‘Baggerwerk wordt steeds meer papierwerk’ | Maritiem Nederland
Achtergrond

Cor Vis, directeur Vis Groep:


‘Baggerwerk wordt steeds meer papierwerk’

Paul Steenhoff | donderdag 26 juni 2014
Baggeren

Cor Vis was op zijn zestiende al ondernemer. Met een tractor en een pomp baggerde hij de sloten van de boeren in de Krimpenerwaard. Nu heeft hij 35 man in dienst en een machinepark met een waarde van miljoenen euro’s, maar eenvoudiger is het er zeker niet op geworden.

“Baggeren was vroeger het werk van de boerenknecht. Met de baggerbeugel werden de sloten geschoond. Maar door de mechanisatie verdween de knecht en daarmee ontstond er achterstand in het baggerwerk van de sloten”, zegt Cor Vis (67). “Ik was net zestien geworden en maaide met een messenbalk in opdracht van boeren het grasland en zag de sloten dichtslibben. Dat zette me aan het denken. Ik zag er brood in en met een tractor, een losse motor gekoppeld aan een pomp, zoog ik de bagger uit de sloten en spoot dat over het land uit. Het duurde niet lang of ik had vrijwel alle boeren van Zuid-Holland uit de veengebieden als klant. Het was de grondslag voor de huidige Vis Groep.”

Werkschoenen

De Vis Groep bestaat uit zeven bv’s en heeft vestigingen in Duitsland, Engeland en Frankrijk. Daarmee is de Vis Groep een relatief kleinschalige baggeraar in Nederland. Die eer komt volledig op naam van Cor Vis en zijn vrouw Herma, die inmiddels 45 jaar leiding geven aan het bedrijf waar nu ook hun zoon Gerwin en dochter Lianne werken. Gerwin is hoofd van de technische afdeling, Lianne en Herma zijn verantwoordelijk voor de financiële administratie. De core business bestaat uit onderhoudsbaggerwerk, milieutechnisch baggerwerk, kleinschalig baggerwerk, ontwateren en scheiden van baggerspecie en verhuur van persleiding.

‘De emissiestandaard wordt voortdurend strenger. Upgraden of vervangen van de werktuigen en vaartuigen is op dit moment te kostbaar omdat het schrapen in de markt is’

De hoofdvestiging staat in Raamsdonkveer waar ook de werkplaats is gevestigd. Hier geen receptioniste, marmer en pianoklanken maar werkschoenen met stalen neuzen voor de deur, werkjassen met moddersporen aan de kapstok en als muziek het brommen van zware motoren. Cor Vis haalt zelf een kopje koffie uit de machine en eet de laatste boterham van de lunch aan zijn bureau achter een stapel papier. Als buitenman is dit niet zijn favoriete plek, maar baggerwerk is steeds meer papierwerk geworden.

Cor Vis: “Voor de Aanbestedingswet in 2004 zijn intrede deed, had je echt een klant. Wij kenden de klant in persoon, van waterschap tot gemeente, en de klant kende ons. Die relatie is verdwenen met de introductie van de Aanbestedingswet. Het bracht niet alleen anonimiteit met zich mee, het zorgde en zorgt nog steeds voor veel papierwerk om de aanbesteding in te dienen. Behalve het papierwerk zorgt de aanbestedingsmethode ervoor dat in krappere tijden bedrijven soms tegen kostprijs willen werken en daarom zo laag inschrijven dat je daar niet meer winstgevend voor kunt werken en aan het kortste eind trekt. Wij werden gedwongen de prijzen te verlagen waarmee de winstgevendheid blijvend onder druk is komen te staan.”

In 2010 werd de Flora- en faunawet van kracht. “Voor ons als kleinschalig bedrijf een behoorlijk obstakel, aangezien je van 15 maart tot 15 juni niet mag baggeren. Het doel is verstoring van nestelende vogels tegen te gaan en diertjes zoals de modderkruiper en bittervoorn beter te beschermen. Het betekent dat we drie maanden niet mogen werken in een periode die gezien het weer juist zo goed is om te werken. Drie maanden stilliggen kost heel veel geld. Ik heb hier voor miljoenen euro’s aan materiaal staan en dat moet werken in plaats van roesten. Er bestaan mogelijkheden om met een ontheffing af te wijken van de wet- en regelgeving maar opnieuw houdt dat veel papierwerk in waarbij je niet de zekerheid hebt dat je dan kunt werken. Het heeft ook geleid tot wildgroei van bureautjes die dat wel voor jou willen uitzoeken omdat de aanvragen vaak gecompliceerd zijn. Ik meen het dan ook als ik zeg dat de Flora- en faunawet het werken ernstig bemoeilijkt. Er is te veel groene wetgeving en er zijn te veel uitzonderingen op de wetgeving waardoor de kleine baggerbedrijven in de problemen komen. Doordat wij al 45 jaar werkzaamheden uitvoeren in de natuur zijn wij als geen ander in staat de natuur te beschermen en zelfs zo te baggeren dat de kleinste nesten onbeschadigd blijven. Deze wetenschap kan je ook niet overdragen aangezien het verboden is dat een ambtenaar met een ondernemer praat. Echt, die hele wet is pure onzin.”

