Studie Rederijkunde nieuw leven ingeblazen | Maritiem Nederland
Carriere
De nieuwe platformbevrachter van Vroon, een van de rederijen die met vernieuwen inspeelt op toekomstige ontwikkelingen.

Studie Rederijkunde nieuw leven ingeblazen


Studie Rederijkunde nieuw leven ingeblazen

Antoon Oosting | woensdag 23 april 2014
Scheepsbouw, Arbeidsmarkt

De studierichting rederijkunde, oftewel Shipping Management, aan de TU Delft is nooit helemaal weggeweest. Nu is echter ook de ondersteuning van de leerstoel weer terug, vanuit de redersvereniging KVNR door de Stichting Leerstoel Rederijkunde met een bestuur gevormd door drie echte reders: Albert Engelsman van Koninklijke Wagenborg, Eric Rikken van Vroon Shipping en Jan Valkier van Anthony Veder.

De afgelopen jaren kende de afdeling Maritieme Techniek & Transporttechniek van de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen van de TU Delft altijd wel een tiental studenten die voor een master in de rederijkunde opgingen. Maar na het afscheid van de befaamde prof. dr. ir. Niko Wijnolst rond 1999 leidde het bestuur van de stichting zelf een slapend bestaan.

Samenwerking

Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van de KVNR, op 15 januari in het Haagse Nieuwspoort, hebben de redersvereniging KVNR en de TU Delft een samenwerkingsovereenkomst ondertekend. Hiermee is de samenwerking nieuw leven ingeblazen. De reders zullen actief worden betrokken bij zowel het onderwijs als het onderzoek van het vakgebied rederijkunde, aldus prof. Hopman, hoofd van de afdeling Maritieme Techniek & Transporttechniek van de TU Delft, in zijn speech ter gelegenheid van de ondertekening van de overeenkomst. Op onderwijsgebied zal de TU Delft de redersvereniging uitnodigen om gastcolleges te geven. Van haar kant zorgt de KVNR, naast een jaarlijkse donatie van 30.000 euro, voor het faciliteren van stageplaatsen en afstudeermogelijkheden bij haar leden.

‘De maritieme markt gaat verschrikkelijk snel en vereist een voortdurende aanpassing van de reders’

Vooral op het vlak van afstudeeropdrachten liggen er volgens Hopman veel mogelijkheden open: “De afstudeerders Shipping Management zijn uniek op de markt.” Hij beloofde dat er steeds zal worden gestreefd naar het uitwerken van projecten die een combinatie inhouden van de technologische basis die de studenten aan de TU Delft mee krijgen, en met de economische invalshoek die ze specifiek bij rederijkunde aanleren. “Afstudeerders bij rederijkunde zijn geen economen, het blijven ingenieurs, maar ze zijn in staat om de economische invalshoek perfect in te schatten”, aldus Hopman.

Succesvol

Rederijkunde of Shipping Management gaat volgens Hopman in eerste instantie over alle mogelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op het al dan niet succesvol zijn van een rederij. Daaronder vallen zuiver technologische aspecten zoals de technologie van het schip en van alle infrastructuur van havens en laad- en lostechnieken waarmee dat schip te maken krijgt. Maar ook de sociale variabelen vallen daaronder zoals de bemanningsproblematiek van onze schepen. Verder zijn er de zuiver economische gegevens, van macro-economische variabelen zoals intrestvoeten en valutakoersen, tot micro-economische variabelen van de gang van zaken bij de individuele rederijen.

De studierichting rederijkunde mag dan in Delft zijn gekoppeld aan de afdeling Maritieme Techniek, in de globale beschrijving van de specialisatie Shipping Management staat te lezen dat het uiteindelijke doel van een schip feitelijk nooit de techniek op zich is maar wel om er geld mee te verdienen. Er is echter wel een sterke relatie tussen de technische specificaties van een schip, het operationele profiel en hoeveel geld er met juist dat schip kan worden verdiend. Om die relaties te kunnen begrijpen en te kwantificeren en de specificaties en het gebruik van een schip te kunnen optimaliseren is uitgebreide kennis nodig van zowel de technische als commerciële en logistieke aspecten van een schip.

