Een baken van hoop | Maritiem Nederland
Techniek&Innovatie
Foto: RWS/Joop van Houdt

Een baken van hoop

Karin Broer | maandag 17 oktober 2016
Baggeren

De Zandmotor gaat langer mee dan de beoogde twintig jaar. Dat blijkt uit de eerste evaluatie vijf jaar na de aanleg, die half september werd gepresenteerd tijdens een internationale conferentie in Den Haag. De innovatieve kustversterking ter hoogte van Ter Heijde gedraagt zich grotendeels volgens verwachting, alleen in een iets lager tempo.

De 20 miljoen kuub zand die in 2011 is aangebracht in de vorm van een haakvormig schiereiland is door wind, golven en stroming, langer en smaller geworden. 1,6 miljoen kuub zand is naar het noorden verplaatst, 1 miljoen naar het zuiden. 1 miljoen is buiten het onderzoeksgebied beland. Zo laat het uitgebreide wetenschappelijke monitoringsprogramma van de pilot zien.

Enigszins tegenvallend is de duinaangroei ter hoogte van de Zandmotor, die minder snel gaat dan gedacht. Dat heeft onder andere te maken met het duinmeer en de lagune op de Zandmotor die het zand opvangen. De verwachting is dat als het duinmeer en de lagune onder het zand verdwenen zijn, de duinaangroei sneller zal gaan. 

Goedkoper

De Zandmotor, die 70 miljoen euro kostte (50 miljoen aanleg, 20 miljoen planontwikkeling, monitoring en beheer) is gestart onder andere vanuit het idee dat deze maatregel op termijn goedkoper is dan de reguliere zandsuppleties. Of dat werkelijk zo is, kan nu nog niet worden vastgesteld, zegt Carola van Gelder, projectleider namens Rijkswaterstaat. “Daarvoor moeten we zeker nog vijf jaar wachten. Wat we nu wel weten is dat het technisch en inhoudelijk werkt boven verwachting.”

‘In tijden van klimaatverandering is de Zandmotor een baken van hoop, een project waarmee we vooruit gaan in plaats van achteruit’

Ook de vraag of een dergelijke megasuppletie gunstiger is voor bijvoorbeeld de bodemdieren in het zandbed dan de regelmatige kustsuppleties, is nog niet te beantwoorden. Belangrijk ander doel van de Zandmotor, het bieden van recreatiemogelijkheden, is in ieder geval wel behaald. Kitesurfers, wandelaars en rustzoekers hebben het gebied ontdekt. De problemen met zwemmers die in problemen kwamen, zijn verminderd door voorlichting én omdat de stroming minder sterk is geworden in de loop der tijd.

Marcel Stive, hoogleraar kustwaterbouwkunde aan de TU Delft, denkt dat de Zandmotor wel twee keer zo lang mee kan als de eerder voorspelde twintig jaar. Hij verwacht dat het concept ‘gewoon een onderdeel zal worden van het pakket van de Nederlandse waterbouwers’ naast de meer traditionele aanpakken. 

Nieuw icoon

Tijdens het Zandmotor Congres kwam meermaals de waarde van de Zandmotor ter sprake als nieuw icoon van de Nederlandse waterbouwsector. Het project laat nu al zijn waarde zien als alternatieve kustversterking, uitbreiding van recreatiemogelijkheden en natuur. “In tijden van klimaatverandering is de Zandmotor een baken van hoop, een project waarmee we vooruit gaan in plaats van achteruit”, jubelde Hans Ovink, de Watergezant van Nederland.

Maar het buitenland enthousiast krijgen voor de aanpak is nog niet zo gemakkelijk. ‘Do not copy and paste’ klonk het geregeld. “Breng vooral de economische opbrengsten en de natuurvoordelen goed onder de aandacht”, zegt Alison Baptiste van het Britse Environment Agency, die in het audit committee van de Zandmotor zit. In onder andere Peru, Jamaica en Zweden wordt over de Zandmotor gesproken maar alleen in Groot-Brittannië zit nu een eerste project in de pijplijn. Aan de kust van Norfolk staat de Bacton Gas terminal die bedreigd wordt door erosie. Harde maatregelen hebben hier nadelen voor de dorpen in de buurt. Er ligt nu een voorstel voor ‘Sandscaping’, zoals de aanpak daar gedoopt is.

Verschillen

Jaap Flikweert van Royal HaskoningDHV, die bij dit project betrokken is en al twaalf jaar in Engeland woont en werkt, wijst op de verschillen tussen Nederland en Engeland. “Anders dan in Nederland is kustverdediging in Engeland niet een zaak van nationale overleving.” Flikweert adviseert: “Je hebt een lokale trekker nodig, een goede businesscase en je moet om zien te gaan met de onzekerheid die inherent aan een Zandmotor-project is. Dat kost een hoop tijd en moeite.” En dat maakt het moeilijk, zegt hij, “en helaas lijkt de rest van de wereld meer op Engeland dan op Nederland.”

Ook in de wandelgangen van het Kurhaus waar het congres plaatsvond, waren voorzichtige geluiden te horen. Een vertegenwoordiger van een Belgisch baggerbedrijf vond de Zandmotor een dure oplossing: “Als ik kijk naar de budgetten bijvoorbeeld in Vlaanderen dan denk ik dat het lastig wordt. Misschien als je een politicus achter zo’n plan kan krijgen.”

Stive, geestelijk vader van de Zandmotor, verwacht echter dat er meer zullen volgen, zeker in Nederland. “Nu wordt er gemiddeld 12 miljoen kuub per jaar aan zand aangebracht aan de Nederlandse kust. Straks door de zeespiegelstijging zit je al gauw op 80 miljoen kuub zand, dat zijn vier zandmotoren per jaar. De hele Nederlandse kust is in principe geschikt voor zandmotoren. Maar je hebt bestuurders nodig die het aandurven.”

Het gebied onder de Kop van Noord-Holland is voor de korte termijn de meest voor de hand liggende locatie. Dat zegt ook projectleider Van Gelder van Rijkswaterstaat: “Daar is kustzone smal maar een concreet project is dat nog niet. Uiteindelijk is het een politieke beslissing.”

Meer over vijf jaar Zandmotor:

Partners Maritiem Nederland