Koers 2016 volgens de Kooiman Group:
Koers 2016 volgens de Kooiman Group
Partnercontent | donderdag 17 december 2015
Koers 2017
De Kooiman Groep heeft als scheepsbouwer alle disciplines in huis. Daardoor is het volgens Rinus Kooiman, die samen met broer Wim de directie voert, mogelijk nieuwbouw, ombouw en reparaties geheel in eigen hand te houden. “We gaan onze eigen weg en zijn een beetje eigenwijs. Door deze aanpak kunnen we onze klanten op hun wenken bedienen en zijn we in staat complexe projecten te realiseren.”
In de grote hal van scheepswerf Gebr. Kooiman BV in Zwijndrecht staat het casco van de ‘Zwerver II’, een multipurpose DP-II support vessel die komend voorjaar wordt opgeleverd. Dit werkschip wordt straks in de offshore industrie ingezet, zoals bij het plaatsen van windmolens en het ingraven van kabels. Het is ontwikkeld samen met opdrachtgever en afnemer HvS Dredging Support BV uit Harlingen. De samenwerking was al eerder naar tevredenheid verlopen bij de ontwikkeling van de ‘Zwerver III’, die vier jaar geleden in de vaart ging.
Rinus licht toe dat het 35 meter lange en 15 meter brede schip in aanbouw met een maximale diepgang van 3 meter flink is geüpgraded in vergelijking met zijn voorganger. “Dit nieuwe schip heeft twee thrusters in het voorschip. Daardoor kun je bij zeer zware omstandigheden toch je positie behouden. En omdat de Zwerver II ook is uitgerust met DP II is er door de back-up meer zekerheid tijdens calamiteiten. Verder beschikt het schip over zowel een kraan als een gangway met active heave compensation, zodat last en loopplank op dezelfde hoogte blijven bij onstuimig water. Dit is vrij uniek voor kleinere vaartuigen. Het is het best uitgeruste werkschip in zijn klasse onder de 500 GT.”
Met de paplepel
Scheepswerf Kooiman werd in 1884 opgericht door overgrootvader Dirk. Hij had een bestaand werfje in hartje Zwijndrecht overgenomen en ging zelf houten schepen repareren en bouwen. Inmiddels staat de vierde generatie aan het roer van het familiebedrijf met Rinus en Wim als directeuren. Rinus, de benjamin, vertelt dat hij en zijn vijf broers op de toenmalige werf aan de Ringdijk zijn geboren en opgegroeid. “Daar speelden we dagelijks. De scheepsbouw is dus als het ware met de paplepel ingegoten. Wegens het Plan Maasboulevard werd deze werf in 1975 onteigend en verhuisd naar de huidige locatie aan de Lindtsedijk.”
‘Doordat we alle disciplines zelf in huis hebben, kunnen we vrij complexe projecten aan’
In die periode telde de scheepswerf 22 medewerkers. In de loop der jaren is dat aantal uitgegroeid tot 180 verspreid over drie locaties, namelijk Zwijndrecht, Yerseke en Dordrecht. Na overnamen van Hoebee en van Van Os vallen deze werven allemaal onder de paraplu van de Kooiman Groep. Rinus: “We vullen elkaar mooi aan. Yerseke heeft overdekte hellingen en maakt vissers- en werkschepen. De locatie Dordrecht heeft een nieuwe moderne helling voor schepen tot 150 meter met een eigen gewicht van maximaal 4200 ton. Daar ligt de nadruk op reparatie. Hier in Zwijndrecht hebben we een nieuwbouwhal met eigen ontwerpbureau, machinefabriek en timmerafdeling, een helling van 60 en van 110 meter, twee schroevendokken en een flinke pier om schepen af te meren. Doordat we alle disciplines zelf in huis hebben, kunnen we vrij complexe projecten aan.”