In de mastercursus Shipping Management wordt speciale aandacht besteed aan de scheepvaartmarkt, het managen van een schip in een competitieve markt, projectmanagement, de financiële en juridische aspecten van de scheepvaart en de logistiek. Tegelijkertijd verwerven de studenten een grondig begrip van alle technische aspecten van een schip door middel van cursussen scheepsontwerp en de uitrusting aan boord van schepen.

Laboratorium

De leerstoel rederijkunde wordt ingevuld door Hilde Meersman en Eddy van de Voorde, beiden professor transporteconomie van de Universiteit van Antwerpen waarmee de TU Delft op dit gebied al jaren samenwerkt. Volgens prof. Hopman beschouwen zijn Antwerpse collega’s de maritieme sector, en dus daaraan gekoppeld ook de rederijkunde, als een laboratorium op het vlak van de industrieel-economische wetenschap. “De maritieme markt gaat verschrikkelijk snel en vereist een voortdurende aanpassing van de reders”, aldus Hopman. In het al dan niet succesvol opereren van reders en rederijen gaat het onder andere om zoiets als ‘first mover advantage’. Hopman: “De partij die het eerste reageert op voorziene en onvoorziene wijzigingen op technologisch en economisch vlak, neemt vaak een beslissende voorsprong. Spontaan denk ik dan aan ‘the winner takes it all...’.”

De mastercursus rederijkunde wordt volgens Hopman op een bijzondere manier ingevuld met heel wat mogelijkheden tot samenwerking met de redersvereniging. Elke student moet een onderwerp uitwerken, een paper schrijven, die paper voorstellen en tegen derden verdedigen, optreden als discussant van een andere paper. Volgens Hopman is deze cursus heel intensief maar biedt deze tegelijkertijd een ongelooflijk leertraject waarin veel ervaring wordt opgedaan. In samenwerking met de reders kan dit volgens Hopman nog sterker worden.

Wat betreft onderzoek is afgesproken dat de TU Delft in samenwerking met de reders een onderzoeksagenda gaat opstellen en up-to-date houdt met daaraan gekoppeld het initiëren van en bijdragen aan nieuwe onderzoeksvoorstellen. Onderdeel van de samenwerking is dat de TU Delft de onderzoeksresultaten terugkoppelt naar de KVNR.

Technische kant

Aanspreekpunt voor de afstudeersessies is universitair docent Koos Frouws die naast de twee Antwerpse hoogleraren vooral voor de technische kant van de studie zorgdraagt. De mastercursus is rechtstreeks toegankelijk voor de studenten die in Delft hun bachelor maritieme techniek hebben voltooid. Voor andere kandidaten, werktuigbouw, civiele techniek, hbo maritieme techniek of afgestudeerden aan een zeevaartopleiding is het volgen van een schakelprogramma vereist. Daarnaast is er ook belangstelling voor deze studie vanuit het buitenland, vooral in scheepvaartkringen uit bijvoorbeeld Griekenland. “Onze multidisciplinaire aanpak is redelijk uniek in Europa door de combinatie van rederijkunde met techniek en economie”, verklaart Frouws.

Volgens de docent is er voor afgestudeerden meer dan genoeg perspectief op de arbeidsmarkt, niet alleen bij rederijen maar ook bij classificatiebureaus, banken of verzekeraars. Dat uit deze studie mogelijk een stukje verdringing op de arbeidsmarkt kan voortkomen voor de ex-zeevarenden die nu vaak in dienst treden bij rederijen, sluit Frouws niet uit. Hij tekent er echter gelijk bij aan dat een op deze manier universitair-geschoold iemand ook een aanvulling op de veelal hbo-nautisch geschoolden kan zijn. “Ik zie een hbo’er nu niet direct een vlootsamenstelling ontwikkelen. Het is aanvullend, meer dan vervangend. Andersom heeft voor de direct-operationele kant een nauticus weer een pre”, stelt Frouws vast.

Partners Maritiem Nederland