Paul Steenhoff | vrijdag 27 maart 2015
Offshore, Offshore Wind
In de offshore circuleren meestal de gevestigde namen. Een relatief nieuwe speler is Auxilium Offshore. Tijd om de Waal te volgen en af te meren in Zaltbommel, de thuishaven van Auxilium Offshore. Een kennismaking.
“Auxilium Offshore is in 2010 opgericht en sinds een jaar ben ik de managing director”, zegt Fleur Loef (34). In totaal werken er zeven man in vaste dienst, maar daarnaast heeft het bedrijf een grote flexibele schil van zelfstandige offshore specialisten. Dat is volgens Loef dan ook de kracht van Auxilium Offshore: “Voor elke opdracht die daarom vraagt, kunnen we een projectteam samenstellen van toegewijde vakmensen met veel praktijkervaring. We zijn inzetbaar voor alle offshore sectoren, olie, gas en wind en doen daarvoor bijvoorbeeld projectontwikkeling, design reviews en systeemintegratie. We werken vanuit ons kantoor, maar uiteraard werken we ook veel op locatie, eigenlijk overal ter wereld.”
“De scheepvaart en de offshore hebben altijd al mijn interesse gehad”, zegt Loef. “Nee, ik kom niet uit een nautisch gezin, mijn vader was landmeter en politicus. In 2002 studeerde ik af aan de HTS in Rotterdam, Civiele Techniek. Tijdens mijn studie heb ik onder andere stage gelopen bij het toenmalige Van Oord ACZ en Fugro Engineers. Dat versterkte mijn belangstelling voor de offshore en mijn afstudeerproject heb ik dan ook verricht bij Fugro Engineers in Leidschendam. Direct na mijn studie ben ik aan de slag gegaan bij het toenmalige Ballast Ham en zo kreeg ik de kans meer van de wereld te zien, want dat was ook een van mijn drijfveren te kiezen voor de offshore.”
Haar wens is uitgekomen want Loef heeft onder andere als operationeel superintendent, project-engineer, sales manager en business manager verbleven in Hong Kong, Guatemala, India, de staat Qatar, Noorwegen en uiteindelijk Nederland. In 2010 begon Loef een consultancy agency in Project Management en Business Development voor de offshore om in 2014 het roer over te nemen van Auxilium Offshore.
De kennis van Loef wordt aangevuld door de meer dan 25 jaar ervaring van onderwateroperatie-expert Hans Waterdrinker. Hij heeft voor veel verschillende offshore bedrijven wereldwijd gewerkt en is specialist geworden in onder andere ROV’s (remotely operated vehicle), bijvoorbeeld ROV’s die ammunitie uit de Tweede Wereldoorlog kunnen ruimen. Waterdrinker: “Het ruimen van blindgangers of gedumpte ammunitie was altijd een taak van duikers, maar vanwege de risico’s is dit nu een echt een taak geworden van werkklasse-ROV’s (WROV). Maar dergelijke ROV’s kun je niet uit voorraad bestellen. Dat customizen van een WROV naar wens van de klant is een van mijn taken. Het daadwerkelijke bouwen laten we over aan een derde partij maar wij zijn eindverantwoordelijk. Het is geen eenvoudige taak de WROV te laten doen wat jij wil. Je werkt onder moeilijke omstandigheden. Denk aan beperkt zicht of géén zicht, stroming en in veel gevallen ligt de ammunitie verborgen onder de sedimentatie. Aan boord besturen we de WROV waarbij EOD met ons meekijkt om de ammunitie veilig te kunnen bergen.”
Werkklasse-ROV’s wegen vier tot vijf ton en kunnen werken tot een diepte van maximaal 3.000 meter. Ze worden veelal hydraulisch aangedreven en kunnen worden voorzien van slijptollen, robotarmen, waterjets en knipinstrumenten. WROV’s hebben meerdere camera’s, naast de mogelijke robotarmen die in ROV-taal manipulatoren worden genoemd. Verder kunnen WROV’s worden uitgerust met akoestische bakens, sonar, gyro-, diepte- en hoogtemeters. Ze hebben ook een Tether Management System (TMS), wat je moet zien als een haspel waarop de besturingskabel van de WROV is gerold. Eenmaal op werkdiepte koppelt de WROV zich los van de TMS waardoor de besturingskabel naar de WROV dun kan zijn en de bewegingsvrijheid van de WROV vergroot wordt. De kabel vanaf het oppervlakteschip tot de TMS is een zogenoemde ‘armoured umbilical’, met een stalen mantel om het gewicht van de ROV en de TMS te kunnen dragen, bestand te zijn tegen shock loads en schavielen. Nog een voordeel van een TMS is dat er in slechtere weersomstandigheden kan worden gewerkt met oplopende golfhoogte. De umbilicals worden steeds dunner door de toepassing van glasvezel en het gebruik van hogere voltages die tussen de 3.000 tot 4.000 volt liggen.
De engineers van Auxilium Offshore werken op dit moment aan twee innovaties: een kabelretriever tool en een matras installation tool. Waterdrinker licht toe: “Als de elektrische kabel van een windmolen beschadigd raakt, hebben we het ‘Zwitsers zakmes’ om de kabel te vinden, vrij te leggen, het beschadigde gedeelte weg te knippen, een mof aan te brengen en de kabel weer terug te leggen. Verder zijn we bezig om voor decommissioning een matras installation tool te ontwikkelen waarmee we de verzwaarde matrassen van de pijpleiding kunnen optillen op een snelle en eenvoudige manier. Daar bestaan al wel tools voor, maar wij gaan werken met een soort onderwaterdrones die de matras eenvoudig kunnen optillen en verwijderen.”