'Het mooie van ons vak is dat je iets ziet ontstaan' | Maritiem Nederland
Achtergrond

Jan Schaart, directeur Nederland Van Oord:


'Het mooie van ons vak is dat je iets ziet ontstaan'

Karin Broer | woensdag 15 juni 2016
Baggeren, Van Oord

Na veertig jaar in de baggersector neemt Jan Schaart aan het eind van dit jaar afscheid als directeur Nederland van Van Oord. Een interview over de hoogtijdagen in Dubai, ingewikkelde contracten en zijn liefde voor het vak. “Het maken, het zien ontstaan, de projecten in Dubai, Singapore en Hong Kong, maar ook de dijk tussen Hagestein en Opheusden, daar word ik blij van.”

Wat sprak hem aan in de baggersector toen hij jong was? Jan Schaart vindt het op deze warme voorjaarsnamiddag in het hoofdkantoor van Van Oord aan de Maas een lastige vraag. Het rolt zo, zegt hij herhaaldelijk. “Water, zand, dat heeft me altijd aangesproken. In mijn familie werkten mensen in de scheepvaart en bij werven, dat heeft misschien een rol gespeeld. Maar op de middelbare school twijfelde ik nog tussen geneeskunde en civiele techniek.”

‘Vroeger gingen we bij dijkverzwaring gewoon rechtdoor, gelukkig doen we dat niet meer. Nu is landschappelijke inpassing heel belangrijk’

Het werd civiele techniek, en het werd de wereld van baggeren. Een keuze die zou passen, zo blijkt uit zijn enthousiasme voor zijn projecten. Na een start bij Boskalis, kwam hij in 1988 bij Van Oord terecht. Hij reisde de wereld over: veel projecten in het Verre Oosten, Hong Kong, Singapore. In 2003 verhuisde hij met familie naar Dubai.

Hij begint met glimmende ogen te vertellen over de omvang van de projecten toen. “Palm Deira, dat was in 2005 een contract voor 2,5 miljard euro. Totaal was daar 1,2 miljard kubieke meter zand voor nodig. 1,2 miljard kubieke meter zand! Dat is niet meer voor te stellen. Dat is een muur van 1 meter breed, 30 meter hoog de hele evenaar rond. Dat zou het moeten worden. Uiteindelijk is het niet volgens plan uitgevoerd, maar er wordt nog steeds aan gebouwd.”

“Alles bij elkaar was het een heel bijzondere ervaring en ik zou het zo weer doen. Het was ook boeiend de hele organisatie daar op te zetten. We begonnen met een klein clubje, maar al gauw hadden we daar vijftien stuks equipment rondvaren en werkten we met meer dan duizend man.”

Na vijf jaar kwam hij terug naar Nederland. In 2011 volgde zijn benoeming als area directeur Nederland en België.

Een grote overgang?

“Ja, want ik had eigenlijk heel weinig projecten in Nederland gedaan. Ik was de Nederlandse contracten niet gewend. En het reizen veranderde: niet meer naar Schiphol, maar met de auto het hele land door.”

Op welke projecten bent u trots?

“Wat hier aan de muur hangt (een enorme luchtfoto, red.), de Hondsbossche en Pettemer Zeewering, dat vind ik een heel mooi project. De 11 kilometer lange harde dijk ligt er nog steeds, maar daarvoor ligt nu een zandpakket, bestaande uit een strand, duinenrij en een natuurgebied. We hebben het zelf ontworpen en alles aangelegd, tot en met de paaltjes en de hekjes.”

Hoe sleep je zo’n groot contract voor aanleg, beheer en onderhoud in de wacht?

“Een tenderteam van ontwerpers, morfologen, allerlei deskundigen, heeft er een jaar aan gewerkt. De natuurzone laten we de eerste tien jaar met rust, die belofte konden we geven aan Rijkswaterstaat. En dat betekende een belangrijk voordeel in de aanbesteding. Het ontwerpen gebeurde in voortdurende dialoog met de opdrachtgever. En daarnaast zijn er heel veel gesprekken met allerlei betrokkenen geweest, met bewoners, strandtenthouders, enzovoort.”

Een heel andere wereld dan Dubai

“Ja, dat is een groot verschil. Ook in Dubai was je wel lang met contracten bezig. Maar ik heb daar ook meegemaakt dat ze ‘s avonds belden of we morgen nog iets aan een strand wilden doen. Contract? Dat contract dat komt nog wel. De Nederlandse contracten, met al die details, dat is vrij uniek in de wereld. Maar ik heb de indruk dat Nederland daar voorop bij loopt en dat andere landen gaan volgen.”

