Paul Steenhoff | dinsdag 14 juni 2016
Baggeren
Het Friese Merenproject is in 2000 gestart en liep eind verleden jaar af. Belangrijkste doel was Friesland als watersportgebied nog aantrekkelijker te maken en daarmee ook de Friese economie te stimuleren. Het op diepte brengen van het recreatieve vaarnetwerk, baggeren dus, vormde en vormt een belangrijk deel van het omvangrijke programma. Projectleider baggeren Derk Bijmolt brengt ons op de hoogte.
Het veeljarige Friese Merenproject is een samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Wetterskip Fryslân, Recreatieschap De Marrekrite en branche- en natuurorganisaties onder de regie van provincie Fryslân. Per 31 december 2015 is het Friese Merenproject officieel afgerond, maar zowel aan de wal als in het water gaat het werk de komende jaren nog door om de laatste projecten af te ronden.
Derk Bijmolt is een van de projectleiders die verantwoordelijk is voor de baggerwerkzaamheden van het project. “We hopen eind volgend jaar klaar te zijn. Het is een omvangrijk project, zo verwijderen we alleen al bij Earnewoude 300.000 kubieke meter bagger. Het baggeren doen we onder andere met de kraan en een beunbak, de meren brengen we waar nodig op diepte met een cutterzuiger. We werken niet met een specifiek baggerbedrijf. In totaal werken er via aanbesteding twintig verschillende baggerbedrijven aan het project. Wat betreft het baggeren is er in veel gevallen sprake van achterstallig onderhoud. Met een slibopbouw van één centimeter per jaar gaat het immers hard. We brengen niet alleen diepte aan om de recreatievaart mogelijk te maken, er is ook een natuurdoel want we verwijderen fosfaatrijk slib.” In water bevordert fosfaat de groei van algen waardoor uiteindelijk zuurstoftekort kan ontstaan.
De werkzaamheden die nog uitgevoerd moeten worden, betreffen onder andere het beter bevaarbaar maken van de Turfroute. Volgens de planning is het op diepte brengen van deze historische vaarroute klaar in 2018. De Turfroute loopt door Zuidoost-Friesland, het westelijk deel van Drenthe en de kop van Overijssel. De komende jaren krijgt de route door Friesland een diepgang van 1,5 meter waardoor de gehele route toegankelijk is voor boten met een diepgang van 1,3 m. Het noordelijke gedeelte van de Turfroute is al deels verdiept, het zuidelijk deel is verdiept en de oevers zijn natuurvriendelijker gemaakt in de jaren 2014 tot en met 2016.
Er wordt nog gebaggerd in de Langweerder Wielen, in de wateren van Terherne en Zuidwest-Friesland. In 2016 is door de gemeente de Fryske Marren in samenwerking met de provincie Friesland, gestart met het baggeren van de vaarwegen rondom Terherne. De volgende vaarwegen worden weer op diepte gebracht: de Oude Zandsloot, de Terhernster Puollen en het Akkrumer Rak. In de meeste gevallen wordt gestreefd naar een diepte van 1,70 m.
Op dit moment is in het kader van het project 462 kilometer vaarroute gebaggerd en is 164 kilometer vaarroute verdiept. De totaal begrote investering van Het Friese Merenproject bedraagt 495 miljoen euro. Tot nu toe is voor 450 miljoen euro aan projecten gerealiseerd. Van LIFE, het programma van de Europese Unie voor de ontwikkeling en uitvoering van het Europese natuur- en milieubeleid, is een subsidie van 3,4 miljoen euro ontvangen.