Windenergie op zee worstelt met hoge kosten | Maritiem Nederland
Techniek&Innovatie
De ‘Aeolus’ van Van Oord, hier in het Luchterduinen Windpark, gaat vanaf 1 juni aan de slag voor het Gemini windpark.

Windenergie op zee worstelt met hoge kosten

Antoon Oosting | vrijdag 21 november 2014
Offshore Wind, Van Oord

De discussie over de hoge kosten van windenergie is opnieuw flink opgelaaid. De Rotterdamse waterbouwer en offshore aannemer Van Oord echter stampt op de Noordzee voor de Nederlandse kust achter elkaar twee nieuwe windmolenparken uit de zeebodem omhoog.

In opdracht van energiebedrijf Eneco is Van Oord vorig jaar oktober begonnen aan de aanleg van Eneco Luchterduinen, een windpark van 43 windmolenturbines met een totaalvermogen van 129 MW op 23 kilometer uit de kust van Noordwijk/Zandvoort. En dit jaar begon Van Oord met de aanleg van het Gemini Windpark (150 windturbines) op 85 kilometer uit de kustlijn van de provincie Groningen.

Ongeldige vergunningen

Voorlopig zijn dit even de laatste twee windmolenparken waarvoor vergunning is verleend. Om kosten te kunnen besparen heeft minister Kamp besloten dat in plaats van negen offshore windparken er nu vijf parken van 700 MW geclusterd op drie locaties dichter (20 kilometer) voor de Nederlandse kust moeten komen. Hiervoor moeten dus opnieuw vergunningen worden aangevraagd. Eerder verleende vergunningen, m.u.v. Eneco Luchterduinen en Gemini Windpark, zijn hiermee ongeldig geworden.

De houders van die ongeldig verklaarde vergunningen, NUON, Eneco, RWE, DONG Energy en NPI, zijn hier allerminst blij mee en willen met de minister in gesprek over compensatie van hun schade en het eventueel alsnog door laten gaan van bestaande plannen. De vergunninghouders hebben vaak al miljoenen aan ontwikkelingskosten in de uitvoering van hun aanvankelijk vergunde plannen gestoken.

Door de parken te clusteren zijn er nog maar drie aansluitingen met het vasteland nodig. Minister Kamp denkt daarmee 4,2 miljard euro goedkoper uit te zijn. Hij garandeert namelijk de eigenaren van de windmolenparken een stroomprijs van 17 cent per kilowattuur. Dat vergt een subsidie van nu 12 eurocent op de normale stroomprijs die momenteel 0,05 eurocent bedraagt. Die subsidie wordt vervolgens rechtstreeks aan de afnemers, burgers en bedrijven doorberekend.

Met zijn ingreep zouden de kosten van de windparken op zee beperkt moeten blijven tot onder de 18 miljard euro. Kritische wetenschappers schatten echter dat de subsidies voor de windparken op zee eerder zullen oplopen tot 30 miljard euro. Met alle bijkomende kosten van aanleg, nieuwe hoogspanningskabels en het in stand houden van oude centrales voor het geval het niet waait, zouden de totale kosten van windenergie op zee en op land kunnen gaan oplopen tot 53 miljard euro. Dat leidt tot extra kosten van 500 euro per jaar per huishouden, zo luidt de waarschuwing van deze wetenschappers.

Jonge industrie

Maar ook de industrie zelf is zich terdege bewust dat de aanleg en exploitatie van windparken op zee goedkoper moet. Als de industrie er niet in slaagt die kosten drastisch terug te brengen dan loopt de industrie het risico zichzelf om zeep te helpen. Die waarschuwing uitte Bernhard Fortuyn, directielid van Siemens Nederland dit voorjaar nog tijdens een rondetafelgesprek op de conferentie Offshore Industry 2014 op 22 mei in Rotterdam.

Wil offshore wind een succes worden dan zullen volgens Fortuyn aan de ene kant de investeringslasten omlaag moeten en aan de andere kant de rendementen, zowel in opgewekte energie als in financiële zin omhoog moeten. Gebeurt dit niet, dan zal het de komende jaren steeds moeilijker worden de benodigde financieringen voor de aanleg van de windparken op zee rond te krijgen.

De Siemens-directeur stelt vast dat wind op zee nog een redelijk jonge industrie in ontwikkeling is, wat inhoudt dat er waarschijnlijk ook nog veel te winnen is aan innovaties. Daarbij moet volgens Fortuyn naar de hele keten worden gekeken, van de productie van de windturbines, waar Siemens zelf groot in is, de kosten van installatie op zee, de aansluiting op de elektriciteitsnetten op het vasteland tot en met het onderhoud.

