Erik van Huizen | dinsdag 19 maart 2019
Zeevaart, KVNR-lid aan het woord
In de actualiteitenrubriek ‘KVNR-lid aan het woord’ komt telkens een rederij aan het woord die lid is van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders. ‘Connecting Europe for a sustainable future’, is de visie van Stena Line en verduurzamen staat volgens Annika Hult, Trade Director North Sea van Stena Line, bij het bedrijf hoog aangeschreven.
De scheepvaart moet verduurzamen en vaak wordt daarbij de nadruk gelegd op het besparen van brandstof. Maar volgens Annika Hult gaat het om veel meer dan alleen brandstof besparen. Ook andere zaken spelen nadrukkelijk mee, het is een ‘sustainable journey’. Hult doet deze reis in deze rubriek uit de doeken, net als hoe Stena Line omgaat met de komende Brexit.
Stena Line heeft op de Noordzee acht schepen varen op vier verschillende routes waarbij de Stena Hollandica en de Stena Britannica de grootste schepen zijn. Deze twee schepen kunnen zowel passagiers, auto’s als vracht meenemen, de andere zes zijn pure vrachtschepen. Wekelijks gaan er zo’n 80 afvaarten vanuit Hoek van Holland en Rotterdam naar het Britse Harwich en Killinghome en terug. Vorig jaar vervoerden deze acht schepen in totaal bijna 540.000 vrachteenheden, 760.000 passagiers en 165.000 auto’s van en naar het Verenigd Koninkrijk.
Verduurzamen staat volgens Hult bij het bedrijf hoog aangeschreven. Zo was Stena Line de eerste in Nederland met de realisatie van walstroomaansluitingen, waardoor de schepen na het aanleggen de motoren kunnen uitschakelen om zo de uitstoot en het brandstofverbruik te verminderen.
Daarnaast kijkt Stena Line onder meer naar het varen op methanol en batterijen. Zo maakt methanol al sinds vier jaar deel uit van de brandstofmix op de Stena Germanica, die vaart tussen Göteborg en Kiel. De Stena Jutlandica, de ferry die vaart tussen Göteborg en Frederikshaven, is uitgerust met batterijen met een capaciteit van 1 MWh. Deze batterijvoeding wordt ingeschakeld voor de boegschroeven en het manoeuvreren bij aanleggen in de haven. Later krijgt de Jutlandica 20 MWh aan batterijen om te kunnen varen in de haven en tot ongeveer 10 zeemijl. Met de uiteindelijke installatie van 50 MWh moet de Jutlandica 50 mijl kunnen varen.
Ook onderzoekt Stena Line het gebruik van artificial intelligence. Het systeem is als pilot project geïnstalleerd op de Stena Scandinavica. Het model simuleert verschillende scenario's voordat de meest optimale instellingen voor route en prestaties worden voorgesteld, met als uiteindelijk doel een optimale vaarroute in combinatie met brandstofbesparing.
Maar het varen op duurzame brandstoffen is voor Stena Line slechts één van de middelen om haar ‘sustainable journey’-programma te realiseren. Waarbij de onderneming vier van haar duurzaamheid onderdelen gekoppeld heeft aan de ‘sustainable development goals’ van de Verenigde Naties. Naast schone energie zijn de andere aandachtsgebieden: goede gezondheid en welzijn (voor zowel haar klanten als medewerkers), een verantwoorde consumptie en het leven onder water.
“Onze grootste schepen nemen al gauw 1200 passagiers mee, dus is er ook veel afval”, vertelt Hult. “Het is belangrijk hoe we daar mee omgaan, hoe we het kunnen reduceren en recyclen. Dus letten we ook bij het inkopen op het milieuaspect. Zo kijken we naar het gebruik van plastic en hoe we dat kunnen terugbrengen, onder meer door alle tassen in onze winkels te laten vervaardigen van volledig afbreekbaar biomateriaal.”
‘Bij een harde Brexit kunnen de wachttijden vanwege douaneformaliteiten flink oplopen’
Onlangs werd aan de ‘sustainable journey’ het aandachtsgebied Equality & Inclusion toegevoegd. “Het is een belangrijke stap om een leidende positie te verwerven in duurzame scheepvaart. Hierbij gaat het erom hoe we omgaan met onze medewerkers en zij op hun beurt met de collega’s. We willen een bijdrage leveren om de hele maritieme industrie nog aantrekkelijker te maken en een sector te creëren die op alle niveaus diversiteit toejuicht. Niet in de laatste plaats ook voor vrouwen. Als marktleider hebben we ambities, zo willen we het aantal vrouwen in leidinggevende posities verhogen.”
Met duurzaamheid is Hult als bestuurslid ook binnen de KVNR actief. Waar nadrukkelijk gekeken wordt naar de balans tussen duurzaamheid versus commerciële haalbaarheid. Maar ook in andere dossiers speelt de redersvereniging volgens Hult een duidelijke rol. Bijvoorbeeld met de ontwikkelingen rond de Brexit. Want het besluit van het Verenigd Koninkrijk om de Europese Unie te verlaten, kan grote gevolgen hebben voor het handels- en goederenverkeer tussen Europese landen en het VK. Zeker bij een ‘harde-Brexit’. De wachttijden kunnen dan vanwege douaneformaliteiten flink oplopen.
De voortdurende onzekerheden rond de Brexit veroorzaken zorgen bij Hult. “We hebben als Stena Line en als KNVR deze zorgen de laatste jaren ook geuit in het Verenigd Koninkrijk en binnen de Europese Unie. We zijn veelvuldig met alle stakeholders en overheden in gesprek. En dat ontwikkelt zich zeker in Nederland goed. Het gaat dan vooral om de operationele aspecten. Sinds 1993 zijn er aan onze grenzen geen douanecontroles met het Verenigd Koninkrijk meer en hebben we de efficiency kunnen verbeteren. Het is een naadloos logistiek proces geworden. Als dan ineens de spelregels veranderen, kan het wel eens moeilijk worden. Het is vooral zaak om een goede doorstroming te behouden. Daarbij zijn duidelijkheid en de factor tijd heel erg belangrijk. Zorgen dat al het papierwerk vooraf goed is geregeld en er voldoende inspectie- en keuringslocaties opgezet zijn zodat er geen onnodige vertraging bij het uiteindelijke inschepen ontstaat. Dat is niet alleen voor Stena Line van belang, maar ook voor de overheden en de hele logistieke keten.”
Een ander belangrijk punt bij de Brexit is volgens Hult dat dezelfde regels blijven gelden voor alle landen, het zogenoemde level playing field. “Het moet dus niet gebeuren dat verschillende Europese landen straks andere bilaterale afspraken gaan maken. Want dan concurreer je niet meer op dezelfde voorwaarden. Maar ook dat houden we als KVNR goed in de gaten. Het is als maritiem cluster belangrijk om te blijven praten met één stem, zowel in Nederland als internationaal. Hierbij hoort natuurlijk ook dat Nederland een goed vestigingsklimaat voor reders moet hebben met een goed functionerend en zichtbaar scheepsregister. Want de Nederlandse reders moeten wel competitief kunnen blijven. Wat dat betreft speelt de KVNR een belangrijke rol.”