Pieter van Oord, Rotterdams Havenman 2017 | Maritiem Nederland
Achtergrond
Pieter van Oord:

Pieter van Oord, Rotterdams Havenman 2017


Pieter van Oord, Rotterdams Havenman 2017

“Ik onderschat ze niet”, zegt Pieter Van Oord, CEO van de Rotterdamse waterbouwer Van Oord, over de Chinese concurrentie op de internationale baggermarkt. Maar hij zegt zich geen zorgen te maken dat we ze niet aan kunnen. “Want dat kunnen we.” Het businessmodel van de Chinezen is volgens hem nog steeds gebaseerd op lage loonkosten en daar komt volgens hem langzaamaan een einde aan. “Ook hun arbeidskosten gaan stijgen en dan gaat het uiteindelijk om wie de beste technologie heeft en die hebben wij.”

Dat continu werken aan verbetering van de technologie en daarmee de internationale concurrentiepositie van de Rotterdamse baggeraar en de bijzondere inspanningen van het concern in het aanjagen van de nationale energietransitie leverden de CEO eind vorig jaar de titel Rotterdamse Havenman 2017 op. ‘”Wij waren daar aanvankelijk buitengewoon verrast over omdat mijn profiel nu niet direct past bij dat van de gemiddelde havenman. Dat is toch vaak iemand uit de op- en overslag van de haven. Ik ben wat dat betreft natuurlijk wel een beetje een vreemde eend in de bijt.”

Maar tegelijkertijd erkent Van Oord toch ook wel erg betrokken te zijn bij de ontwikkeling van de Rotterdamse haven. “We hebben ‘m voor een groot deel aangelegd.” Samen met Boskalis was Van Oord in de aannemerscombinatie PUMA verantwoordelijk voor de aanleg van de Tweede Maasvlakte en recent heeft PUMA opnieuw 70 hectare opgespoten voor de ontwikkeling van het Rotterdamse Offshore Center. Maar honderdvijftig jaar eerder was een van de voorgangers van Van Oord (Adriaan Volker) al verantwoordelijk voor het uitbaggeren van de Nieuwe Waterweg. En nu is Van Oord dat nog steeds voor een deel van het onderhoud van de haven van Rotterdam.

Grootgebruiker

Van Oord: “Tegelijkertijd zijn wij ook grootgebruiker van de Rotterdamse haven. Zo laten we veel van onze schepen repareren bij Damen Shiprepair Rotterdam of het voormalige Keppel Verolme. En dit jaar gaan we vanuit Rotterdam het Belgische offshore-windmolenpark Norther aanleggen. De fundaties hiervoor laden we bij SIF op de Tweede Maasvlakte.”

Maar de titel was natuurlijk toch vooral te danken aan de rol van aanjager van de energietransitie. Samen met het Havenbedrijf Rotterdam, Shell, Eneco en Siemens was Van Oord in medio 2016 een van de grondleggers van de Transitiecoalitie die zegt zich hard te willen maken voor het versnellen van de energietransitie. “Met de ambitie om te komen tot een CO2-arme economie en CO2-arme haven hebben we misschien wel te maken met de grootste uitdaging van de eeuw”, stelt Van Oord vast.

‘Ambitie om te komen tot een CO2-arme economie en CO2-arme haven is grootste uitdaging van de eeuw’

Wat dat betreft vindt Van Oord de benoeming tot havenman dan ook niet alleen een verrassing maar ook een eer. “Eentje die ik dan ook graag aanneem om de boodschap van de Transitiecoalitie uit te dragen.” Iets waar de initiatiefnemers al behoorlijk in zijn geslaagd met de wijze waarop de beoogde energietransitie ook is opgenomen in het regeerakkoord van de nieuwe regerende coalitie. Van Oord: “We hebben nu een minister van klimaat die werkt aan een Klimaatwet en de opzet van een investeringsfonds voor alle benodigde investeringen om onze klimaatdoelstellingen mogelijk te maken.”

Rol als aanjager

Voor de Transitiecoalitie zelf blijft volgens Van Oord een belangrijke rol weggelegd als aanjager. “Wij moeten als industrie duidelijk maken dat die energietransitie goed voor Nederland is. Het beeld is dat het allemaal heel veel gaat kosten. Onze taak is wat dat betreft te laten zien dat het ook leidt tot heel veel innovatie en nieuwe werkgelegenheid en daarmee tot een grotere mate van bedrijfseconomische activiteit. Het leidt tot nieuwe industrie.”

