Containerschepen: groot of snel? | Maritiem Nederland
Achtergrond
Containerstoomschip Sea-Land McLean van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij.

Hoe was het ook weer?


Containerschepen: groot of snel?

Cees de Keijzer | vrijdag 3 juli 2015
Zeevaart, Scheepsbouw, Hoe was het ook weer?

Op de Maasvlakte begon het jaar 2015 voortvarend met twee nieuwe recordschepen in de containertrafiek. Op 11 januari meerde de ‘CSCL Globe’ (19.100 TEU) af als ‘de grootste’ en werd de Maersk Triple-E (18.270 TEU) onttroond met 830 dozen, al voordat de twintigste van die serie in de vaart is. Nog geen acht weken later werd CSCL alweer afgetroefd door MSC met de ‘MSC Oscar’, eerste uit een serie van achttien, die plek hebben voor nog 124 dozen meer.

Qua maatvoering zijn de schepen nagenoeg hetzelfde, alleen is bij MSC de navigatiebrug hoger en meer naar voren geplaatst, zodat extra ruimte is verkregen. Op zijn beurt zal ook dit record geen stand houden. MOL gaat haar vloot opwaarderen, zo kondigde MOL-president Koichi Muto aan in zijn nieuwjaarstoespraak en inmiddels zijn zes 20.150 TEU schepen besteld die in 2017 in de vaart komen.

Of het eind van de wedloop in zicht komt staat nog te bezien. Er ligt een Zuid-Koreaans STX Monster Box Ship op de plank van 460 bij 60 meter (22.000 TEU) en op de tekentafel ligt het Engelse OSC-LR design van Ocean Shipping Consultants & Lloyd’s Register van 479 x 64 meter, goed voor 24.415 twintigvoeters.

Sneller

Zoals het nu gaat om groot, groter, grootst, zo ging het indertijd vooral om snel, sneller en snelst. De brandstofprijzen vormden toen geen belemmering want die bedroegen slechts enkele tientallen dollars per ton. Zelfs nu in betrekkelijk korte tijd die prijzen zijn gehalveerd was dat destijds zo’n factor tien voordeliger. Met een dienstsnelheid van 22 knopen verbruikt de MSC Oscar 225 ton stookolie per etmaal. Tegen 300 dollar per ton is dat 67.500 dollar.

In 1973 lag dat anders. Toen werden door de Rotterdamsche Droogdok Mij voor Sea-Land Services drie SL-7’s opgeleverd: de ‘Sea-Land Exchange’, ‘Sea-Land Resource’ en ‘Sea-Land McLean’. Ze waren uitgerust met General Electric stoomturbines voor in totaal 120.000 pk. De dubbelschroevers staken met een dienstsnelheid van 33 knopen (ruim 61 km) de Atlantische Oceaan over in nog geen vier dagen. Zij verbruikten dan wel ‘even’ 625 ton per dag, toen 18.750 dollar, nu 187.500 dollar. De ranke schepen van 288 meter vervoerden maximaal 1096 containers van 35 en 40 voet, zeg 2.000 TEU. Ze bestaan nog steeds en zijn van het USA Department of Transport. Met vijf in Duitsland gebouwde zusterschepen liggen ze in ‘reduced operating status’. In vier dagen zijn ze bedrijfsklaar om uit te varen onder de sterrennamen ‘Algol’, ‘Denebola’ en ‘Capella’. De laatste keer dat ze Rotterdam aanliepen was met de operatie Desert Storm ten tijde van de Golfoorlog in de jaren ‘90 -’91. Thans 42 jaar oud blijven het onbetwist de snelste vrachtschepen ter wereld. 

Cees de Keijzer is voorzitter van WSS Rotterdam Branch

Partners Maritiem Nederland