Koers 2016 volgens FPSO Forum (MARIN) | Maritiem Nederland
Techniek&Innovatie

Koers 2016 volgens FPSO Forum (MARIN):


Koers 2016 volgens FPSO Forum (MARIN)

Partnercontent | donderdag 17 december 2015
Koers 2017

De lage olieprijs dwingt oliemaatschappijen zuinig aan te doen, ook bij R&D. Dat biedt juist extra mogelijkheden voor gezamenlijk onderzoek, zoals dat onder andere bij MARIN plaatsvindt.

Bij Joint Industry Projects (JIPs) bundelen bedrijven en organisaties hun kennis om een sector als geheel vooruit te brengen. Daarbij gaat het meestal om het grensgebied tussen fundamenteel onderzoek, dat in academische kringen plaatsvindt, en het toegepaste onderzoek, dat bedrijven liever voor zichzelf houden.

Onderzoekscentra zoals MARIN (Maritime Research Institute Netherlands) in Wageningen, zijn niet zelden de spin in het web bij dergelijk precompetitief onderzoek, omdat ze zich toch al bewegen op het scharnier tussen universiteiten en bedrijfsleven. MARIN coördineert meerdere JIPs, waaronder die voor floating production, storage and offloading units (FPSO’s), permanent afgemeerde, scheepsvormige constructies voor de productie, opslag en overslag van olie.

Toen FPSO’s in het midden van de jaren negentig geïntroduceerd werden, nam MARIN het initiatief tot een uitgebreid onderzoek naar vermoeiingsbelastingen. “Dat was de start van een lang ontwikkeltraject en ook het begin van het FPSO Forum, waarin veel samenwerkingsprojecten hun voortgangsvergaderingen houden”, vertelt Henk van den Boom, die sinds de oprichting van het Forum in 1998 35 bijeenkomsten coördineerde.

“Dat heeft concrete resultaten opgeleverd”, zegt hij. “Zo bestaat er nu een monitoringsysteem, dat inmiddels op vijf FPSO’s is geïnstalleerd. Sensoren op de romp meten de vervormingen, terwijl andere de omgevingscondities meten, zoals golfslag en temperatuur. De resultaten worden vergeleken met de berekeningen uit de ontwerpfase. Het systeem verklaart ook de verschillen in de feitelijke levensduur met de ontwerplevensduur en laat zien of de verschillen uit de golfcondities, de belading of de ontwerpmethodiek komen. Dat is essentiële informatie, zowel voor inspecties, langere inzet op het veld of relocatie van de FPSO als voor nieuwe ontwerpen.”

Internationaal

Niet alleen inhoudelijk, maar ook professioneel zijn JIPs uitdagend. Omdat oliemaatschappijen en scheepsbouwers overal op de wereld zitten, zijn dit soort projecten immers bij uitstek internationaal georiënteerd. “Iedereen die betrokken is bij onderzoek naar FPSO’s komt naar de halfjaarlijkse bijeenkomsten”, zegt Olaf Waals, die het stokje van Van den Boom heeft overgenomen en de 36e bijeenkomst coördineert. “Je bespreekt de voortgang van deelprojecten in een informele sfeer, er komen nieuwe ideeën boven drijven. Dat het iedere keer op een andere plek in de wereld is, maakt het extra interessant, omdat je de bedrijven die de lokale organisatie op zich nemen beter leert kennen.”

‘Een thema in opkomst is de productie en overslag van vloeibaar aardgas op zee; vloeibaar aardgas vereist nieuwe technieken in de gehele keten’

Waals studeerde dertien jaar geleden af op een project over het dynamisch positioneren van een tanker achter een FPSO, om veilig olie te kunnen overpompen op volle zee. In dienst bij MARIN werkte hij vervolgens mee aan steeds grotere onderzoeken, onder meer over het gedrag van schepen in ondiep water. “Een groot deel van de golfenergie op de kust wordt door het strand opgenomen. Het deel van de golven dat terugkeert van de kust, is vaak extreem lang”, legt hij uit. “Het schip reageert op deze lange golven en dat zorgt voor bepaalde krachten op de afmeerlijnen. Die mogen uiteraard niet breken, dus je moet die krachten van te voren doorrekenen. Een ander recent project betrof zogeheten disconnectable turrets, verankeringsboeien die eenvoudig zijn los te koppelen als een orkaan nadert. Daarvoor is een rekenmodel ontwikkeld dat precies voorspelt hoe snel de boei loskomt van het schip.”

“Veel van ons werk gaat over het maken en valideren van modellen”, vult Van den Boom aan. “Dat gebeurt met modelmetingen in ons laboratorium in Wageningen, maar ook aan boord van echte schepen, want dit soort modellen kun je niet zomaar opschalen.”

Vooruitkijken

Vanwege de lage olieprijs zijn veel projecten momenteel gericht op kostenbesparingen. Waals: “Dat betekent bijvoorbeeld dat we kijken naar levensverlengende maatregelen en efficiëntere werkwijzen. Kun je bijvoorbeeld door betere inspectie van rompen het benodigde onderhoud verminderen? Of is het mogelijk door een betere voorbereiding het aantal benodigde sleepboten bij een operatie te verminderen? Een concreet project waaraan we werken is een database van wind-, golf- en stroomgegevens voor veelgebruikte rompvormen. Dat kan de ontwikkelkosten van schepen drastisch verminderen. We bekijken ook hoe we betere dynamic positioning systemen kunnen ontwikkelen.”

Tegelijkertijd wordt er wel degelijk vooruitgekeken, benadrukt Van den Boom: “Een thema in opkomst is de productie en overslag van vloeibaar aardgas op zee. Dit jaar komt de eerste drijvende productie-eenheid in bedrijf. Vloeibaar aardgas vereist nieuwe technieken in de gehele keten.”

Welke vragen voorrang krijgen wordt bepaald op de bijeenkomsten van het JIP. Niet alle projecten worden vervolgens bij MARIN uitgevoerd - ook andere partners nemen het nodige voor hun rekening, want het gaat tenslotte om een gezamenlijke inspanning van de industrie. Bij MARIN zit echter de gebundelde expertise om de kennis over veilige olieproductie op zee vooruit te brengen. “En dat is gewoon heel erg leuk om te doen”, besluit Waals.

Partners Maritiem Nederland