Aantrekkingskracht maritieme industrie groeit | Maritiem Nederland
Carriere
Imtech Marine, Hogeschool Rotterdam en RDM Campus werken samen om de 'plastic soep' uit de oceaan te ruimen.

Aantrekkingskracht maritieme industrie groeit

Janny Kok | woensdag 9 oktober 2013
Arbeidsmarkt

Wervingsacties om jongeren naar een studie of baan in de maritieme en technische sectoren te trekken, beginnen doel te treffen. Technische universiteiten overwegen een numerus fixus in te stellen of hebben dat in voorkomende gevallen al gedaan. Desondanks zullen werkgevers moeten blijven anticiperen op een dreigend tekort aan technisch goed geschoold personeel.

Bedrijven in de maritieme sector zijn doorgaans terughoudend in het investeren in en het aanbieden van stageplekken, maar staan wel open voor afgestudeerden. Dat constateert Watertalent Academie partner Matty van den Berg. Ze put uit haar praktijkervaring bij het gespecialiseerde trainingsbureau voor de haven- en industrieregio. Hier hebben de bedrijven veel aandacht voor de vakinhoudelijke kennis van hun medewerkers. Watertalent Academie zet als aanvulling hierop de persoonlijke ontwikkeling van mensen en teams centraal.

Studentenstop

Van den Berg kan daarom met enig gezag spreken over de huidige situatie in de maritiem gerelateerde arbeidsmarkt. Deze begint er op zich gunstiger uit te zien, nu steeds meer jongeren na de middelbareschoolopleiding kiezen voor een technisch wetenschappelijke studie. Het aantal aanmeldingen daarvoor is zo groot dat de Technische Universiteit Delft (TU Delft) zich onlangs gedwongen voelde een studentenstop voor de studie werktuigbouwkunde aan te kondigen.

‘Jongeren die bewust voor techniek kiezen gáán er ook voor. Je moet ze dan ook niet eerder van school halen als ze dat zelf nog niet willen’

Technische studies zijn dus populairder geworden. Voor dit studiejaar meldden zich 14 procent meer studenten bij de TU Delft, de technische universiteiten van Eindhoven en Twente noteerden een stijging van 17 procent en het landelijk hoger technisch onderwijs gaf een toename van 6 procent aan. De instroom van vmbo’ers en mbo’ers - die de grootste groep vormen - neemt ook toe.

Zo bezien zouden werkgevers zich geen zorgen hoeven te maken over de beschikbaarheid van nieuw personeel, maar daarbij plaatst Van den Berg een aantal kanttekeningen: “Bij rederijen is er zeker geen tekort aan banen. Ze staan voor het scala van wereldwijde activiteiten in de logistiek, export en transport en daar hebben we mensen bij nodig. Daartegenover bestaat nog steeds een eenzijdig beeld dat een baan in de scheepvaart betekent dat je nooit thuis bent. En dat terwijl er een scala aan technische functies in en buiten de maritieme sector is voor het geval je niet meer aan boord van een schip wil varen. Het Loodswezen is een prima optie voor het geval je varen en vaker thuis zijn wilt combineren.”

Wervingsacties

Van den Berg constateert dat een collectieve aanpak, van overheid, onderwijs en ondernemers, in de vorm van het Techniekpact, effect begint te sorteren. Daarbij gaat het onder meer om wervingsacties om jongeren naar haven, scheepvaart en industrie te trekken. Desondanks was er kennelijk veel tijd nodig om aan werkgevers, toekomstige werknemers en scholen de boodschap over te brengen dat banen in de hele logistieke keten aantrekkelijk kunnen zijn.

De Rotterdamse ondernemersorganisatie Deltalinqs boekt enig succes. Deze sloot de Carrière Start Garantie onder meer af met de vakinstelling STC, onderdeel van de STC-Group. Vorig jaar september kreeg een eerste groep eerstejaars mbo-deelnemers de garantie op een baan in de energie-, proces- en (petro)chemische sector, op voorwaarde dat ze hun diploma halen. De STC mbo-opleiding biedt plaats aan 225 deelnemers, maar volgens Deltalinqs hebben zich 175 jongeren voor deze opleiding gemeld en is er dus nog ruimte voor wie garantie op een baan na een vervolgopleiding wil krijgen.

De garantie lijkt aantrekkelijk genoeg. STC moet zich volgens het bijbehorende contract op jaarbasis houden aan een structurele uitstroom van 225 gediplomeerde operationele technici. Het bedrijfsleven biedt de STC mbo’ers begeleiding van een bedrijfsmentor, minimaal een stageplaats, een prestatiebeurs voor mbo-niveau 3- en 4-deelnemers, drie sollicitatiegesprekken na het behalen van het diploma en een eerste aanstelling binnen de sectoren die de garantie en bijbehorend contract hebben ondertekend.

