‘Er bestaat geen glazen plafond’ | Maritiem Nederland
Carriere
Met de jaarlijkse meidenvaardag hoopt de marine meer vrouwen te trekken. Foto: Defensie

Women at the Helm Conference toont potentieel aan kennis en kunde


‘Er bestaat geen glazen plafond’

Janny Kok | woensdag 11 november 2015
Maritieme Cluster, Arbeidsmarkt

Het congres Women at the Helm op 7 september in Londen heeft duidelijk het verschil aangegeven tussen feiten en fictie. De voortdurende boodschap is dat er wereldwijd een tekort is aan werknemers met maritieme vaardigheden op zee en aan wal. De werkelijkheid is dat het maritieme cluster kan putten uit een groot aanbod van gekwalificeerde vrouwen in alle geledingen.

Captain Helene Peter-Davies putte uit eigen rijke ervaring toen ze de congresdeelnemers in Londen meldde dat pure volharding om een goede carrière te hebben in de maritieme industrie nodig is. “Het beste antwoord op seksediscriminatie is te laten zien dat je net zo competent bent als een man die een bepaalde baan ambieert. Het is wel belangrijk dat je altijd blijft streven naar zelfontwikkeling en je daarvoor en voor voortdurende verbetering van kennis en kunde je best blijft doen.”

‘Het algemene gevoel is dat het verplicht stellen van een vastgesteld percentage vrouwen in de top een goedbedoeld lapmiddel is of, erger nog, symptoombestrijding’

Ruim een week later klonken soortgelijke geluiden over het gekwalificeerde potentieel aan vrouwen tijdens de door de Havenvereniging Rotterdam gehouden College Tour met zakenvrouw van het jaar 2011, CEO Thecla Bodewes van Bodewes Scheepswerven en Maritime Green Technology, in de hoofdrol. Zij poneerde onder meer de stelling dat het spreekwoordelijke glazen plafond niet bestaat voor hardwerkende, gepassioneerde vrouwen. 

Discriminatie

Zoveel is duidelijk. Discriminatie op sekse en minderheidsgroepen bestaat. Peter-Davies ervaarde dat toen ze na jaren in senior functies op zee een baan aan wal ambieerde. “Er werd me verteld dat ik over- of ondergekwalificeerd was, te weinig of te veel ervaring had, te jong was of te oud.” Uiteindelijk was ze de laatste van haar lichting van mannelijke afgestudeerden die een baan aan wal kreeg. Daarvoor waren wel twintig sollicitatiegesprekken voorafgegaan.

Het was niet dat ze niets te bieden had. Ze is afgestudeerd als jurist, kapitein in de koopvaardijsector en hoofdingenieur. Andere vrouwelijke inleiders in de discussies tijdens het Women at the Helm congres, dat werd georganiseerd door WISTA UK (Women’s International Shipping and Trading Association) en The Nautical Institute, zijn in het dagelijks leven werkzaam als kapitein/loods en taxateur in de scheepvaart, ship manager annex taxateur en de president en COO Europe Division van ABB, dr. Kirsi Tikka. Deze topvrouw hield haar gehoor voor dat vrouwen hun positie in de arbeidsmarkt kunnen versterken door vertrouwen te hebben in hetgeen ze aan capaciteit in huis hebben, voor verandering open te staan, kansen te benutten en voortdurend gemotiveerd aan de slag te gaan. “Het is ook een kwestie van de juiste balans vinden tussen werk en persoonlijk leven”, aldus dr. Tikka.

Zij kan het weten, gezien haar carrièreopbouw die haar leidde langs een scheepswerf, een grote olietankeronderneming, als hoogleraar scheepsbouw en bij ABB als hoofd ingenieur en president en COO van de Division Europe.

Hard werken

Thecla Bodewes zei het tijdens de College Tour wat anders in haar stelling, maar in feite komt het in haar beleving op hetzelfde neer: geloof in je eigen kracht en handel daarnaar. Vrouwen in het management kunnen werkelijk het verschil maken en toegevoegde waarde bieden. “Er bestaat geen glazen plafond voor vrouwen die hard willen werken en passie tonen”, zei ze. Bovendien is er onbekendheid bij vrouwen over de carrièremogelijkheden in het maritieme cluster.

Dat mag dan zo zijn, maar de praktijk wijst ook uit dat een carrièrevrouw zichzelf soms beperkingen oplegt en kansen mist. Ze wil perfectionistisch overkomen, ‘een van de jongens’ zijn door overdreven mannelijk gedrag te tonen, of ze is te terughoudend om eigen kennis en kunde voor het voetlicht te brengen. Vrouwen gaan er veelal ten onrechte vanuit dat hun harde werken en inzet voor het bedrijf wel worden opgemerkt. Uit onderzoek zou blijken dat bijna 70 procent van de Nederlandse vrouwen niet om salarisverhoging vraagt, laat staan zich kandidaat stelt voor promotie. Dat wordt door mannelijke leidinggevenden veelal uitgelegd als gebrek aan ambitie.

