Jan Spoelstra | donderdag 31 januari 2013
Offshore
De hoofdactiviteiten van offshorebedrijf Bluewater Energy Services bestaan uit FPSO’s en SPM-systemen. Deze woordraadsels vormen de miljoenenbusiness waar eigenaar Hugo Heerema met grote openheid over spreekt. In vijf prikkelende vragen geeft hij zijn visie op onder andere duurzaamheid en ondernemerschap om tegelijkertijd de taxi-mythe te ontzenuwen.
De gedachte dat FPSO’s slechts gebouwd worden vanuit een afgedankte tanker is een misvatting”, zegt Hugo Heerema (60). “Dat gebeurt wel veel, maar bij Bluewater hebben we slechts één keer een oude tanker omgebouwd. Voor de rest betreft het eigenlijk altijd nieuwbouw waarbij je rekening moet houden met een investering van zo’n 800 miljoen dollar voor een Noordzee FPSO.”
FPSO staat voor Floating Production, Storage and Off loading unit waarbij het gaat om de productie van gas en olie. Bluewater heeft vijf van dergelijke werkpaarden in bedrijf, die de eerste bewerkingsslag met ruwe olie uitvoeren, om deze vervolgens op te slaan totdat een tanker de olie ophaalt en naar de raffinaderij aan wal brengt.
‘Ik ben juist een voorstander van duurzame energie mits er winningsmethoden zijn waarvan iedereen blij wordt en de overheid een forse stap terug kan doen met subsidie’
Een tanker kan laden door rechtstreeks aan de FPSO af te meren, maar in gevallen waarin de FPSO geankerd is met een zogenoemde ‘spread mooring’ (verankerd op vier punten, red.) en dus niet met wind en getij kan meedraaien, wordt een CALM Buoy (Catenary Anchor Leg Mooring, red.) gebruikt, waaraan de tanker gekoppeld wordt. De FPSO voedt dan de CALM Buoy met een leiding die over de zeebodem loopt.
Het ontwerpen en verankeren van een Single Point Mooring (SPM) system zoals deze laad- en losboeien overkoepelend genoemd worden, is specialistenwerk en behoort met de FPSO’s tot de core business van Bluewater. Dankzij een speciale ‘swivel’ of draaidoorvoer, kan een deel van de boei altijd 360 graden draaien om het laad- en loswerk niet te hoeven onderbreken en ervoor te zorgen dat de leidingen en de verankering intact blijven.
Een SPM kan door een tanker ook gebruikt worden om de haven - en de daarmee samenhangende kosten en drukte - te omzeilen en is de oplossing als er geen haveninfrastructuur aanwezig is. De volle tanker meert dan aan een SPM die buitengaats ligt. Eenmaal gekoppeld, pompt de tanker de olie naar de SPM en vanaf de SPM gaat een leiding over de zeebodem rechtstreeks naar de raffinaderij. Het kan ook andersom, waarbij een geraffineerd product vanaf voorraadtanks aan de wal naar de tanker stroomt om dan verscheept te worden. In principe kan zo elke vloeistof worden geladen, tot en met drinkwater aan toe.
Om het nog ingewikkelder te maken: een SPM kan ook de variant van een ‘internal turret’ aannemen. De FPSO vaart boven de boei die onder water zweeft. Vervolgens laat men de boei langzaam opstijgen waarna deze door een uitsparing in de bodem van het schip in het schip getrokken wordt, en de leidingen aangekoppeld worden. De internal turret wordt gevoed vanuit de oliebron en vormt ook het afmeerpunt van de FPSO. Het is overigens niet altijd eenrichtingsverkeer naar de turret, want vanuit de FPSO kunnen via de turret ook gas- en waterleidingen naar de bron lopen om gas- dan wel waterdruk op het reservoir te leveren, zodat het reservoir maximaal geleegd wordt.
Bluewater werd in 1978 opgericht en in 1993 overgenomen door Hugo Heerema. “Destijds waren we met 38 man een klein bedrijf, nu hebben we ruim duizend man in dienst en werken we wereldwijd. Van het begin af aan ligt ons aandachtsgebied noordelijk van de evenaar aangezien de weerscondities daar meer vragen van schip, ankering en techniek en we te maken hebben met strikte wet- en regelgeving. Het feit dat we hier aan kunnen voldoen, onderscheidt ons in belangrijke mate van de concurrentie.”
Als voorbeeld neemt Heerema ons mee naar de gang waar een schaalmodel van de Arctic Loading Tower staat zoals deze in gebruik is in het Russische Sakhalin waar temperaturen tot -54 graden Celsius voorkomen. De toren - weer een SPM variant - wordt met olie gevoed vanaf de wal en is ter hoogte van het wateroppervlak voorzien van een discus. Zo is de toren een staande ijsbreker geworden en wordt hij niet van zijn fundatie gedrukt door ijsgang.
