Fries Heinis | maandag 7 juli 2014
Maritieme Cluster
Met de wereld als proeftuin blijven Nederlandse waterbouwers hun kennis vergroten.
Recent stond een uitzending van Nieuwsuur geheel in het teken van de waterbouw. En dat was niet omdat er in Nederland een dijk was doorgebroken. Aanleiding was de toenemende vraag vanuit het buitenland naar Nederlandse waterbouwexpertise.
De aandacht uit het buitenland is overigens niet nieuw. Die bestaat gelukkig al decennia. Af en toe wordt de aandacht versterkt na een kleine of grote ramp, of bij een bestaande behoefte aan waterbouwkundige werken. Deze aandacht was direct te herleiden op de overstromingen dit voorjaar in Engeland en het recente werkbezoek van minister Schultz aan Indonesië.
Gelukkig blijft het niet alleen bij aandacht. Waterbouwers zijn uiteraard blij met alle goede reclame voor de sector. Maar de bedrijven willen - hoe kan het ook anders - bovenal graag geld verdienen. Dat lukt dan ook aardig, getuige de resultaten van de internationaal opererende waterbouwers. En die resultaten, zo wordt gelukkig bij steeds meer mensen duidelijk, worden in de waterbouw niet alleen verdiend door kennis te delen, maar vooral door dingen te bouwen. Laat dat nou net iets zijn waar de aannemers in de waterbouw erg goed in zijn. Om de woorden van het voormalig boegbeeld van de Topsector Water Koos van Oord aan te halen: ‘kennis, kunde, kassa’.
In de uitzending van Nieuwsuur dus volop aandacht voor de kwaliteiten van de Nederlandse waterbouwers. Aan de hand van voorbeelden uit het buitenland werden de kwaliteiten van de bedrijven onderbouwd. Gelukkig kwam in het verhaal ook een Nederlands werk voor: de versterking van de kust bij Petten. Laat dit nou juist een werk zijn waar de wederkerigheid van de export zich uitbetaalt. De kennis en kunde die de bedrijven in het buitenland opdoen, kunnen net zo goed in Nederland worden toegepast. Zo is de praktijk overigens de laatste jaren.
De waterbouwers zijn blij met de wederkerigheid van export en import. Het is allang niet meer zo dat we eerst iets in Nederland moeten bedenken en maken, om het vervolgens in het buitenland te verkopen. De kracht zit ‘m in de combinatie. Voor de waterbouwers is de wereld de proeftuin.