Succesvolle outsider in moeilijke offshore markt | Maritiem Nederland
Achtergrond

Léon Overdulve, directeur OOS International:


Succesvolle outsider in moeilijke offshore markt

Antoon Oosting | woensdag 19 oktober 2016
Offshore, Scheepsbouw

Terwijl het in de offshore industrie voor olie en gas momenteel vrijwel overal kommer en kwel is, verraste OOS International uit het Zeeuwse Serooskerke begin augustus de maritieme wereld met de mededeling twee nieuwe grote semi-submersible kraanschepen te laten bouwen. Schepen uitgerust met elk twee kranen bedoeld voor het installeren maar ook ontmantelen van offshore platforms. 

De twee nieuwelingen komen naast twee bestaande half-afzinkbare kraanschepen die OOS International al sinds april 2014 in de vaart heeft en in Brazilië werken voor staatsoliemaatschappij Petrobras. Daarmee zette het bedrijf, tot dan toe waarschijnlijk voor velen in de maritieme sector nog onbekend, zich in één keer op de kaart in het rijtje van Nederlandse offshore installateurs met grote kraanschepen als Allseas, Heerema Marine Contractors en Seaway Heavy Lifting. 

Moeilijke jeugd

OOS International, afkorting van Overdulve Offshore Services, is in 2009 opgericht door Léon Overdulve (47), die na een moeilijke jeugd op zijn zeventiende begon aan een opleiding als matroos. Hij begon zijn loopbaan in de offshore op booreilanden en baggerschepen en werkte zich op tot chief-engineer werkzaam op een snijkopzuiger van NMDC, de nationale baggermaatschappij van Dubai. Op die manier kwam hij terecht in Nigeria waar hij zijn eerste walbaan kreeg als basemanager (vlootmanager).

Het grote voordeel van het werken met een grote drijvende logistieke offshore hub zijn de kosten

“Daarmee kwam ik ook in aanraking met commerciële zaken wat hartstikke leuk was”, vertelt Overdulve op zijn kantoor in Serooskerke, ten tijde van het gesprek nog in het bij Villa Welgelegen behorende koetshuis. Het bedrijf staat op het punt om zijn intrek te nemen in het monumentale hoofdgebouw. De Villa is vroeger een kindertehuis geweest waar Overdulve heeft gezeten als kind. In 2008 besloot hij voor zichzelf te beginnen als consultant voor Nederlandse bedrijven in West-Afrika. Hij wist er naar eigen zeggen ‘een behoorlijk groot contract’ binnen te halen. De marges in de olie- en gasindustrie waren in die jaren nog heel behoorlijk.

Met als uitvalsbasis de Nigeriaanse oliestad Port Harqourt verdiende Overdulve er niet alleen goed maar leerde hij ook het belang van oplossingsgericht denken. “Je moet de problemen bij de klant zien en oplossen voordat ze willen gaan tenderen”, vertelt Overdulve.

Logistiek drama

Zo zat hij in 2009 op een zondagmorgen een stuk te lezen van Jose Sergio Gabrielli, de toenmalige president van Petrobras, over de logistieke problemen bij het tot ontwikkeling brengen van ver uit de kust en dieper liggende olievelden.  “Logistiek zou dat een drama worden. Stel je voor: drie- tot vierduizend mensen die dagelijks met helikopters op en neer moeten worden gevlogen.” Hij bedacht een soort hub, een logistieke offshore basis, “een soort Pieter Schelte maar dan nog veel groter”, zoals hij zegt. Het moest een vaartuig in hoefijzervorm worden, waarin schepen het aan te voeren materieel kunnen lossen, met voldoende opslagruimte voor alle te installeren apparatuur, accommodatie voor wel tweeduizend mensen en twee grote kranen voor de bouw van de onderzeese leidingnetwerken. Bovendien moest het een eigen helikopterhaven met hangar krijgen waardoor helikopters hier ook bijgetankt zouden kunnen worden en er niet meer alleen vanaf de verafgelegen kust hoeft te worden gevlogen.

“Dit idee voor een kunstmatig werkeiland is heel serieus geworden”, zegt Overdulve over zijn geesteskind. In 2010 mocht hij zijn plannen komen presenteren op het Braziliaanse ministerie van energie. Vervolgens hield CENPES, het researchcentrum van Petrobras, het plan tegen het licht en kwam tot de conclusie dat het haalbaar was. Met Dockwise en Wagenborg ging Overdulve aan de slag met de uitwerking van zijn plan en Petrobras begon aan het schrijven van een tender voor jawel, een logistieke offshore hub.