Opportunistisch

Een mogelijk bruikbaar advies voor de weg naar de top is dat vrouwen niet op hun cv zouden moeten vermelden wat ze nu doen, maar wat ze aan resultaten hebben geboekt. “Durf opportunistisch te zijn”, is de boodschap en “opereer strategisch, bijvoorbeeld door contact te onderhouden met managers van andere divisies in de onderneming waarin je werkt.”

Die boodschap klonk onder meer door in de presentaties in Londen. Daaruit bleek ook dat er in Engeland in ruim twintig jaar tijd nauwelijks meer dan 7 procent vrouwelijke studenten tot nautische opleidingen zijn toegelaten.

Captain Peter-Davies besloot haar presentatie met de moraal van het verhaal: “Mannen hebben nog steeds het monopolie in de maritieme industrie, het aantal vrouwen op operationeel en besluitvormingsniveau is laag, maar dat aantal zal in de toekomst stijgen. Dit zal op zowel operationeel als beslissingsniveau gebeuren.”

Dat zal wel moeten ook, gezien het feit dat ‘the old boys network’ uitdunt doordat veel mannen de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Volgens Thecla Bodewes worden er nu al vrouwen op relatief jongere leeftijd dan die van mannen gevraagd om toe te treden in een Raad van Commissarissen.

Zo bezien groeit bewustwording dat vergrijzing van het arbeidspotentieel op termijn personeelstekort zal geven. De leemte kan door gekwalificeerde vrouwen worden opgevuld. Dat is beter dan te rekenen op het effect van verplichte vrouwenquota. Het algemene gevoel is dat het verplicht stellen van een vastgesteld percentage vrouwen in de top een goedbedoeld lapmiddel is of, erger nog, symptoombestrijding. “Het zou alleen wettelijk verplicht gesteld moeten worden om meer vrouwen in leidinggevende functies te krijgen”, klonk het een aantal jaar geleden al op een conferentie van WISTA International in Londen.

Weinig effect

Vooralsnog is het Nederlandse klimaat voor vrouwen die de top willen bereiken niet veel beter. Het wordt in dit land nog steeds opmerkelijk gevonden dat vrouwen fulltime een topbaan hebben en die combineren met hun huwelijk met kinderen. Het overkomt leidinggevende vrouwen ook nog wel eens dat verondersteld wordt dat ze de secretaresse zal zijn als ze zich door een mannelijke medewerker laat vergezellen bij besprekingen.

Zo bezien hebben campagnes om meer vrouwen naar de maritieme maakindustrie te trekken weinig effect. De algemene mening aan beide kanten van het Kanaal is dan ook dat publieke bewustwording van het belang van de maritieme industrie in feite het belangrijkst is. Het grote publiek zou moeten weten dat 90 procent van de producten die het koopt over zee worden aangevoerd. “Iedereen in de scheepvaart zou eigenlijk even in staking moeten gaan om te laten zien dat de wereld niet zonder mensen kan die alle geledingen in het maritieme cluster gaande houden”, klonk het in Londen.

In Rotterdam werd ‘onwetendheid bij het grote publiek over het belang van de scheepvaart’ ook als belangrijke reden genoemd dat de maritieme sectoren minder aantrekkelijk zijn voor jongens en meisjes en hun onderwijzers in het basisonderwijs. De leerkrachten daar zijn veelal vrouw en kennelijk van het type dat technisch vervolgonderwijs niet bepaald stimuleren.

Daarbij komt dat beleidsmakers bij de Nederlandse ministeries van Economische Zaken en Verkeer en Waterstaat - nu van Infrastructuur en Milieu - de maritieme maakindustrie als domme industrie voor laagopgeleiden zagen. Intussen is het denkpatroon daar en elders gewijzigd. Dat kan haast niet anders, gezien de prestaties en innovaties in het hele cluster. Nederland Maritiem Land laat in economische kerngetallen van 2013 zien dat de 12.000 maritieme bedrijven en toeleveranciers een toegevoegde waarde bieden van 21 miljard euro aan het Bruto Nationaal Product (BPN), exclusief de zeehavens, die een toegevoegde waarde van 3 procent van het BNP hebben. Het wordt dus tijd dat het potentieel aan goed opgeleide vrouwen niet alleen kan, maar moet worden ingehuurd om de maritieme industrie toekomstbestendig en hoog gekwalificeerd te houden. 

Partners Maritiem Nederland