Onrust in de visserij | Maritiem Nederland
Achtergrond
De Noordzeekotter UK-195 Noorderhaaks is de grootste kotter van Urk. Foto: Flying Focus

Onrust in de visserij

Michel Verschoor | dinsdag 14 februari 2017
Visserij

De visserij kampt met drie grote bedreigingen: de aanlandplicht met een dubieus milieueffect, de Brexit en het niet meer kunnen uitruilen van visquota en -gronden en offshore windparken die de visser verdringen. Tijd voor actie.

Er heerst grote onrust onder Noordzeevissers. Hun beste visgronden verdwijnen door windmolenparken en zeereservaten waar niet gevist mag worden. Brexit kan sommige vissers bovendien tot 80 procent van de omzet kosten. En dan is er nog de Europese aanlandplicht. Die schrijft voor dat alle bijvangst, inclusief jonge ondermaatse vis, aan land wordt gebracht. Terwijl die nu nog deels levend terug in zee gaat. “Krankzinnig”, verwoordt visser Job Schot deze kapitaalvernietiging. Nu overheid en ngo’s de sector maar in de wielen blijven rijden, neemt de actiebereidheid toe onder de doorgaans gezagsgetrouwe vissers. Tijdens een demonstratieve vlootschouw van 47 kotters en eurokotters beleefde Rotterdam vorig jaar zomer waartoe de toch sterk gesaneerde kottervloot nog altijd in staat is.

‘Onderhandelaars moeten namens Nederland alles uit de kast halen, anders verdwijnt dit prachtige beroep’

Eendracht Maakt Kracht (EMK), de organisatie van Noordzeevissers, is begin januari gegroeid tot liefst 125 schepen, circa twee derde van de totale kottervloot in Nederland en België. EMK blijkt niet zomaar een clubje opstandige schippers en bemanningsleden waarvan gezegd werd dat het initiatief geen lang leven beschoren zou zijn. Kottereigenaren hebben er een aardige duit aan inleggeld voor over om mee te praten over een passend antwoord op de aanstaande visserijcrisis. Want dat die dichterbij komt, en dat het daarbij aankomt op ‘overleven’, daar zijn de vissers en hun vertegenwoordigende organisaties VisNed en de Nederlandse Vissersbond het over eens.

Schone schijn

Tholenaar Job Schot, eigenaar van de onder Belgische vlag varende eurokotter Z 201, begeleidde de vloot juli vorig jaar over de Maas naar Rotterdam. Als we hem bellen over de laatste stand van zaken, vaart hij in Het Kanaal ter hoogte van het Franse Boulongne sur Mer, waar hij visrechten heeft. Al dagen vaart de Z201 op een ruwe zee. “Hondsmoe worden we van het slingeren en stampen van het schip”, zegt hij. “De vangst is deze week wat aan de magere kant. Maar er is niets te klagen. Het afgelopen jaar was ronduit fantastisch.”

Nog wel, want het kan zo maar de laatste keer zijn dat Noordzeevissers zulke woorden in de mond nemen. De jaarcijfers, met een recordomzet op de gezamenlijke afslagen van ruim 401 miljoen euro, zijn prachtig. Ook de handel gaat prima, met een exportgroei van circa 30 procent sinds 2010. Recent kreeg de sector in Brussel nog wat verruiming van de belangrijkste visquota. Als gevolg van een uitstekende visstand in de Noordzee gingen de TAC’s (Total Allowable Catches) voor o.a. tong, kabeljauw Noorse kreeft, tarbot en griet stuk voor stuk met wat procenten omhoog. Maar schone schijn bedriegt.

“Er komt te veel op ons af”, schetst Schot de situatie. Kwaad bloed zet vooral de Europese aanlandplicht, artikel 15 van het Gemeenschappelijke Visserij beleid (GVB), het verbod op het terugzetten van discards, ofwel bijvangsten ondermaatse vis en niet-verkoopbare soorten. “Vooral het niet meer mogen terugzetten van ondermaatse babyvis kunnen we slecht verkroppen. De maatregel is tegennatuurlijk en ondoordacht. Een deel van deze jonge vis gaat afhankelijk van watertemperatuur, vissoort en andere variabelen, nu, met gebruik van veel zeewater, nog levend terug in zee. Wat het niet redt, wordt gegeten door vogels, zeezoogdieren, vissen en krabben. Onder de discardban moeten wij nu alle vangst aan boord opslaan en aan land brengen. Daar gaat er een emmer giftige rode vloeistof overheen, waarna de bijvangst vernietigd wordt. Waanzin.”

Schot is ervan overtuigd dat zo het kapitaal verdwijnt en dat de uitstekende visstand binnen enkele jaren teniet is gedaan. “Dat kan toch niet de bedoeling zijn.” 

Duurzamer

Europa wil met de aanlandplicht bereiken dat Noordzeevissers selectiever en dus duurzamer gaan vissen. Ook wil Europa data verzamelen voor wetenschappers en beleidsmakers en met de maatregel voedselverspilling tegengaan. Schot: “Terwijl de aanlandplicht exact het tegenovergestelde bereikt. De weg naar duurzaamheid is bovendien al lang en breed ingezet. De vloot is gehalveerd en de vangstquota zijn streng en afgemeten, waardoor de vangstcapaciteit met de helft is afgenomen. Vandaar het historisch hoge niveau in de platvisbestanden. Een visserman is er tegenwoordig ook alles aan gelegen zo weinig mogelijk bijvangst aan boord te krijgen. Dus zetten we als sector in op selectiever vissen met aangepaste maaswijdtes, ontsnappingspanelen en nieuwe vistuigen, zoals Sumwing, Ecorollbeam, Aqua planning gear, Twinrigg, al dan niet in combinatie met pulstechniek.” Vorig jaar werd zelfs het hightech vissersschip MDV 1 Emanuel verkozen tot Schip van het Jaar. Noordzeevissers lopen voorop in de wereld, wil Schot maar zeggen, en dat werpt al tijden vruchten af.

