‘Een innovatie moet meer zijn dan een leuk idee’ | Maritiem Nederland
Techniek&Innovatie
Foto: Danny Cornelissen

Leon Harland, Executive Vice President Commercial & Technology HMC:


‘Een innovatie moet meer zijn dan een leuk idee’

Mark van Baal | vrijdag 28 november 2014
Offshore, Scheepsbouw, Heerema Marine Contractors

Heerema bracht vorig jaar een vierde installatieschip in de vaart en heeft de kranen voor het volgende schip al besteld. Leon Harland, een van de drie bestuursleden, vertelt over innoveren in de conservatieve offshore industrie. “In de offshore industrie moet je benadrukken dat de som der delen dan wel nieuw is, maar dat elk afzonderlijk deel proven technology is.”

“Dit zijn hele dure foto’s, eigenlijk moeten deze schepen aan het werk zijn”, grapt Leon Harland, Executive Vice President Commercial & Technology, tegen de fotograaf. Met de ‘Hermod’ en ‘Thialf’, die voor onderhoud en voorbereidingswerkzaamheden in Rotterdam liggen, ligt de helft van Heerema’s vloot van installatieschepen binnen.

‘Heerema is een niche speler, we richten ons niet op delen van de markt die iedereen kan bedienen. We moeten daarom iets leveren wat anderen niet kunnen’

Zodra hij aan boord van de Hermod is geklommen, heeft Harland direct een handvol mannen om zich heen die hem vertellen over de volgende klussen in West-Afrika, waar ze onder andere jackets (onderbouwconstructies) van olie- en gasplatforms op de zeebodem gaan plaatsen. De komende nacht varen ze uit. Op het enorme dek liggen een vijftal gele hydraulische heihamers. Op de hoeken draaien de bases van de twee kranen als roterende flatgebouwen. Aan een van de hijsblokken hangt een mand waarin vier collega’s over vliegen.

Oude dames

De Hermod (1978) en Thialf (1985) zijn dan wel oude dames, ze behoren nog steeds tot de top drie van grootste kraanschepen ter wereld, vertelt Harland in de eetzaal achter een bord kip, rijst en groente. Aan lange tafels zitten Filippijnen, Maleisiërs, Nederlanders en Spanjaarden, die het merendeel van de 180-koppige bemanning vormen.

Vorig jaar nam Heerema een nieuw installatieschip in gebruik: het deepwater construction vessel (DCV) ‘Aegir’. Een noviteit aan boord van de Aegir is een installatie die pijpleidingen vanaf een grote spoel kan leggen, R-lay (reel lay) in jargon. In tegenstelling tot traditionele R-lay schepen hoeft de Aegir niet naar de wal om een nieuwe pijpleiding om de spoel te wikkelen. Een ponton kan een nieuwe volle spoel naar het schip brengen. “Je kunt zodoende met je dure schip buitengaats op locatie blijven en intussen andere werkzaamheden verrichten. De Aegir is een Zwitsers zakmes”, zegt Harland.

De innovatie kwam in beeld toen Heerema zich afvroeg of het meer werk op locatie kon verrichten dan het leggen van zware pijpleidingen met een zogenoemde J-lay toren. “Heerema is een niche speler. We richten ons niet op delen van de markt die iedereen kan bedienen. We moeten daarom iets leveren wat anderen niet kunnen. Onze kracht zit in de capaciteit van onze schepen en in de details van de werkvoorbereiding. Deze installatieschepen springen in het oog, maar van de 1.800 mensen die bij Heerema werken, werken er 1.300 op kantoor. Klanten roepen onze hulp in als anderen het niet meer kunnen.”

De Hermod heeft kranen die 4.000 en 5.000 ton kunnen hijsen. De Thialf heeft twee kranen die beiden een hijsvermogen van 7.100 ton hebben. Het volgende kraanschip (met de werknaam new semisubmersible crane vessel (NSCV)) krijgt twee kranen die elk 10.000 ton kunnen tillen. De kranen, die een lange levertijd hebben, zijn al besteld.

Maar innoveren betekent bij Heerema meer dan alleen groter en zwaarder. De kranen hebben nieuwe lagersystemen en de hijshaken worden zo groot dat het gieten een huzarenstuk wordt. “Wel allemaal proven concept”, verzekert Harland.

Een andere noviteit voor de offshore industrie is dat het toekomstige kraanschip naast op diesel ook op LNG (vloeibaar aardgas) kan varen waardoor het minder CO2 en geen zwavel uitstoot. “Het gebruik van LNG en dual-fuelmotoren in de scheepvaart staat nog in de kinderschoenen. Klanten vragen er nog niet om, maar we vinden lage emissies belangrijk en verwachten dat de regelgeving te zijner tijd de technologische ontwikkelingen zal volgen.”

