Janny Kok | dinsdag 28 april 2015
Binnenvaart, LNG
Binnenvaartondernemer Gerard Deen werd begin 2012 onderscheiden als Havenman 2011 voor de bouw en exploitatie van het eerste op LNG varende binnenvaartschip in Europa. Maar die brandstof moet nog steeds per vrachtwagen vanuit Antwerpen worden aangevoerd. De eerste LNG-bunkertanker komt pas volgend jaar in de vaart. Dan zal de Gate terminal een extra havenbekken hebben met een maximum capaciteit van jaarlijks 280 slots. Dat maakt LNG-distributie voor kleinschalig gebruik eindelijk mogelijk.
Ondernemers die LNG en andere zogenoemde renewables in de markt willen positioneren, moeten kennelijk een lange adem hebben. Vraag het maar aan binnenvaartondernemer Gerard Deen en van origine olie- en gashandelsman Peter Goedvolk. De laatste probeerde met zijn eigen onderneming Argos Oil sinds midden jaren 2000 het gebruik van biobrandstoffen op land, binnenwateren en zee te bevorderen, maar vond een niet bepaald faciliterende overheid tegenover zich en een kennelijk te afwachtende markt.
“LNG volgt in de markt het ingroeimodel”, constateert Goedvolk nu. “Zie het als een fiets met zijwieltjes. Als een kleintje daarop goed kan fietsen, kunnen de zijwieltjes weg. Nu grotere partijen nadrukkelijker naar de mogelijkheden van LNG kijken, zoals het Havenbedrijf Rotterdam en andere overheden, zal de LNG-sector op de middellange termijn zeker succesvol zijn.”
In dat vertrouwen durven experts in deze specifieke markt te investeren. Het Havenbedrijf Rotterdam is nauw betrokken bij de bouw van de LNG Break Bulk terminal op de Maasvlakte en de Europese Unie ziet kennelijk ook potentie in LNG. De EU heeft ten minste 34 miljoen euro gereserveerd voor de aanleg van breakbulk terminals in Rotterdam en Gotenburg die als LNG-hub kunnen dienen.
Shell heeft zich bij Gate terminal gemeld als launching customer en test sinds midden maart de potentie van de markt vanuit het eerste LNG-tankstation voor vrachtwagens in Europa. Het station ligt nabij de A15, die een belangrijke route vormt voor vrachtwagens richting België, Frankrijk en het Duitse Ruhrgebied.
Intussen hebben de relatief kleinere spelers Deen Shipping, scheepswerf VEKA Group en investeringsmaatschappij IUVENIS Holding gewerkt aan het project LNG Bunkering Services. Dat moet uitmonden in LNG-distributie in het ARA-gebied. De mannen achter dat project zijn Gerard Deen, Peter Versluis en Ed de Jong: alle drie experts in LNG voor de binnenvaart. Zij werken sinds kort samen met Peter Goedvolk bij de ontwikkeling van een LNG handels- en bunkerbedrijf in het ARA-gebied, met de bouw en exploitatie van de eerste LNG-bunkertanker - ‘LNG Prime’ - als distributiemiddel voor LNG Bunkering Services. Het schip krijgt een laadcapaciteit van ongeveer 1.000 ton LNG en zal in 2016 operationeel zijn.
“De handel in LNG past goed in de opzet van COUNT, een handelshuis dat ik heb opgezet”, zegt Goedvolk over de entiteit die zich bezighoudt met handelsstromen, logistiek en opslag. “Vanuit mijn achtergrond is het logisch dat COUNT zich bezighoudt met handel in biodiesel, LNG en andere commodities zoals cacao en koffie. Het gaat tenslotte om verschillende handelsstromen. Het kan in de ene markt meezitten en in de andere tegen, zoals in de cacaohandel als er een misoogst is. Die tegenvaller kan door de andere markt worden opgevangen. We hebben in alle gevallen te maken met schommelingen in de diverse markten.”
Voor een goed begrip legt Goedvolk voor Maritiem Nederland op een whiteboard uit hoe de handelspoot COUNT en de investeringspoot First Dutch zijn opgezet, waarbij hij meldt dat bij alle activiteiten Rotterdam meespeelt als (haven)plaats ‘waar het allemaal gebeurt’.