“Er wordt veel gesproken over de eindigheid van onze voorraad fossiele brandstoffen. Ik heb gerede twijfel aan die bewering. Er vinden nog dagelijks zowel onshore als offshore olie- en gasvondsten plaats, er komen steeds meer aanwijzingen dat er nog gigantische hoeveelheden schaliegas en schalieolie zijn, naast zandolie. Dus die eindigheid valt nog maar te bezien. Het is wel zo dat de techniek om dat gas en olie te winnen, nog in de kinderschoenen staat. Maar dat is een natuurlijke ontwikkeling. Onze ouders zouden nu ook met hun ogen knipperen als ze konden zien hoe en onder welke condities en waterdieptes wij nu olie en gas weten te winnen.”
“Heb jij mij dat horen zeggen? Integendeel, ik ben juist een voorstander van duurzame energie mits er winningsmethoden zijn waarvan iedereen blij wordt en de overheid een forse stap terug kan doen met subsidie. Duurzame energie moet de eigen broek op kunnen houden en dat kan. Wind- en zonne-energie zijn mooie aanvullingen op fossiele energie, maar je kunt niet land en water volbouwen met zonnepanelen en horizonvervuilende molens. Daarbij zijn het geen stabiele energiebronnen. Met weinig wind of zon heb je een probleem. We moeten op zoek naar duurzame energie met een stabiele bron.”
“Ik wil niet onbescheiden zijn, maar getijdenenergie is zeker een oplossing. Water stroomt altijd. Het uur tussen eb en vloed kun je compenseren met energieopslag. Ik vertel je geen fabeltje want we zijn al vijf jaar aan het testen met een getijdencentrale onder de naam BlueTec. Ik heb er acht man permanent op zitten. Vergelijk BlueTec maar met een windmolen die je op zijn kop net onder het water houdt. De techniek hou je dus grotendeels boven water waardoor je niet het duurste van het duurste materiaal nodig hebt om continuïteit te bieden. Verder hoef je niet onder water voor onderhoud en boven water zie je alleen een drijvend platform. We hebben net modeltesten gedaan in Frankrijk en gaan nu boven Schotland bij de Orkney Islands een grotere proef van een jaar uitvoeren. Eind 2015 moeten we de resultaten binnen hebben. Die resultaten van een jaar kunnen we extrapoleren om meer te kunnen zeggen over levensduur, opbrengst en onderhoud. Erg belangrijk want alleen als we het zwart op wit hebben, kunnen we stroomproducenten overtuigen van het feit dat getijdenenergie werkt. Zoals we het nu berekend hebben, denken we aan een BlueTec die met twee tot vier turbines 1 tot 3 megawatt kan leveren, en dat is voldoende om duizend tot drieduizend huishoudens van stroom te voorzien. Kun je nagaan wat voor potentieel er ontstaat als we op zee een echte farm kunnen aanleggen van zo’n honderd BlueTecs.”
“Luister. Ik ben een ondernemer. Ik zal nóóit investeren in zaken om alleen maar gewenst maatschappelijk gedrag te vertonen. Met BlueTec kunnen wij een goede boterham gaan verdienen én we bewijzen het milieu er een grote dienst mee. Dat die twee gekoppeld zijn, is toch de droom van iedere ondernemer? Een MVObeleid (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, red.) loslaten op je bedrijf om maar een MVO-beleid te hebben, is in mijn opinie baarlijke nonsens en getuigt niet van zakelijk inzicht. Daarnaast wil ik graag opmerken dat onze core business inderdaad vervuilend kan zijn en zeker is geweest, maar dat wij door wet- en regelgeving met handen en voeten gebonden zijn om vervuiling tegen te gaan, zeker in de noordelijke gebieden zoals de Noordzee waar wij werkzaam zijn. Je hebt om te beginnen je chemicaliënregistratie en het water dat wij van de olie scheiden wordt aan boord gezuiverd tot 2 ppm (parts per million, red.) om dan pas geloosd of terug de bron in gepompt te worden. Niet-commercieel winbaar gas dat vrijkomt bij oliewinning verbranden (f laren) we niet, maar gebruiken we weer om gasmotoren te laten draaien die daar weer elektriciteit mee opwekken. Het f laren is trouwens al geruime tijd verboden en is alleen toegestaan om de eventuele overdruk bij een nieuwe put snel weg te nemen.”
“Dat je een FPSO zo maar van de ene naar de andere bron kunt varen. Een FPSO moet echter voor elke klus speciaal worden uitgerust. Dat heeft alles te maken met de consistentie van de bron. Zit er veel gas of water in de olie, wat is de viscositeit, is de olie zuur of juist basisch en zo zijn er nog tal van factoren waarop het schip moet worden aangepast, voor het aan de slag kan. Vandaar dat onze leasecontracten langdurig zijn en vaak full operational van aard. Wij leasen dus het schip en de bemanning aan de oliemaatschappij. Per dag kost dat afhankelijk van de FPSO en de eisen, tussen de twee en vier ton in dollars. Op dit moment hebben we maar één FPSO die niet full operational wordt geleased. Loopt het contract af en gaat het schip naar een andere bron, dan moet er in de meeste gevallen voor 50 tot 100 miljoen dollar aan verspijkerd worden, wil het schip weer op andere locaties aan de slag kunnen. Het is dus allesbehalve een taxi die van het ene adres naar het andere adres kan rijden.”