‘Nederlanders zijn te nuchter voor paarse waterstof’ | Maritiem Nederland
Techniek&Innovatie

Ronnie Belmans, hoogleraar Energiesystemen in Leuven


‘Nederlanders zijn te nuchter voor paarse waterstof’

Gerald Schut | woensdag 25 augustus 2021
MET Event, Waterbouw en infrastructuur

In het debat rond de energietransitie lijken Nederland en België soms gescheiden werelden, terwijl we veel gemeenschappelijke uitdagingen hebben. Daarom legt TW-redacteur Gerald Schut zijn oor te luisteren bij een uitgesproken Vlaamse energieprominent. Hoe kijkt een buitenstaander aan tegen onze dromen over groene waterstof en wat kunnen beide landen van elkaar leren?

Na veertig jaar in de energiewereld gaat professor Ronnie Belmans (KU Leuven) met emeritaat. Per  1 juni stopte de oud president-commissaris van Elia (het Belgische TenneT) als directeur van onderzoekscentrum EnergyVille in Genk, waar 400 onderzoekers fundamenteel en toegepast energieonderzoek verenigen. Tijd om vooruit te kijken.

Volgens u overschreeuwt Nederland zich met groene waterstof. Hoe bedoelt u dat?

‘Als ik plannen zie van 4 GW elektrolysecapaciteit in 2030, vraag ik me af waar Nederland de groene stroom vandaan gaat halen om die te voeden. Die kunnen jullie natuurlijk veel beter direct gebruiken voor vergroening van het huidige elektriciteitsverbruik en voor warmtepompen en elektrische auto’s. Het is niet slim om die schaarse groene stroom te vergooien voor het maken van groene waterstof en die dan op te branden in woningen en voertuigen. De waterstofladder (eerst industrie, dan vliegtuigen en scheepvaart, dan seizoensopslag) is pure thermodynamica en die klopt ook economisch. De Europese Strategie voor Integratie van het Energiesysteem, die de Europese Commissie in juli 2020 presenteerde is daar ook op gebouwd. Om 100 km te rijden heb je met een waterstofauto drie maal meer windmolens nodig dan met een elektrische auto. Het is echt onzin om dat te doen.’

Trouw-journalist Vincent Dekker noemde waterstof in auto’s en cv-ketels zelfs ‘een klimaatmisdrijf’. Vindt u dat een passende term?

‘Nee, het is geen misdrijf, maar het is gewoon dom. En dat ben ik niet gewend van mijn noorderburen. Je moet eerst alles elektrificeren wat maar kan. Daarna wordt groene waterstof heel belangrijk in de industrie en om synthetische brandstoffen van te maken voor de lucht- en scheepvaart. Michael Liebreich van Bloomberg NEF noemt waterstof terecht ‘Hopium’. De waterstofmensen moeten de mentale eerlijkheid krijgen om te zeggen: ‘Waterstof kan alles, maar kan waterstof ook alles het beste? Neen.’ Je moet echt eerst elektrificeren, want dat zorgt met minder kosten voor meer CO2-reductie.’

In 2050 hebben we best veel waterstof nodig. Wat zijn nu dan wel verstandige investeringen?

‘Wij hebben voor de Florence School of Regulation uitgerekend dat je tot zeker 2040 à 2045 geen groene stroom over zult hebben. Als je alleen naar Nederland en België kijkt zal het nog later zijn. We zullen dus de waterstof op een andere manier koolstof vrij moeten maken. Dat kan met CCS (blauwe waterstof). Het zou eventueel met pyrolyse kunnen. En we kunnen waterstof of afgeleide moleculen importeren.’

‘Wij hebben in Nederland en België twee fantastische havens, die uitstekend geschikt zijn om veel groene waterstof uit Dubai en Saoedi-Arabië aan te voeren. Dat is veel goedkoper, omdat de zon daar meer schijnt. En daar is nog ruimte omdat de groene stroom daar veel minder gebruikt kan worden voor elektrificatie. Als we hier CO2 afvangen en naar die landen brengen kunnen ze er daar e-fuels of methanol van maken en die weer naar ons verschepen. Dan kannibaliseer je niet op groene stroom, maar haal je het van plekken waar groene stroom voorhanden is en nergens anders voor gebruikt kan worden. Het is zeer de vraag of groene waterstofproductie in Europa ooit commercieel zal kunnen concurreren met import van groene waterstof en derivaten daarvan.’

Is het zinvol om nu al te investeren in netwerken voor die waterstof?