Chaos van de zee

Harland werd halverwege zijn studie Civiele Techniek in Delft gegrepen door de zee, onder andere door het vak ‘B73’ over golven. Hij vond het fascinerend dat het mogelijk was de chaos van de zee te beschrijven met enkele formules én dat er modellen waren die de krachten van die golven op stalen constructies konden beschrijven. “Modellen konden bovendien het dynamische gedrag van die grote constructies midden in zee beschrijven”, voegt hij er enthousiast aan toe. Dat de uitkomsten, anders dan tot dan toe in Delft, niet eenduidig waren, maar dat er kansberekening aan te pas kwam, intrigeerde hem. In commercie, waar hij later in terechtkwam, zijn de antwoorden ook niet binair.

Toch was het belangrijkste wat hij in Delft leerde niet B73 of een ander vak. De belangrijkste les nam hij niet mee uit de TU-wijk maar van de Oude Delft waar zijn studentenhuis en zijn studentensociëteit stonden. “Teamwerk. Ik heb daar geleerd dat als je samen iets aanpakt je pas echt iets van de grond krijgt.”

“En ik heb er natuurlijk mijn vrouw ontmoet”, haast hij zich hier glimlachend aan toe te voegen, “dat was natuurlijk het beste dat Delft mij heeft gebracht.”

Na Delft werd Harland concept engineer bij SBM Offshore. Pratend over zijn eerste baan trekt hij een vulpotlood en begint te schetsen. Hij tekent een ingewikkeld afmeersysteem voor een FPSO (Floating Production Storage and Offloading), dat hij ontwierp voor Shell voor zeer ondiep water voor de kust van Nigeria.

Na het technische denkwerk ging hij leiding geven en werd hij verantwoordelijk voor een project in China. “Daar kwam ik in aanraking met klanten, contracten en het commerciële spel. Dat ging goed en dat werd opgemerkt door de CEO, die zei dat ik de commercie in moest.” Hij groeide bij SBM door tot Director FLNG (Floating Liquefied Natural Gas).

Mensen vrijmaken

Heerema heeft een innovatieafdeling van zo’n 35 mensen. “Ze vragen zich af hoe Heerema in de toekomst geld verdient. Ze kijken bijvoorbeeld naar hele andere manieren om platforms te installeren. Of naar het leggen van zware olie- en gasleidingen op de zeebodem in heel diep water, bijvoorbeeld hoe een lasnaad van een oliepijpleiding sneller kan worden gecoat. Als je daar een paar minuten kan winnen, kan dat op een hele campagne meerdere scheepsdagen schelen.”

Als management moet je de verleiding weerstaan om deze mensen in een lopend project in te zetten. “Je moet mensen vrijmaken voor innovatie en daarin de grootste discipline betrachten.”

Een innovatie is meestal geen eurekamoment. Ideeën komen vaak uit de praktijk als een traditionele oplossing niet toereikend of te duur is. “Een innovatie moet meer zijn dan een leuk idee. Er moet wel een business driver zijn.” Goede business drivers zijn in de ogen van Harland een oplossing voor een probleem dat tot voor kort onoplosbaar was, of een substantiële efficiencyslag.

“Als je vervolgens mensen met talent en creativiteit vrijmaakt om er echt goed naar te kijken, dan krijg je het technisch wel onder controle. Vervolgens moet je het zien te verkopen.”

Innovatie in de offshore industrie is moeilijk, niet alleen door de hoge investeringen maar ook door de hoge veiligheidseisen. “De offshore markt is enorm conservatief. Je moet benadrukken dat de som der delen dan wel nieuw is, maar dat elk afzonderlijk deel proven technology is.”

Logisch nadenken

Technici hebben, in vergelijking met bijvoorbeeld commerciële mensen, wat Harland betreft weinig management nodig. “Technici zijn niet zo moeilijk om aan te sturen”, weet hij uit eigen ervaring. “Ingenieurs denken logisch na en gaan van nature door tot het probleem is opgelost.”

“Waar je wel op moet letten is dat technici goed worden ingezet”, vervolgt hij. “Soms is er ook een niet-technische oplossing, bijvoorbeeld een contractuele. In andere gevallen is goed goed genoeg.” De offshore industrie is gewend om elk onderdeel van een project tot in de details uit te werken. “Doordat locatie en toepassing van offshore projecten per definitie uniek zijn, vergeten we wel eens dat er voor onderdelen standaardoplossingen zijn.”

Partners Maritiem Nederland