Brexit is de andere dreiging die Noordzeevissers boven het hoofd hangt. Met het verlaten van de EU door Groot-Brittannië zal het Verenigd Koninkrijk in de Brexit-onderhandelingen waarschijnlijk Britse visgronden en vangstquota terugeisen. In het Engelse gebied vist al jaren een groot deel van de Nederlandse en Belgische vissersvloot. De onzekerheid onder vissers is groot nu er steeds meer gesloten gebieden bijkomen.

Veel Urker kottervissers zijn voor 50 tot 80 procent van hun platvisomzet afhankelijk van Brits territoriaal water, blijkt uit recent onderzoek. Ook Zeeuwen als Cas Caljouw maken gebruik van Brits viswater. Vooral in de winter. “We waren na alle saneringen net in rustig vaarwater gekomen”, vertelde hij in de regiokrant PZC, “maar nu voelen we ons als schip zonder roer.” Caljouw, lid van het EMK-bestuur, is somber. “Na de Brexit blijft er waarschijnlijk maar een klein stukje voor ons over. Daar moeten dan 120 schepen vissen.” Hij hoopt dat onderhandelaars voor Nederland ‘alles uit de kast halen’, anders ziet hij het somber in. “Mijn grootvader viste, mijn vader viste. Het zou verschrikkelijk zijn als dit prachtige beroep kapot gaat.”

Zeereservaten

Dat dit staat te gebeuren is geen onrealistische gedachte. Naast windmolenparken en Brexit verliezen kottervissers ook territorium door gebiedssluiting in Marine Protected Area’s, ofwel zeereservaten in door Europa aangewezen Natura-2000 gebieden, een lang gekoesterde wens van ngo’s. Op de nominatie staan onder andere De Doggersbank, De Klaverbank, De Centrale Oestergronden en het Friese Front, en die behoren nu juist tot de rijkste visgronden. “De familiebedrijven in de zeevisserij zien hun visgronden overal tot verboden gebied verklaard”, zegt Johan Nooitgedagt, voorzitter van de Nederlandse Vissersbond. “Vissers zijn het kind van de rekening.” Urker visserijadviseur Klaas-Jelle Koffeman, die over de vloer komt bij ngo’s, ziet wel waar het aan schort. “De samenleving eist dat we goed bezig zijn met het milieu, maar die samenleving moet ook accepteren dat vissers hun brood willen verdienen. Ecologische en economische duurzaamheid moeten hand in hand gaan.”

De prijs die vissers, betalen wordt nog hoger door de aanleg van een eindeloze reeks windmolenparken, waarbinnen ook niet gevist mag worden. “Offshore windfarms schieten als paddenstoelen uit de grond”, ziet Job Schot. Twintig windmolenparken telt de Noordzee op dit moment. Nederland telt er drie, te weten Prinses Amaliawindpark met zestig turbines, Noordzeewind en Luchterduinen met samen 79 molens. Er staan er nog zeker veertien gepland door de Noordzeelanden, waaronder Gemini met 150 turbines en Borssele 1 tot 4 met een nog onbekend aantal molens. Daar zal het niet bij blijven, gezien de investeringen die minister Kamp in het verschiet heeft.

De Nederlandse Vissersbond en collega-organisaties VisNed pleiten door medegebruik van ruimte op zee, een wens die eind vorig jaar werd geruggensteund door lokale VVD-fracties in de belangrijkste visserijsteden. “In Britse windparken mag ook gevist worden”, zegt NVB-secretaris Derk Jan Berends, die belast is met dit dossier. “Daar zijn kabels zo diep ingegraven, dat er geen gevaar is voor het opvissen ervan.”

Twijfel heerst er ook of wind wel toekomst heeft. “Zonne-energie wordt goedkoper dan wind op zee”, zegt Nooitgedacht. “Het kabinet kan wat ons betreft beter stoppen met het voldouwen van de Noordzee en het IJsselmeer.” 

Ramkoers

De Tweede Kamer trok zich eind vorig jaar het lot van de Noordzeevissers aan. Een Kamermeerderheid steunde de wens de aanlandplicht op te schorten tot duidelijk is hoe Brexit zich ontwikkelt. Toch was de uitkomst teleurstellend omdat staatssecretaris Van Dam de wens naast zich neerlegde. De vissers liggen inmiddels op ramkoers blijkt op hun Facebooksite EMK-vissers en op Twitter @EMK2017.

Hun verontwaardiging is vergelijkbaar met die van veel boeren, die door alle regelgeving en maatschappelijke wensen door de bomen het bos niet meer zien. De maatregelen raken bovendien niet alleen hun broodwinning, maar ook de aanvoer, verwerking en handel van vis. Daarmee kan de volledige sector, goed voor circa 0,2 procent van onze nationale toegevoegde waarde, op termijn in de gevarenzone komen.

De vissers voelen de bui hangen en beraden zich eind januari op acties. De petitie tegen de aanlandplicht op www.antidiscardban.eu heeft rond deze tijd alvast de gewenste 10.000 handtekeningen bereikt.

Partners Maritiem Nederland