‘Jachten lopen voorop in efficiencyverbetering’ | Maritiem Nederland
Achtergrond
Royal Huisman bouwde de 'Ethereal' met twee hybride voortstuwers, elk bestaande uit een diesel- en elektromotor.

Chris van Hooren, technisch directeur SYBAss:


‘Jachten lopen voorop in efficiencyverbetering’

Hans Buitelaar | donderdag 30 april 2015
Jachtbouw & Watersport

Milieumaatregelen en veiligheidseisen voor koopvaardijschepen gelden ook voor grote jachten. Maar zonder vracht en met heel andere vaarprofielen passen de jachten vaak minder goed binnen die regels. SYBAss-directeur Chris van Hooren ijvert voor de positie van grote jachten in de regels, waar de geest van de wet moet leiden tot een andere letter.

De regels van de internationale scheepvaartautoriteit IMO, die zijn opgesteld voor koopvaardijschepen op zee, zijn vaak moeilijk toepasbaar op jachten. De maximale uitstoot per vervoerde ton vracht, het minimale vloeroppervlak voor de bemanningsverblijven, regels over het zuiveren van ballastwater: het zijn maar een paar voorbeelden van voorschriften die verstrekkende gevolgen hebben. “Maar deze schepen verschillen zo veel van koopvaardijschepen, dat een rechtstreekse vertaling van de normen voor beroepsvaart naar eisen die aan jachten worden gesteld, niet altijd mogelijk is.” Aan het woord is Chris van Hooren (68), technisch directeur van SYBAss, Superyacht Builders Association. Deze belangenorganisatie van werven die jachten bouwen van langer dan 40 meter telt 26 leden wereldwijd. Ze pleit voor geschikt maken van scheepvaartregels voor de categorie jachten, zodat het doel: een schone en veilige vaart met goede arbeidsomstandigheden voor de bemanning, wordt bevorderd.

‘Niet lang geleden kreeg ik in de IMO wandelgangen nog te horen: ‘No exceptions for millionaires!’ Een begrijpelijke, maar misplaatste reactie’

“We hebben onderzoek gedaan naar het feitelijk gebruik van grote jachten”, licht Van Hooren toe. “Daaruit bleek dat een gemiddeld jacht van deze grootte, langer dan 40 meter, jaarlijks maar zo’n 300 uur daadwerkelijk vaart, waarvan een groot gedeelte op hooguit 20 procent motorvermogen. Slechts gedurende korte periodes wordt het volle motorvermogen aangesproken, bijvoorbeeld om na een dag rustig varen weer snel in de haven terug te zijn.”

Ontwerpsnelheid

De onlangs van kracht geworden uitstootnorm EEDI bepaalt dat schepen - in stappen - 30 procent minder CO2-uitstoot mogen veroorzaken per afgelegde zeemijl en per vervoerde ton vracht of per bruto ton (GT) voor schepen die geen lading vervoeren. De norm wordt opgesteld voor de uitstoot op ontwerpsnelheid. “Nu wordt die snelheid hooguit 5 procent van de tijd gevaren”, verduidelijkt Van Hooren. “Het is voor deze schepen logischer te kijken naar de uitstoot tijdens het geheel van de operationele inzet.”

“Het vaarprofiel van grote jachten proberen we met SYBAss duidelijk te maken in het overleg met IMO. We komen met voorstellen om regels zo te ontwerpen dat deze ook toepasbaar zijn voor jachten”, vervolgt Van Hooren. Aandacht voor innovatie en uitstootvermindering zijn bijna standaard bij de ontwikkeling van grote jachten. “Stel dat je met je grote boot voor anker gaat in de baai van Monaco en uit je schoorsteen komt een dikke zwarte rookwolk. Dan schaam je je toch?”

