Baggeren naar bommen en granaten | Maritiem Nederland
Achtergrond

Baggeren naar bommen en granaten

In de Nederlandse bodem en waterwegen liggen veel niet-ontplofte bommen, handgranaten en kleine munitie. Aannemers moeten daarom goed uitzoeken wat de risico’s zijn voordat het baggerwerk kan beginnen.

In IJmuiden wordt momenteel veel gegraven en gebaggerd voor de bouw van de nieuwe grote zeesluis. Dat is niet zonder risico. In het gebied liggen nog veel niet-gesprongen explosieven (NGE) uit de Tweede Wereldoorlog. Daarin is IJmuiden niet uniek. In de bodems van waterwegen in heel Nederland kunnen baggeraars deze tegenkomen. Een zoektocht op internet levert al snel een reeks kanalen en rivieren op waar NGE zijn gevonden, waaronder de IJssel, Hollandse IJssel, Kanaal door Walcheren, Twentekanaal, de Vecht, het Amsterdam-Rijnkanaal en het Van Starkenborchkanaal.

Verdachte gebieden

“Baggeren begint dus vaak met een onderzoek naar NGE”, zegt Sep van Sermondt. Hij werkt als projectleider bij T&A Survey, dat zich onder andere bezighoudt met het zoeken naar NGE. “Dat onderzoek begint met een bureaustudie. We zoeken dan in archieven of er op een bepaalde plaats luchtaanvallen zijn geweest, of dat er munitie is gedumpt. Als dat zo is, maken we een kaart met verdachte gebieden. Vervolgens zoeken we hier met behulp van verschillende meettechnieken naar magnetische verstoringen. Dit gebeurt vaak digitaal, waardoor een vlekkenkaart ontstaat waar metalen objecten in de bodem zitten. Dat hoeft geen granaat of bom te zijn. Het is veel vaker een autoband met velg of stuk staalkabel.” Er is helaas geen meetapparatuur die hier onderscheid in kan maken.

‘Tot ongeveer 1970 is niet goed geregistreerd wat er is verwijderd. We onderzoeken soms dus locaties die eigenlijk al schoon zijn’

De derde fase is het benaderingsonderzoek, dat uitsluitsel geeft over wat er precies ligt. Dit houdt in dat er voorzichtig gegraven wordt in de bodem op het land of onder water. Dit kan letterlijk diep gaan, zegt Van Sermondt. “Een vliegtuigbom van een paar honderd pond kan in zachte grond makkelijk tien tot twaalf meter diep komen.” Op het land wordt gegraven met een graafmachine en, dicht rondom het explosief, met de schop. Onder water maken duikers gebruik van pompen om de grond rond een object weg te spoelen.

Meestal worden vrij lichte explosieven en munitie aangetroffen. Dan gaat het om handgranaten, mortiergranaten of niet verschoten patronen voor handvuurwapens of machinegeweren. Baggeraars verzamelen dit en als ze een bepaalde hoeveelheid, bijvoorbeeld enkele tientallen kilo’s, bijeen hebben gebracht, haalt de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) het op om het op een veilige plek te vernietigen.

Vliegtuigbommen

Zoiets haalt zelden het nieuws, in tegenstelling tot vliegtuigbommen. Deze kunnen honderden kilo’s explosieven bevatten. Als deze worden verwijderd, is het vaak nodig een groot gebied af te zetten en omwonenden te waarschuwen of te evacueren.

Soms wordt er al gravend en zoekend meer ontdekt dan NGE. Bij het sluizencomplex van IJmuiden werd eind april een Duitse ondergrondse bunker ontdekt. Deze is uiteraard onderzocht op aanwezigheid van explosieven. Archiefonderzoek levert niet altijd informatie op over NGE, zegt Martijn Heuvelman. Hij is technisch directeur van Heuvelman Ibis, een aannemersbedrijf dat veel baggerwerk verricht. “Vooral het kleine spul, zoals patronen en handgranaten, is vaak niet bekend. Dat levert bij baggeren natuurlijk een risico op. Daarom beschikken we over beveiligde installaties, zoals graafmachines met een gepantserde bestuurderscabine en zeven waar de baggerspecie doorheen gaat. Daarin vangen we de vaste delen op, zoals munitie.”

Ontbrekende informatie over NGE heeft natuurlijk alles te maken met de chaos van oorlog. Dat een schip met munitie tijdens gevechten zinkt, wordt niet altijd gedocumenteerd. Hetzelfde geldt voor munitie die door vluchtende militairen in een kanaal wordt gedumpt. “Gelukkig”, zegt Heuvelman, “hebben we de zwaardere explosieven, zoals bommen, eigenlijk altijd wel in beeld, voordat we aan het werk gaan.” Voor zover hij weet, is er in Nederland overigens nog nooit een ontploffing geweest tijdens baggerwerkzaamheden.

Bedrijfstak

De zorg voor NGE vormt in Nederland een bedrijfstak op zichzelf. Naast T&A Survey en Heuvelman Ibis zijn er meerdere gespecialiseerde onderzoeksbureaus en baggerbedrijven. Ze hebben taken die tot tien jaar geleden voor een deel werden gedaan door de EOD. Toen is de keus gemaakt om een gedeelte van de werkzaamheden rond NGE neer te leggen bij civiele partijen. Daardoor werd de belasting van de EOD verminderd.

De bedrijfstak heeft nog vele jaren werk, meent Van Sermondt. “Er liggen in Nederland immers overal explosieven. Bovendien hebben we geen compleet beeld van wat er al is weggehaald. Tot ongeveer 1970 is niet goed geregistreerd wat er is verwijderd. We onderzoeken soms dus locaties die eigenlijk al schoon zijn.”

Terug naar IJmuiden. Explosieven zoeken en verwijderen is hier een complexe operatie. Het gebied ligt vol kabels en leidingen. Bovendien is het sluizencomplex essentieel voor de toegang naar Amsterdam. Die moet zoveel mogelijk ongestoord doorgang vinden. Aan de gevolgen van een exploderende vliegtuigbom moeten we al helemaal niet denken.

Een bom is tot eind mei niet gevonden, zegt Van Sermondt. “Maar we hebben wel al honderden granaten verwijderd.”

Partners Maritiem Nederland