Onder de COUNT-vlag vallen handel, logistiek en opslag van commodities en renewables, blending en de investering in de bouw en exploitatie van de LNG Prime. First Dutch is het investeringsvehikel annex consultancybureau van Goedvolk voor deelname aan nationale en internationale projecten. “Ik ben meer een handelsman dan een investeerder”, zegt hij, “maar ik heb inmiddels een groot netwerk, waarin First Dutch een rol kan spelen. Dat kan iets buitengewoons zijn, waarin banken niet zijn geïnteresseerd maar dat wel potentie heeft. Het moet tenslotte wel rendement opleveren. We gaan zeker niet grazen in weiden van andere investeerders.”
Met de uitspraak ‘we willen meer investeren in de vent dan in de tent’ geeft Goedvolk aan dat hij wil investeren in projecten waarbij hij mensen als medeondernemers kan betrekken. Dat blijkt onder meer uit zijn bemoeienis met het LNG Bunkering Services project. De handel in cacao en koffie is ingegeven door diversificatie in het handelspakket te willen. “Wat dat betreft ben ik een soort John de Mol. Daarbij wil ik graag mensen betrekken die expertise meenemen. De ‘cacaomannen’ uit Amsterdam hebben een behoorlijk track record en ik ook.”
Goedvolk doelt daarmee op zijn achtergrond als oliehandelaar, waarmee hij in 1980 begon en in 1984 doorzette onder de handelsnaam Argos. Die onderneming groeide door een reeks fusies en overnames uit tot een van de grootste brandstofhandelaren in Europa. Kennelijk had Goedvolk een wijziging in de strategie voor Argos voor ogen toen hij een jaar geleden het bedrijf aan de Russische investeringsmaatschappij Sistema wilde verkopen. Over de geschatte waarde van 750 miljoen euro wil hij niet veel kwijt, anders dan de constatering dat de verkoop niet doorging.
Uiteindelijk verkocht Goedvolk zijn nog resterende belang van ruim 25 procent in Argos, waarmee zijn rol was uitgespeeld in de onderneming die hij zelf begon. Op het slot van die periode kijkt hij zonder wrok terug. “Ik ga ook niet precies hetzelfde doen als bij Argos, al is er geen concurrentiebeding. Voor mij is het ‘Das war einmal’. Nu gaat het om een breder handelspakket in commodities, al horen olie, gas, biodiesel en andere renewables daar nog steeds bij.”
Dat kan ook niet anders voor een man die gepokt en gemazeld is in de brandstoffenhandel. “De olie heeft vele facetten”, merkt hij op, wat zijn activiteiten verklaard in de zogenoemde renewables en zijn belangen in producerende velden in de Verenigde Staten en Tunesië en Australië.
Goedvolk heeft onder de COUNT-vlag zijn ook bestaande belangen in logistieke bedrijven dichter bij huis weten te vinden, zoals dat in cargadoorsbedrijf S5 aan de Waalhaven in Rotterdam, waar de van de Burger Groep afkomstige Karel Peters prominent aandeelhouder is en de directie voert. Goedvolk heeft tevens aandelen in tankterminaloperator Anaconda, aan de Zevenmanshaven Oost in Vlaardingen. Daar worden naast de bestaande zes brandstofopslagtanks sinds vorig jaar plantaardige oliën en chemische stoffen opgeslagen.
De Raad van State moest eraan te pas komen om het bezwaar van de gemeente Vlaardingen tegen de uitbreiding met onder meer een aantal opslagtanks, een overslagterminal en een steiger ongegrond te verklaren.
Het doorlopen van die procedure zou je onder het kopje ‘negatieve energie’ kunnen scharen. Goedvolk merkt daarover in het algemeen op dat negatieve energie ook ondernemen is: “Maar waar ik nu in zit, geeft me een positieve flow. Ik ben bezig ‘kralen te rijgen’ door te proberen activiteiten aan elkaar te verknopen, zoals die in cacao en koffie. Daardoor kom je in contact met exotische landen, wat fascinerend is.”
Al doende geeft hij een voorbeeld van verandering in de Rotterdamse haven: “Deze moet zich opnieuw uitvinden. Het is goed wat het Havenbedrijf Rotterdam heeft neergelegd in de Visie 2030. Olie zal op termijn worden vervangen en er zullen minder raffinaderijen in Nederland zijn omdat het lucratiever is die activiteiten in het Midden-Oosten te doen. Het momentum voor biobrandstof zal zeker komen, dus is het goed dat de haven zich daarop richt.”