Aan verder aanbod van vervolgopleidingen ontbreekt het ook niet. De STC-Group richtte samen met Hogeschool Rotterdam de Rotterdam Mainport University op om de doorstroming van mbo en hbo Chemische technologie mogelijk te maken.

Geduld

Watertalent Academie partner Van den Berg werkt ook samen met STC en ervaart dat deze zich erg inspant om de connectie met het bedrijfsleven te leggen en te onderhouden en er zo voor te zorgen dat het de deuren openzet voor stageplekken die leiden naar logistiek-, haven- en industriegerelateerde en operationele banen. Ze pleit voor geduld bij leerlingen, hun ouders, opleiders en personeelswervers als het gaat om afmaken van een opleiding en kiezen voor een vervolgopleiding. “Jongeren die bewust voor techniek kiezen gáán er ook voor. Je moet ze dan ook niet eerder van school halen als ze dat zelf nog niet willen. Bedrijven hebben niet altijd het geduld om te wachten op voldoende instroom van mbo- en hbo-afgestudeerden. ‘Kom nu maar bij ons’ is het dan. Voor jongeren die niet puur voor techniek kiezen is het ook van belang om technische basiskennis op te doen tijdens hun studie. We moeten met zijn allen beseffen dat voor een maritieme baan in sales ook technische kennis nodig is.”

Dat bevestigt manager marketing & sales operations van de Damen Shipyards Group Aart Rupert. Hij meldt het bestaan van de Sales Academie bij Damen die technisch scheepsbouwkundige afgestudeerden bijschoolt in de uitvoering van verkoopactiviteiten van de scheepswerf. “We scholen ook sales mensen bij die geen maritieme achtergrond hebben. Jonge mensen lopen soms een jaar lang stage bij ons - bijvoorbeeld bij de design afdeling - als ze maar veelbelovend genoeg zijn om een baan bij Damen te krijgen.”

Clichébeeld

Van den Berg tekent daarbij aan dat jongeren, hun ouders en schooldecanen soms moeilijk een beeld kunnen krijgen waartoe vakopleidingen in het algemeen opleiden. “Ze moeten niet blijven hangen in het clichébeeld dat een technisch beroep niet goed genoeg is. Door bijvoorbeeld schooldecanen uit te nodigen zelf stage te lopen kan dat veranderen. Daardoor weten ze wat de huidige state of the art is. Laat ook jongeren tijdens opleiding en werk verslag maken van waar ze mee bezig zijn, zoals door filmpjes te maken die op sociale media kunnen worden geplaatst. Daarvan maken jongeren veelvuldig gebruik.”

Zo kunnen ze kennis nemen van wat er werkelijk in de maritieme industrie speelt. Van den Berg vindt dat gebruik van sociale media effectief moet zijn. Dat kan door daarop doeltreffend beleid te maken. “Zorg dat je jezelf op de kaart zet, zowel opleiders en bedrijven als solliciterende jongeren. Er moet ook meer aandacht komen voor waar het goed gaat in het maritieme-technische cluster, waardoor dit ook aantrekkelijk wordt voor werkzoekenden.”

Plastic soep

Dat heeft Imtech bewezen. Het bedrijf heeft weliswaar negatief in het financiële nieuws gestaan, maar zich ook innovatief getoond. Imtech Marine werkt aan de ontwikkeling van autonoom en emissieloos varen. Dat doet de onderneming samen met de Hogeschool Rotterdam en de RDM Campus, waarmee ze twee innovatieteams van studenten werktuigbouwkunde, technische informatica en elektrotechniek aan het nadenken hebben gezet hoe de beruchte plastic soep uit de vervuilde oceaan zou kunnen worden geruimd. De teams hebben zelf op schaal gebouwde, onbemande ‘opruimschepen’ ingezet voor het Imtech RDM Campus evenement om te bepalen of hun innovatieve ontwerp werkte.

Dat heeft Rotterdamse bedrijven wellicht aangezet tot het idee om olie uit plastic afval uit de haven terug te winnen. Onder andere Vopak, de Stichting Noordzee en de Nature Group namen het initiatief voor de Plastic Soup Foundation die volgend jaar het experiment Collect Your Own Fuel zal uitvoeren. Dat doen ze met steun van het Havenbedrijf Rotterdam en de Rabobank. Er moet 7 tot 10 miljoen euro in de uitvoering van het experiment worden gestoken. Daarvan wordt 20 cent per kilo plastic afval uit de haven en van schepen terugverdiend door oliewinning uit dit plastic, dat waarschijnlijk in het Botlek-gebied zal worden verwerkt. Het is maar een van de bewijzen dat de maritieme industrie een aantrekkelijke keuze is voor wie veelzijdig en innovatief wil werken.

Partners Maritiem Nederland