Nauwkeuriger manoeuvreren
Aan die lange pier ligt nu de Sil-Jeske-B aangemeerd, een hybride sleepboot die klaar is om afgeleverd te worden. Opdrachtgever is Koedood BV uit Hendrik-Ido-Ambacht. Eindgebruiker is BMS Towing BV uit Zierikzee. Koedood heeft de nieuwe motoren en het casco toegeleverd, waarna scheepswerf Kooiman dat casco heeft verbreed, verlengd, verhoogd en voorzien van de motoren, een nieuwe opbouw en aluminium stuurhuis.
De Sil-Jeske-B is nu 23,95x8x2,8 meter en heeft een trekkracht van circa 30 ton. Dat het schip is uitgerust met zowel een elektrische als een dieselvoortstuwing heeft diverse voordelen, vertelt Rinus trots over dit eerste hybride vaartuig dat zijn bedrijf heeft gebouwd. “Je bespaart niet alleen brandstof en vaart dus schoner, ook is het dankzij het elektrische gedeelte mogelijk nauwkeuriger te manoeuvreren. Normaal gaat zo’n grote dieselmotor te hard - de laagste snelheid is 5 knopen - en heb je relatief te veel vermogen voor zo’n kleine boot. Die kracht is echter wel nodig tijdens het slepen. Met een elektromotor kun je heel gedoseerd varen en ook langzaam objecten benaderen. Een diesel kan dat minder goed.”
De Sil-Jeske-B heeft een 200 mijls certificaat en kan dus in geheel Noordwest-Europa worden ingezet. Op het dek staat een kraan om deklast te transporteren. Verder kan de sleepboot zowel slepen als duwen. De stuurhut is namelijk 8,2 meter in hoogte verstelbaar, waardoor het mogelijk is over objecten heen te kijken.
Omega-Pin
Hoewel de Kooiman Groep nog steeds voldoende orders heeft en zelfs werkt met zestig ingeleende krachten, zou Rinus graag een andere balans zien. Hij doelt op de huidige situatie waarin de nadruk op reparatie, ombouw en dek-equipment ligt en de nieuwbouwmarkt slechts mondjesmaat op gang komt. Potentiële klanten, die vooral uit particulieren bestaan, kampen nog steeds met financieringsproblemen. En vooral nieuwbouw geeft juist zekerheid en perspectief, benadrukt de directeur.
Om toch ook de toekomst zonnig tegemoet te kunnen zien, blijft de scheepswerf innoveren. Een mooi voorbeeld van zo’n innovatie is de Omega-Pin die het ontwerpbureau heeft ontwikkeld in opdracht van het Rotterdamse sleepvaartbedrijf Kotug. Met deze Omega-Pin is het mogelijk de sleeplijn in een hoek van 135 graden vanuit het centrum en 45 graden horizontaal te geleiden. Omdat de sleepboot van Kotug soms ook dienst moet doen als reddingsvaartuig voor het evacueren van mensen, kan de Omega-Pin volledig in het dek wegzakken zodat die geen obstakel meer vormt.
Twee stuurplekken integreren
De Kooiman Groep denkt ook na over grotere rigoureuze innovaties. Het bedrijf heeft al aardig wat sleepboten gebouwd die in de loop der jaren door aanpassingen steeds geavanceerder werden, omdat iedere klant zijn eigen wensen had. “We zijn nu bezig om weer eens vanaf de tekentafel geheel blanco te beginnen. We gaan momenteel voor de kunst van het weglaten, waardoor de schepen efficiënter, lichter en eenvoudiger worden. Nu hebben ze bijvoorbeeld twee stuurplekken in de stuurhut: één in de voorkant en de andere aan de achterkant voor de ankerbehandeling. Het is veel beter en logischer om beide te integreren. Verder denken we aan scherpere scheepsvormen, waarbij we de duwsteven willen integreren en betere vaareigenschappen combineren met een eenvoudige bouw. Dankzij onze ruime ervaring zijn we ervan overtuigd dat we deze ingewikkelde uitdaging succesvol afronden.”