Om de offshore windindustrie verder tot een succes te maken is het nodig een fijnmazig netwerk te ontwikkelen waarop alle windparken op de Noordzee moeten worden aangesloten. Op die manier kan de opgewekte elektriciteit efficiënter worden afgezet over de verschillende kustlanden. Uit een recente studie, in opdracht van de Europese Commissie en uitgevoerd door PWC, Ecofys en Tractebel Engineering, blijkt dat zo’n netwerk aanzienlijke financiële, technische en milieuvoordelen kan opleveren.

Winstgevend netwerk

Een dergelijk netwerk op de Noordzee vergt 4,9 tot 10,3 miljard euro aan extra investeringen in kabels en transformatorstations op zee. Maar met die extra investeringen zijn besparingen van jaarlijks 1,5 tot 5,1 miljard euro te bereiken aan minder kosten wegens energieverliezen, uitstoot van CO2 en de opwekking van energie. In alle gevallen is zo’n netwerk winstgevend zeggen de onderzoekers. Voorwaarde is echter wel dat de nu nog sterk verschillende nationale voorschriften van de afzonderlijke Noordzeestaten op elkaar worden afgestemd en gestandaardiseerd. De industrie hoopt dat hierover in 2016 knopen kunnen worden doorgehakt.

Ondertussen is het volgens Fortuyn, als vertegenwoordiger van de offshore windindustrie, wel van belang dat de ontwikkeling doorgaat. “Vertrouwen is daarvoor een sleutelwoord”, aldus Fortuyn op de eerdergenoemde conferentie. Een grote stap in de goede richting is wat hem betreft het half mei beklonken akkoord over de financiering van wat het grootste Nederlandse windpark op zee gaat worden, het Gemini-windpark, een uit twee velden bestaand windpark op zee van 2x300 MW.  

Met een totaalvermogen van 600 MW wordt dit het op een na grootste windpark op de Noordzee, na het London Array-park (630 MW) in de monding van de Theems. De aanleg van het Gemini-windpark vergt een investering van 2,8 miljard euro waarvan 1,3 miljard euro bestemd is voor hoofdaannemer Van Oord. Siemens levert de 150 windturbines goed voor elk 4 MW aan vermogen.

Het werk van Van Oord omvat het leveren en installeren van de funderingen, de installatie van de totale elektrische infrastructuur inclusief de offshore en onshore high voltage stations, de kabels in het veld en de exportstroomkabels en de installatie van de windturbines. De bouw van het transformatorstation op het land bij de Eemshaven is dit voorjaar al begonnen. Ondertussen is bij de leveranciers de productie van de kabels en de monopiles, pilaarfunderingen in volle gang. De 65 meter hoge, 7 meter in diameter metende en 850 ton zware monopiles gaan meters diep de zeebodem in om vervolgens als fundering te dienen voor de masten met de turbines. De monopiles worden geleverd door de Sif Group uit Roermond.

Logistieke operatie

Als de levering op gang komt, is dit de start van een omvangrijke logistieke operatie. De monopiles gaan via de BOW-terminal in Vlissingen naar de Eemshaven. In juli volgend jaar gaat Van Oord met twee windmoleninstallatieschepen de zee op, waaronder Van Oords eigen nieuwe jack-up schip ‘Aeolus’, om de 150 monopiles in de zeebodem te heien. Dit werk neemt naar verwachting drie maanden in beslag. Daarnaast zal Van Oord ongetwijfeld het bij Damen in het Roemeense Galati in aanbouw zijnde kabellegschip ‘Nexus’ inzetten. De Nexus moet eind van dit jaar worden opgeleverd. Volgens de planning moet het Gemini-windpark in het eerste kwartaal van 2017 worden opgeleverd.

Voor de aanleg van de kabels voor het windpark Eneco Luchterduinen komt de Nexus te laat en moest Van Oord, dat ook dit windpark aanlegt, nog de ‘Ndurance’, de nieuwste kabellegger van concullega Boskalis inhuren. Half oktober bracht de Ndurance de 25 kilometer lange stroomkabel aan land waarmee Eneco Luchterduinen op het Nederlandse stroomnet moet worden aangesloten. Op 17 oktober had Van Oords Aeolus ook de laatste van de in totaal 44 funderingspalen voor Eneco Luchterduinen in de zeebodem geheid. Vanaf volgend voorjaar worden de 43 windmolens en het zogenaamde Offshore High Voltage Station op de fundaties geplaatst. Eneco Luchterduinen moet eind volgend jaar volledig operationeel zijn en kan dan bijna 150.000 huishoudens van stroom voorzien, mits het waait natuurlijk.

Partners Maritiem Nederland