Projecten van het rijksprogramma Ruimte voor de Rivier (waarbij onder andere door het verdiepen van uiterwaarden en het verleggen van dijken rivierwater meer ruimte krijgt), zijn om andere redenen gecompliceerd. “Neem de dijkverbetering bij Hagestein en Opheusden. Om te voldoen aan alle eisen en de dijk zo te versterken dat het binnen de kaders van de omgeving past, dat - laat ik me voorzichtig uitdrukken - is gecompliceerd. Bij zo’n project kom je in de loop van het proces dingen tegen die niet voorzien waren.”

De bijzondere vleermuizen? Natuurwaarden?

“Ook. Niet-gesprongen explosieven, het kan van alles zijn. Vroeger gingen we bij dijkverzwaring gewoon rechtdoor, gelukkig doen we dat niet meer. Nu is landschappelijke inpassing heel belangrijk, omgevingsmanagement, dialogen aangaan met de omgeving, dat hoort er nu bij.”

Heel veel projecten doen jullie in samenwerking met andere bedrijven, waarom?

“Soms omdat onze expertise aanvullend is, wij voeren bijvoorbeeld in combinatie het Knooppunt Hoevelaken uit en het baggerwerk voor de Zeesluis IJmuiden. Dat doen we veelal om risico’s te spreiden, maar ook vanwege de inzet van materieel. We hebben in een joint venture de Maasvlakte 2 gedaan. Voor dit project moest een groot aantal schepen tegelijk ingezet worden. Dat hadden we ook alleen kunnen doen, maar dan moet je alles naar Nederland halen, alles naar één plek. Dat willen we niet. Hoewel… destijds in Dubai was het in de rest van de wereld behoorlijk leeg.”

Heeft de Nederlandse markt een speciale status voor Van Oord?

“Sommige dingen doen we niet in de rest van de wereld: zoals Knooppunt Hoevelaken, Ruimte voor de Rivier-projecten, dijkversterkingen en kleinschalig baggerwerk met kraanschepen. Nederland is onze thuisbasis, hier leiden we de mensen op. Belangrijk is ook dat we hier bezoekers wat kunnen laten zien. Onlangs hadden we een delegatie uit Engeland over de vloer, geïnteresseerd in flood protection. Met die delegatie zijn we gaan kijken naar Ruimte voor de Rivier-projecten, zoals de Overdiepse Polder en Munnikenland.”

De omzet voor Nederland van Van Oord daalde in 2015 ten opzichte van 2014. Hoe ziet 2016 eruit?

“We hebben de afgelopen tijd een aantal grote projecten uitgevoerd, denk aan Maasvlakte 2, Grensmaas, de Hondsbossche Zeewering. Ik denk dat het de komende periode wel eens wat minder kan gaan. Hoewel er een aantal grote tenders op de markt komen zoals Sluis Terneuzen, Blankenburgtunnel en A16 Rotterdam. Het gewone kustonderhoud blijft. Maar al met al denk ik dat er minder grote projecten in het verschiet liggen.”

Hoe is de verhouding met de Nederlandse overheid?

“De verhouding opdrachtgever-opdrachtnemer is onlangs vastgelegd in de Marktvisie van Rijkswaterstaat. Ik ben voorzichtig optimistisch gestemd. Als Vereniging van Waterbouwers (Schaart is vicevoorzitter, red.) hebben we actief bijgedragen aan deze marktvisie. Het is vooral van belang in gesprek met elkaar te blijven. Maar het moet ook dieper de organisatie in, het gaat om houding en gedrag. Dus, zonder meteen op je strepen te gaan staan of te dreigen met de rechter. We moeten er met elkaar zien uit te komen en elkaar in waarde laten. Dat zit in de marktvisie.”

Is het materieel veel veranderd tijdens uw carrière?

“Een cutterzuiger is nog steeds een cutterzuiger, maar hij werkt wel veel efficiënter, heeft veel meer vermogen. Ook processen zijn verbeterd, daar heb ik vooral aan het begin van mijn carrière veel aan gedaan. De ‘Biesbosch’, de nieuwe cutterzuiger die we in IJmuiden gaan gebruiken, werkt veel sneller en efficiënter. En bijvoorbeeld de accommodatie op onze grote zelfvarende cutterzuiger, deze is op luchtveren geplaatst, daar zit nu een zekere flexibiliteit in, waardoor verblijf aan boord aangenamer is. Je ligt nu niet meer te ‘schudden’ in je hut. Maar het blijft een cutterzuiger. De baggermolen, die gebruiken we niet meer, ja dat is veranderd.”

Waar bent u trots op?

“Het maken, het zien ontstaan, de projecten in Dubai, Singapore en Hong Kong, maar ook de dijk tussen Hagestein en Opheusden en Maasvlakte 2, daar word ik blij van. Dat is het mooie van ons vak, dat je iets ziet ontstaan. Toen we bij de Hondsbossche en Pettemer Zeewering bezig waren en die schepen liggen te blazen. Ja, we hebben toen heel wat toeschouwers op de dijk gehad. Dat blijft mooi.”

Partners Maritiem Nederland