Te goedgelovig

De Vis Groep is onder andere groot geworden door overnames gedurende de jaren. Dat verliep goed en zo heeft de Vis Groep nu verschillende buitenlandse vestigingen, maar in 2004 ging het toch fout. Vis: “Ik kon een kleinschalig Pools baggerbedrijf overnemen en kocht 73 procent van de aandelen. Maar ik was helaas te goedgelovig. Ik kocht gebakken lucht en de Polen probeerden me financieel uit te kleden. Gelukkig heb ik op tijd de stekker eruit kunnen trekken, maar het heeft me desondanks een behoorlijke hoeveelheid geld gekost. Mijn vertrouwen in de mensheid is door het voorval behoorlijk geschaad. Ik ben veel waakzamer geworden als het om zakelijke transacties gaat. Door schade en schande ben ik wijs geworden. Ik had het liever anders geleerd.”

Een probleem dat de laatste tijd speelt, is dat Vis merkt dat het aantal machines voor het kleinere baggerwerk snel is toegenomen en ook loonwerkers zich op de baggermarkt hebben begeven. “Daarmee is de druk op de markt toegenomen. Meer baggeraars kunnen dezelfde klus klaren daar waar je eerst alleen was of met zijn tweeën. De druk op de markt zorgt ook dat de prijs onder druk komt te staan.”

Ook de Euronorm - de Europese emissiestandaard voor werktuigen en vaartuigen in de Europese Unie - knabbelt aan de winstgevendheid. Vis: “De emissiestandaard wordt voortdurend strenger. In 2018 moeten alle werktuigen en vaartuigen gecertificeerd zijn en aan de emissiestandaard voldoen. Upgraden of vervangen van de werktuigen en vaartuigen is op dit moment te kostbaar omdat het schrapen in de markt is. Deze werktuigen en vaartuigen gaan gemiddeld dertig tot veertig jaar mee. Het meeste materiaal bij de baggeraars dateert uit de jaren negentig. Sinds 2002 zijn de prijzen gehalveerd bij stijgende kosten. Dan is het moeilijk je staande te houden en nieuwe machines en technieken te ontwikkelen. Gelukkig heb ik nog niemand de deur hoeven wijzen.”

Nederlands vakmanschap

Ondanks de problemen waarmee Vis wordt geconfronteerd, weet hij toch vanaf het eerste uur zijn bedrijf draaiende te houden. Met zijn team weet hij Nederlands vakmanschap goed te verkopen in het buitenland. Aan de voet van de langste gletsjer van Oostenrijk, de Pasterze, ligt het Margaritze stuwmeer, op twee kilometer hoogte van de Grossglockner. De Vis Groep heeft hier een opdracht van tien jaar weten binnen te halen. “We houden het stuwmeer op diepte met een volledig elektrisch aangedreven zuiger”, zegt hij. “De opdrachtgever verbood het gebruik van een brandstofmotor en zorgde voor een stopcontact. We zijn nu in het vierde jaar en de door ons zelf ontwikkelde zuiger - die 50 meter diep kan zuigen - functioneert prima.”

In Frankrijk heeft Vis zich in jachthavens aan de kust toegelegd op het baggeren terwijl de schepen gewoon op hun ligplaats kunnen blijven. Vis: “Met de knik/zwenkladder kunnen we onder de boten komen en houden we de haven op diepte. Het is een van de specialismen waar we nog een goede boterham mee kunnen verdienen, in Frankrijk en in Engeland.”

Ook het personeel waar Vis mee werkt, is het bedrijf over het algemeen trouw. “Om dit werk te doen moet je een doener en een buitenmens zijn. Je moet het niet erg vinden om geen kantine te hebben en koffie te drinken in de auto. Verder moet je snappen dat als een klus af moet, je doorwerkt, ook in het weekend als het niet anders kan. Gelukkig hebben wij die mensen, al zijn ze steeds moeilijker te vinden.”

Partners Maritiem Nederland