Forse capaciteitsuitbreiding voor Kanaal Gent-Terneuzen | Maritiem Nederland
Achtergrond
De capaciteit van de huidige sluis bij Terneuzen is onvoldoende om de grootste schepen door te laten.

Forse capaciteitsuitbreiding voor Kanaal Gent-Terneuzen

Jan van den Berg | vrijdag 22 mei 2015
Havens

De haven van Gent moet bereikbaar worden voor grotere schepen. Hiervoor geven de Belgische en Nederlandse overheid de komende jaren 2 miljard euro uit. De werkzaamheden vinden vooral in Nederland plaats, het overgrote deel van de financiering komt voor rekening van de Belgen.

Als we in Nederland praten over een mainportfunctie, dan gaat het vrijwel altijd over Schiphol en de havens van Amsterdam en Rotterdam. Maar Nederland speelt ook een essentiële rol in de toegang tot de twee grootste havens van België, te weten Antwerpen en Gent.

Gent is sinds 1827 via een 32 km lang kanaal verbonden met Terneuzen, waar schepen via een sluis de Westerschelde kunnen opvaren. Het kanaal is altijd meegegroeid met de toenemende omvang van de koopvaardijschepen. Daardoor heeft de Gentse haven zich kunnen ontwikkelen tot een gebied waar jaarlijks zo’n 48 miljoen ton wordt overgeslagen, vooral in de vorm van minerale en agribulk. Zo is Gent de grootste Europese haven voor de overslag van graan (4,5 miljoen ton per jaar).

Zeeschepen

Om deze positie te kunnen handhaven, moeten er grotere schepen naar de haven kunnen varen, zegt Daniël Matthys. Hij is general manager van graanoverslagbedrijf Euro-Silo. “Driekwart van onze trafiek verloopt via zeeschepen die net op de limiet zitten van wat de huidige sluis aankan. De standaard voor nieuw gebouwde zeeschepen in onze sector evolueert van 60.000 naar 80.000 ton. De diepgang van deze schepen is 13,5 m in plaats van de huidige 12,5 m. We moeten de capaciteit van sluis en kanaal dus snel vergroten.”

Het uitgangspunt is dat de breedte op de bodem tweemaal zo groot moet zijn als de breedte van het grootste toegelaten vaartuig, het zogeheten maatgevend schip.

Hieraan wordt intussen hard gewerkt. Op 5 februari hebben Nederland en Vlaanderen een verdrag ondertekend om een nieuwe sluis aan te leggen in Terneuzen. De nieuwe sluis zal 427 bij 55 m groot worden: dezelfde maten als de nieuwe sluizen van het Panamakanaal. In de sluis kunnen schepen worden geschut van 366 m lang en 49 m breed, met een diepgang tot 14,5 m. Dit betekent een laadvermogen van maximaal 140.000 ton. In de huidige situatie kunnen schepen van ten hoogste 80.000 ton laadvermogen de sluizen passeren.

Hoe de sluis er precies uit komt te zien, is nog niet bepaald, behalve dat de maten vaststaan. Nu het verdrag tussen Nederland en Vlaanderen getekend is, is de aanbestedingsprocedure op gang gekomen. Volgend jaar kiezen de overheden een aannemer en wordt het definitieve ontwerp vastgesteld. De bouw kan beginnen in 2017, vier jaar later moet de sluis gereed zijn.

Voorkeursvariant

Er is gekozen voor de contractvorm ‘design and build’. Deelnemers aan de aanbesteding moeten dus zelf met een definitief ontwerp komen. De procedure tot nu toe heeft wel een voorkeursvariant opgeleverd. Deze kent aan beide zijden van de sluiskolk twee roldeuren. Als de sluis zich opent, rijden deze in dokken die haaks op de sluiskolk staan. Daarnaast komt er aan beide uiteinden van de sluiskolk een brug, waarover het wegverkeer de sluis kan passeren. Het is dus niet de bedoeling dat auto’s over de sluisdeuren rijden, zoals bij de huidige grote sluis in IJmuiden het geval is.

Om de nieuwe sluis te bouwen moet vrijwel het complete sluiscomplex op de schop. De oudste van de huidige drie sluizen, de Middensluis, wordt gesloopt. Aan de westelijke zijde ligt een strook land van ruim 1,5 km lang en 100 m breed. Deze zal geheel worden ontgraven om plaats te maken voor de nieuwe sluis en de vaargeulen daar naartoe. Ook een strook land ten oosten van de Middensluis zal worden ontgraven.

De huidige Oostsluis en Westsluis, die dit jaar een ingrijpende vernieuwing hebben ondergaan, blijven bestaan. De eerste dient vooral voor de binnenvaart, maar de Westsluis is met 290 bij 40 m de grootste.

Te ondiep

De kosten van de nieuwe sluis inclusief de vaargeulen voor de toegang bedragen 1.016 miljoen euro. Dat de sluis vooral ten goede komt aan Gent en Vlaanderen zien we terug in de financiering: Nederland draagt 176 miljoen euro bij, de rest wordt door de Belgen betaald.

Maar met alleen een nieuwe grote sluis in Terneuzen is Gent nog niet bereikbaar voor grotere schepen. Daarvoor is het Kanaal Gent-Terneuzen in de huidige vorm te ondiep en te smal. De diepte moet groeien van 13,5 m nu naar 16 m, om schepen van 14,4 m diepgang veilig te kunnen toelaten. Het huidige kanaal heeft op het Nederlandse gedeelte een breedte van 150 m op de waterspiegel en 62 m op de bodem; in Vlaanderen zijn deze maten respectievelijk 200 m en 67,7 m. Het uitgangspunt is dat de breedte op de bodem tweemaal zo groot moet zijn als de breedte van het grootste toegelaten vaartuig, het zogeheten maatgevend schip. Aangezien dit 49 m breed is, moet het kanaal op de bodem over de volle lengte van 32 km verbreed worden.

Daarnaast ligt er een uitdaging in de bochten. Het kanaal kent enkele bochten waarvan de straal 3.000 m bedraagt; dat moet voor de langere schepen groeien naar 4.140 m. De baggerwerkzaamheden om dit te bewerkstelligen kosten zo’n 400 miljoen euro.

Doorvaartopening

Ten slotte is nog eens 650 miljoen euro nodig om de bestaande kruisende infrastructuur te vervangen. In Nederland liggen in Sas van Gent en Sluiskil bruggen over het kanaal, waarvan de doorvaartopening te smal is voor het toekomstige maatgevend schip. Hetzelfde geldt voor de brug in het Vlaamse Zelzate.

De verbreding van het kanaal en de aanpassing van de bruggen kost met zo’n 1.050 miljoen euro ongeveer net zo veel als de nieuwe sluis. Nederland zal hiervan 15 procent betalen, met een maximum van 157 miljoen euro.

Partners Maritiem Nederland