvoldoende commerciële kennis bezit voor een dergelijk avontuur.
Onder druk van de Kamerleden bracht minster Peijs de ruziënde partijen weer rond de tafel, hetgeen op dinsdag 18 april leidde tot een nieuw akkoord. Afgesproken is dat Amsterdam en Rotterdam voorlopig een aandeel nemen van 50 procent in de nieuwe joint venture BREM (Betuweroute Exploitatie Maatschappij). De andere helft komt voor rekening van ProRail. TowRail heeft zich teruggetrokken. De overeenkomst geldt voor 5 jaar, maar Amsterdam (15 procent) en Rotterdam (35 procent) gaan op zoek naar nieuwe commerciële partijen. Dit omdat zij geen grote sommen risicodragend kapitaal in BREM willen stoppen. “Als havenbedrijf hebben we veel kennis en kunde over containeroverslag, goederenstromen in de haven en nieuwe shuttles. Maar we zijn geen spoorwegbedrijf en ook geen particuliere onderneming,” aldus president-directeur Hans Smits tijdens de presentatie van de jaarcijfers op 5 april. “Ons aandeel mag na de opstartfase niet meer dan 5 procent bedragen.”
In beweging
Uit de jaarcijfers over 2005 blijkt dat het Havenbedrijf Rotterdam kan terugkijken op een goed jaar. Thessa Menssen, de nieuwe financieel directeur: “Het nettoresultaat is in vergelijking met 2004 gestegen van 5 miljoen naar 72 miljoen euro.” Belangrijkste redenen hiervoor zijn volgens haar de groei in de overslag van containers en overige goederen, de gestegen havengelden en de 150 hectare aan extra verhuurde haventerreinen. Ook kon het Rotterdamse havenbedrijf 55 miljoen euro minder aflossen van de schulden die voormalig directeur Willem Scholten heeft gemaakt in de RDM-affaire (verstrekking van renteloze leningen aan Joep van den Nieuwenhuyzen). Daarnaast ontving het havenbedrijf eenmalig 25 miljoen euro voor de verkoop van opslagruimte in de Slufter, een groot opslagdepot voor vervuild baggerslib op de Maasvlakte. De nettowinst van 72 procent gaat in zijn geheel naar de gemeente, omdat het stadsbestuur van Rotterdam anderhalf jaar geleden een substantieel belang in het havenbedrijf verkocht aan de staat. Het havenbedrijf investeerde vorig jaar 135 miljoen euro, 20 miljoen euro meer dan in 2004. De totale bedrijfsopbrengsten kwamen uit op 440 miljoen euro, vergelijkbaar met 2004.
Volgens Hans Smits is het havenbedrijf door de overgang van gemeentelijke naar nationale organisatie volop in beweging. “We zijn druk bezig onze bedrijfsprocessen te verbeteren, bijvoorbeeld door een nieuwe centraal computersysteem. Dit moet in juni klaar zijn. Ook gaan we meer doen aan vastgoedontwikkeling. De eerste projecten zullen plaatsvinden in Waalhaven-Oost. Tot slot gaan we de flink investeren in nieuwe verkeersbegeleidingssystemen van schepen.”
Gevolg van alle veranderingen is wel dat het aantal werknemers de komende jaren met 10 à 15 procent achteruitgaat. Op dit moment werken er zo’n 1.270 mensen bij het havenbedrijf. Via de zogeheten 58+-regeling en natuurlijk verloop wil Smits deze personeelsreductie zo pijnloos mogelijk laten verlopen. “We gaan nog enkele pittige onderhandelingen tegemoet met de ondernemingsraad en de vakbonden.”
HbR in cijfers (2005)
Bedrijfopbrengsten (omzet): € 440 miljoen
Netto resultaat (winst): € 72 miljoen
Havengelden: € 240 miljoen
Goederenoverslag: 366 miljoen ton
Uitgifte terreinen (totaal): 4.528 hectare
Werknemers: 1.268