Royal Huisman heeft grote stappen gezet met de ontwikkeling van het duurzame zeiljacht ‘Ethereal’. Ook Feadship werkt aan het toepassen van hybride voortstuwing, waarbij de boot langzaamvarend puur elektrisch wordt aangedreven en de dieselhoofdmotor alleen voor het varen op hoge snelheid aan hoeft. Voor halfglijders boekte Heesen flinke vooruitgang met de toepassing van de door Van Oossanen ontwikkelde FDHF rompvorm en ‘Hull Vane’.

Vroeg stadium

Sinds 2013 heeft SYBAss als NGO ‘full consultative status’ bij IMO. Dat houdt in dat de zeevaartautoriteit erkent dat de associatie een significante internationale groep vertegenwoordigt. Van Hooren: “Dit geeft ons de mogelijkheid om in een vroeg stadium van besluitvorming over nieuwe regels onze visie op de regels kenbaar te maken. Zo voorkom je dat internationale voorschriften al zijn vastgesteld voordat de implicaties voor grote jachten zijn bekeken. Een voorschrift dat eenmaal is vastgesteld achteraf veranderen is veel moeizamer.”

“Binnen de IMO gelederen begint het besef door te dringen dat de jachten waarover wij praten complexe schepen zijn met professionals aan boord. De acceptatie voor aanpassingen in de regels die toepassing op jachten mogelijk maken, is er echter nog niet altijd. Niet lang geleden kreeg ik in de IMO wandelgangen nog te horen: ‘No exceptions for millionaires!’ Een begrijpelijke, maar misplaatste reactie. Het gaat er niet om dat eigenaren van jachten en de werven die ze bouwen, niet aan de regels willen voldoen. De letter van de regel is nu eenmaal vaak minder geschikt voor toepassing op jachten.”

De nieuwste emissievoorschriften die gelden in ECA’s (emission control area’s) beperken onder meer het gehalte stikstofoxide in de uitlaatgassen. Om dat te halen moet een SCR (Selective Catalytic Reduction) installatie in de motorkamer worden ingebouwd. De huidige SCR’s zijn ontwikkeld voor grote schepen. Aangezien het op jachten meestal woekeren is met de ruimte, stelt dat werven voor een probleem. “Gelukkig hebben we voor jachten tot 500 GT vijf jaar uitstel van de Tier III NOx eisen kunnen bewerkstelligen.”

Ballastwater

Een volgende opgave is het verzorgen van een zuiveringsinstallatie voor ballastwater. Een beperkt aantal jachten neemt ballastwater in om de boot rechtop te trimmen wanneer de brandstoftanks leeg raken. Binnenkort mag ballastwater niet zomaar worden geloosd, maar moet het worden gezuiverd.

Ook nu weer zijn goedgekeurde installaties in eerste instantie ontwikkeld voor vrachtschepen die grote hoeveelheden ballastwater moeten behandelen en daardoor veel ruimte vergen. Uit onverwachte hoek kwam een oplossing. “De baggerschepen van Van Oord nemen relatief geringe hoeveelheden ballastwater in en werken meestal in kustgebieden, gebieden die het meest gevoelig zijn voor ecologische effecten van geloosd ballastwater. Voor dit type schepen heeft Van Oord een compacte installatie ontwikkeld voor het monitoren en eventueel behandelen van drinkwater dat als ballastwater wordt gebruikt. IMO heeft deze installatie een type ‘approval’ toegekend. We wijzen nu onze leden erop dat deze oplossing ook goed past bij grote jachten. Wellicht valt een licentie op het Van Oord systeem te overwegen.”

Bemanningsverblijven

Eerder speelde de kwestie van eisen aan bemanningsverblijven die de internationale arbodienst ILO vaststelde. Het zou betekenen dat de bemanningsverblijven aan boord zoveel ruimte zouden innemen dat de eigenaar en zijn gasten in een klein hutje terecht moesten. Door onderhandelen met vlaggenstaten is SYBAss erin geslaagd een ‘substantial equivalent’ oplossing voor de jachten af te spreken. Nu de aangepaste regel voor jachten wordt toegepast, blijken werven er goed mee uit de voeten te kunnen. “Ik hoor althans geen klachten meer”, meldt Van Hooren.

Partners Maritiem Nederland