‘Ja, zeker en vast. Er ligt ook al een waterstofnetwerk van Air Liquide dat Frankrijk met Nederland verbindt. Het lijkt me zeer verstandig om dat uit te breiden tot een backbone in de Benelux tot in Nordrhein-Westfalen en Noord-Frankrijk om chemische clusters en staalindustrie te verbinden. Dat raadt onderzoeksbureau Agora ook aan in het invloedrijke rapport ‘No Regret Hydrogen’. Maar een Europees netwerk voor gedistribueerde waterstof om mee te gaan rijden of woningen te verwarmen is pure geldverkwisting. In de industrieclusters in Noordwest-Europa is vraag naar waterstof, maar in de rest van Europa is die er veel minder.’

‘We zouden Rotterdam-Antwerpen als één grote industrieel cluster moeten zien met grote staalfabrieken in Gent en IJmuiden en daar CO2-, warmte- en waterstofuitwisseling faciliteren. Als we dat samen gaan doen dan kunnen we moleculen binnen gaan brengen en optimaal gebruiken in een totaal vergroende industrie. Als we de industrie hier willen houden, kunnen we maar beter opereren als één cluster. Antwerpen heeft meer basischemie, Rotterdam meer petrochemie. Dat is complementair. Je kunt bijvoorbeeld een heel mooi uitgebalanceerd netwerk voor methanol en ammoniak uittekenen van Rotterdam, via Antwerpen naar Chemelot en Nordrhein-Westfalen.’

Hoe moeten we omgaan met mogelijk verzet tegen de grootschaliger uitbreiding van het hoogspanningsnet?

‘Dat is een zeer moeilijke kwestie. Als voorzitter van de Raad van Commissarissen van netbeheerder Elia (het Belgische TenneT) zei ik ooit op de voorpagina van De Standaard dat er voor iedere windturbine op zee een hoogspanningspaal in het binnenland bij zal komen. Dat is grofweg het geval. Ik kreeg toen het halve land over me heen. We moeten aan de mensen duidelijk maken dat we geen elektriciteit kunnen transporteren zonder leidingen, bovengronds of ondergronds en ook meer inzetten op ontwerpen die de impact verminderen zoals de nieuwe Wintrack masten van TenneT. Tenslotte kan je mensen aandeelhouder laten worden in dat soort projecten. Dat werkt bij windparken ook heel goed.’

Inmiddels is in meer dan de helft van Nederland geen netcapaciteit meer beschikbaar voor nieuwe stroomproducenten. De wachttijd voor een laadpaal kan oplopen tot 8 maanden, meldt de Volkskrant. Hoe voorkomen we dat de energietransitie hierop verzandt?

‘Bij de VREG (een beetje de Vlaamse Autoriteit Consument en Markt) hebben we een nieuwe tariefstructuur ingevoerd die mensen aanmoedigt om niet op piekmomenten hun auto op te laden. Daarmee lopen we een beetje voor op Nederland. Ook moet voor iedere woning een drie-fasen-aansluitingen de standaard worden. We moeten meer vooruitdenken. In 2030 zal de helft van de auto’s elektrisch zijn. Bij iedere investering die we nu doen moeten we dat doel in ons achterhoofd hebben. We zijn nu bezig om laadpalen individueel op aanvraag neer te zetten, in plaats van hele straten in één keer te doen. Doe het liever in één keer goed.’

Wat kan Nederland van België leren op het gebied van de energietransitie?

‘Dat het aantrekken van privékapitaal in netwerken niet slecht is. Beschouw die netwerken niet als een pure staatsomgeving. Interactie tussen staatskapitaal en privékapitaal geeft in energiebedrijven een andere visie op de dingen.’

‘Een ander leerpunt, en let wel ik ben niet tegen kernenergie: een nucleaire discussie remt af. België heeft 15 jaar geen energiepolitiek gehad door het geharrewar over het al dan niet openhouden van onze 7 reactoren. Laten jullie alsjeblieft niet hetzelfde gaan doen rond de vraag of er nou eentje kan komen en wie hem dan zou kunnen gaan bouwen. Dat gaat toch niet gebeuren. Nucleair met zijn lead times van 15 jaar voor bouwen is een zwaard van Damocles boven de energietransitie.’

En als we nou een kerncentrale bouwen om paarse waterstof mee te maken?

‘Wel, dan hebt u de duurste waterstof van de wereld. Daar zijn Nederlanders veel te nuchter voor.’ 

CV Ronnie Belmans

1991 – nu     Hoogleraar Elektriciteit en Energiesystemen aan KU Leuven

1999 – nu     Gastprofessor Imperial College Londen

2000 – 2009 Voorzitter raad van Commissarissen ELIA

2012 – 2021 CEO EnergyVille

2007 – 2021 Voorzitter van energieregulator VREG

Opleiding: 'Burgerlijk Werktuigkundig-Elektrotechnisch Ingenieur' (KU Leuven), doctoraat in de toegepaste wetenschappen (KU Leuven), Habilitierung (RWTH Aachen)

Partners Maritiem Nederland