Maar verkiezingen zorgden voor vertraging en toen ook nog de olieprijs instortte, kwam alles op de lange baan terecht. Overdulve heeft de moed nog niet opgegeven. “Sinds kort zijn we bezig om het plan weer te herintroduceren en nu brengen we ook een stuk financiering mee”, vertelt Overdulve. Het grote voordeel van het werken met een grote drijvende logistieke offshore hub zijn de kosten. Met een vaartuig zoals Overdulve dat voor ogen heeft, zou volgens hem minimaal anderhalf miljoen aan kosten per dag kunnen worden bespaard. Economie of scales doet de kosten per persoon verlagen.

Drijvend hotel

Ondertussen was Overdulve wel bij Petrobras op de lijst van suppliers komen te staan en werd hem gevraagd of hij ook een gewoon floatel, drijvend hotel, kon leveren. Hij toog naar China waar hij op scheepswerven diverse drijvende platforms zag liggen. Platforms die vaak zijn afbesteld of waarvan de opdrachtgever failliet is gegaan. “Die werven in China hebben best wel problemen omdat ze die platforms niet meer kwijt kunnen. Toen wij langs kwamen waren we dus ook van harte welkom”, vertelt Overdulve.

‘Wereldwijd gaat decommissioning om een markt van 160 miljard dollar waarvan 56 op de Noordzee. Daarvan blijft genoeg voor ons over’

Hij had alleen nog een probleem op te lossen. “Wij hadden wel een contract voor inmiddels twee floatels maar geen geld. Andersom hebben de Chinezen wel geld maar geen kopers.” Overdulve en zijn medewerkers zochten wereldwijd naar financiering. De Chinezen wilden alles wel financieren maar Overdulve wilde per se zelf operator zijn, ‘baas in eigen huis’ zoals hij dat zelf noemt. “Uiteindelijk zijn wij er heel goed uitgekomen”, aldus Overdulve. De oplossing is dat OOS International de vaartuigen op basis van bareboat-charter huurt. Met Petrobras heeft OOS een contract van twee keer vier jaar, vier vast, vier optie, voor de inzet van beide vaartuigen, de ‘OOS Gretha’ en de ‘OOS Prometheus’.

OOS International had Overdulve al in 2009 opgericht en tot 2013 had hij ‘van achter de keukentafel’ bijna alles zelf gedaan. Overdulve: “Maar toen ik eind 2013 de financiering bijna rond had, moest ik er mensen bij hebben. Dat gaat om ex-collega’s, allemaal mensen die hebben gevaren, en vrienden die soms best wel risico hebben genomen door goede banen op te zeggen.” September 2013 bestond OOS International uit zes man met juridische assistentie die werd ingehuurd en hulp van de ‘boekhouder hier op het dorp’. Overdulve was in 2002 in Serooskerke komen wonen. Daar leerde hij zijn huidige vrouw kennen.

Pas op de plaats

In 2014 dreigde het toch nog even helemaal mis te gaan. Door het vele werk en alle stress rond de oprichting van OOS International werd Overdulve in juni 2014 getroffen door een hersenbloeding. Hij moest even pas op de plaats maken en was twee weken uit de running maar kwam er volledig ongeschonden uit waarmee hij tot de 25 procent gelukkigen behoort. Want zo’n bedrijf opstarten doe je niet van de een op de andere dag. Alles, vaartuigen, al het personeel, ook de staf van OOS International zelf moet worden gecertificeerd om aan te tonen dat ze ook gekwalificeerd zijn. Dat gaat om voor de offshore geldende ISO 9001, ISO14001 en OHSAS 18001 certificeringen. “Het is ons gelukt om dat binnen jaar te halen. Dat is wel echt een unicum”, zegt Overdulve met ingetogen trots. Ondertussen moesten ook de in China gebouwde schepen worden gecertificeerd, bemanning aangeworven en naar Brazilië worden gebracht. Aanvankelijk was het de bedoeling dat dit met de toen gloednieuwe Vanguard van Dockwise zou gebeuren maar uiteindelijk zijn ze gesleept.

En dan is daar nu de opdracht voor de bouw in China van nog eens twee half-afzinkbare kraanschepen die de ‘OOS Walcheren’ en ‘OOS Serooskerke’ gaan heten. Die moeten in 2019 worden opgeleverd. Overdulve wil daarmee in de markt van de decommissioning, het ontmantelen van platforms op zee, stappen. Bang dat Allseas met zijn ‘Pioneering Spirit’ alles van die markt pakt, is Overdulve niet. “Wereldwijd gaat het om een markt van 160 miljard dollar waarvan 56 op de Noordzee. Daarvan blijft genoeg voor ons over”, zegt Overdulve. De grote kracht van de aanpak van OOS International is volgens Overdulve dat zijn schepen aanzienlijk goedkoper te werk zullen kunnen gaan dan de Pioneering Spirit. Die laatste heeft tussen de 3,2 en 3,4 miljard euro gekost terwijl de schepen van OOS International rond de 500 miljoen dollar kosten. Uiteraard doet OOS er langer over maar ook hier geldt het kostenplaatje.

Partners Maritiem Nederland