Als voorbeeld van een land dat er goed in is geslaagd de energietransitie uit te nutten noemt Van Oord Denemarken dat nu een toppositie inneemt op het gebied van windenergie. “Het zou goed zijn wanneer we daar op kunnen inhaken. Kijk naar de Noordzee, dat wordt een echt powerhouse voor Noordwest-Europa met een potentie van meer dan 100 Gigawatt aan energie. Het plan van Tennet en het Havenbedrijf Rotterdam voor een energie-eiland is baanbrekend. Dat gaat de komende 25 jaar gewoon gebeuren”, zegt Van Oord.

Als waterbouwer zit Van Oord als een spin in het web van de energietransitie. Want in de aanleg van alle benodigde infrastructuur voor windmolenparken is Van Oord de afgelopen vijftien jaar uitgegroeid tot een ware specialist. Van Oord leverde tot nog toe vijf windmolenparken turn-key op. Twee zitten voor dit jaar in de pijplijn, het Belgische Norther en Deutsche Bucht en volgend jaar Borssele III en IV.

Complete eilanden

Maar ook in de aanleg van complete eilanden heeft Van Oord natuurlijk veel ervaring opgedaan met de Palmeilanden in de Perzische Golf. “Wat dat betreft zou het best leuk zijn om ook eens een eiland in de Noordzee te kunnen bouwen”, zegt Van Oord. Naast het energie-eiland keert de aanleg van een nieuw Schiphol in de Noordzee ook steeds weer terug in de discussie over terugdringen van de geluidsoverlast van de bestaande luchthaven.

‘Het best leuk zijn om ook eens een eiland in de Noordzee te kunnen bouwen’

Met de aanleg van de windmolenparken is de sector van de offshore windenergie uitgegroeid tot de snelst groeiende derde pijler van het bedrijf. Maar ook de eerste twee, de baggerpoot en de dienstverlening aan de offshore olie- en gasindustrie blijven belangrijk. De offshore olie- en gasindustrie is de afgelopen jaren door een diep dal gegaan maar zal volgens Van Oord de komende twintig jaar nog steeds een belangrijke rol spelen in de energievoorziening van veel landen. Hij voorziet dan ook een geleidelijk herstel van de markt in deze sector.

Nieuwe hopperzuigers

Voor de baggerpoot is het concern bezig met een honderden miljoenen aan investeringen vergend vernieuwingsprogramma waarbij met name het middensegment van hopperzuigers wordt vervangen door nieuwbouw. Dit jaar moeten twee nieuwe schepen van de werf in Spanje komen en Van Oord zegt bezig te zijn met het bestellen van opnieuw een aantal nieuwe schepen. Grote kans dat deze laatste zullen gaan varen op LNG. Het concern bouwt  recent een kraanschip op LNG  bij de werf Neptune in Hardinxveld. “Dat is voor ons een pilot om ervaring met het varen op LNG op te doen. Maar het zou best wel eens kunnen dat LNG de komende decennia de dominante brandstof in de scheepvaart wordt,” zegt de CEO hierover.

Naast de ervaring in het baggeren en de dienstverlening aan de offshore olie-en gassector zou Van Oord de expertise van het aanleggen van windmolenparken buiten de Noordzee willen inzetten. Maar buiten Europa wordt Van Oord steeds vaker geconfronteerd met protectionisme van landen die hun eigen bedrijfsleven willen beschermen. “Voor ons als bedrijf betekent dit dat we onze organisatie steeds vaker zullen moeten lokaliseren. Een lokale organisatie opbouwen dus. In India hebben we dat gedaan. Daar werken nu een paar honderd man met een vloot van drie schepen die we onder Indiase vlag hebben gebracht”, vertelt Van Oord.

Europa mag wakker worden

Alleen in China werkt dat niet. Van Oord: “We hebben drie, vier jaar lang geprobeerd met een kantoor in Shanghai om daar aan de slag te kunnen gaan. Maar dat lukt dus niet.” Wat dat betreft vindt de CEO dat Europa nu wel eens wakker mag worden: “Als wij niet in China mogen werken waarom mogen zij dan wel in Europa werken? Vanuit de reciprociteitsgedachte zou het voor de hand liggen dat de Chinezen dan ook geen toestemming krijgen om in Europa te mogen werken.”

Overigens is Van Oord niet bang dat China met zijn One Belt One Road-politiek de Europese baggeraars compleet van de markt gaat drukken. Daar waar China investeert, leggen ze ook de havens en andere infrastructuur aan. Van Oord: “Ik zit daar duaal in. Enerzijds is het inderdaad een bedreiging voor ons maar ik zie ook een emancipatieproces in landen die helemaal niet willen dat de Chinezen bij hen de dienst uitmaken en de vrijheid willen houden om ook met niet-Chinese bedrijven in zee te kunnen gaan voor de ontwikkeling van hun infrastructuur. Op die manier blijft er voldoende werk ook voor ons.”

Partners Maritiem Nederland