André Veenstra | woensdag 12 juli 2006
De ene coating is de andere niet Een goede verflaag kan het leven van een schip redden, in ieder geval belangrijk verlengen. Behoefte aan rendement en de groeiende vraag naar duurzaamheid zorgen voor een breed gesorteerd aanbod, waarin vernieuwing het sleutelwoord is.
Even een lik verf erop en dan is het klaar. Zo denkt u misschien dat het eraan toe gaat op een scheepswerf. Niets is minder waar. Verf is van vandaag de dag een gecompliceerd materiaal dat tal van materialen in de bouwwereld doeltreffend beschermt tegen invloeden van buitenaf. Met name ijzer, staal en non-ferrometalen zijn zonder een (speciale) verflaag snel aangetast door corrosie.
In de maritieme wereld zijn overwegend metalen in gebruik. Aantasting is vooral te verwachten van de zogenoemde corrosieklimaatklassen in de hoogste categorieën, C5-M (Maritiem/zee) en C5-I (Industrie). Er blijken tientallen verschillende toepassingen te zijn om corrosie te voorkomen.
Verf moet tegenwoordig aan een groot aantal voorwaarden voldoen. Als eerste moet het de levensduur van schepen en offshoreconstructies aanzienlijk verlengen, net als die van hijskranen, opslagtanks, industriële bouwwerken, olieraffinaderijen, bruggen en sluizen. Daarbij moet het de inwerking van bijvoorbeeld (zout) water, extreme weersinvloeden en niet zelden chemische stoffen langdurig tegengaan.
Geavanceerd
Anders dan het blikje doe-het-zelf-verf dat u bij de bouwmarkt of in de verfwinkel koopt, gaat het hier om zeer geavanceerde soorten verf die vaak een lange geschiedenis achter de rug hebben. Ze zijn ontwikkeld voor specifieke materialen en hun unieke toepassingen. Zo is bijvoorbeeld metaal altijd in beweging, hetzij door fysieke belasting (indeuken), hetzij door temperatuurverschillen (krimpen dan wel uitzetten). Dat vraagt om een verfsoort die enerzijds hard genoeg is om alle invloeden van buitenaf te weren, maar tegelijkertijd enigszins flexibel moet zijn om de natuurlijke bewegingen van het metaal op te vangen. Anders gezegd: de verf mag niet gaan scheuren of kraken. Hij moet bovendien bestand zijn tegen inwerking van UV-straling door de zon en daarbij kleur en glans behouden. Het oog wil tenslotte ook wat.
En dan hebben we het alleen nog maar over relatief eenvoudige voorwaarden. Want in natte omgevingen ligt het weer heel anders. Wat te denken van toepassing in ballast- en voorraadtanks, op trappen, loopdekken en plaatsen waar chemicaliën of petrochemische producten worden gemorst? Zo vraagt ieder type schip om zijn 'eigen' verfsoort. Baggerschepen krijgen een andere verflaag dan bijvoorbeeld cruiseschepen of luxe jachten. Of marineschepen, waarvan de verflaag vanzelfsprekend aan extreem hoge eisen moet voldoen.
Vertalen
Het aantal scheepstypen verklaart dus de enorme variatie in verfsoorten. Dit betekent dat de verfindustrie moet inhaken op de vraag uit de markt van reders, scheepseigenaren en werven. Zij moet die vertalen naar de R&D-afdeling van het laboratorium dat uiteindelijk de verf ontwikkelt. Het is immers de opdrachtgever die een pakket eisen op tafel legt. ‘Zijn’ schip of offshoreconstructie moet onder extreme omstandigheden kunnen blijven functioneren zonder dat het door corrosie wordt aangetast. De intervallen tussen onderhoudsbeurten wil men steeds langer hebben. Het onderwaterschip mag intussen geen aangroei vertonen, aangezien (veel) aangroei extra brandstof kost. Met een goede coating kan hieraan een heel eind tegemoetgekomen worden.
Daarbij is het nodig rekening te houden met het totale gewicht van de verf op een schip. Vooral voor snelvarende schepen is dit relevant. Op een gemiddeld groot schip kan zomaar 85 à 125 ton verf zitten. Een goede scheepsbouwer houdt hier bij het ontwerp en het benodigde machinevermogen al rekening mee. Hij kiest misschien minder of andere verf, maar wel een soort die dezelfde beschermingsgraad biedt. Corrosiebestrijding begint dus al op de tekentafel.
R&D
In de maritieme verfindustrie is een aantal spelers actief. Daartoe behoren onder meer International Paint (Akzo Nobel), Jotun Paints, Sigma Marine & Protective Coatings Netherlands bv, Steelpaint Benelux en Transocean Coatings. Zij bedienen hun klanten in binnen- en buitenland via deskundige adviseurs, vaak rechtstreeks vanuit het hoofdkantoor, maar ook via de plaatselijke vestiging. Het gaat voornamelijk om afnemers als rederijen, scheepswerven en scheepsschilderbedrijven. En soms havenbedrijven die een sterke affiniteit hebben met de maritieme sector.
Deze internationaal georiënteerde verfproducenten beschikken over het algemeen zelf over een goede R&D-afdeling. Daar ontwikkelen onderzoekers voortdurend nieuwe verfsoorten en toepassingen en verbeteren ze bestaande producten. Dat is noodzakelijk omdat de scheepsbouw een innovatieve fase doormaakt. Bouwtechnieken, aard en toepassing van bouwmaterialen en inzichten moeten simpelweg mee veranderen. Een verfproducent moet dus blijven innoveren, wil hij in de markt blijven. In dit kielzog zijn ook de grondstofleveranciers meegezogen. De steeds strengere regelgeving van de overheid en de International Maritime Organisation (IMO) spelen hierin eveneens een belangrijke rol.
CTB
Om tegemoet te komen aan de toenemende milieueisen van de Nederlandse overheid, gelden bijvoorbeeld voortdurend andere regels voor verfrecepturen en toepassingsmethoden. Dat alleen al vergt het nodige onderzoek en een continue productontwikkeling. Daarnaast duurt het erg lang voordat nieuwe producten in de markt gezet mogen worden. Zo is bekend dat het geruime tijd duurt en het de fabrikant circa 50.000 euro kost, voordat een nieuwe verfsoort in Nederland gecertificeerd is. Die moet namelijk eerst onderzocht op giftige bestanddelen door het CTB (College Toelating Bestrijdingsmiddelen) in Wageningen. Pas na goedkeuring van dit college mag het product gebruikt worden, terwijl men hetzelfde middel – soms op voorlopige basis – in het buitenland al toepast.
Verouderde verfsoorten, met een laag volume aan vaste stof op basis van schadelijke oplosmiddelen, de zogeheten VOC’s (Volatile Organic Compounds), neemt men steeds meer uit roulatie. Hetzelfde geldt voor andere schadelijke stoffen voor mens en milieu, zoals tributyltin (TBT), dat per 1 januari 2008 verboden is. Ook chroom- en loodverbindingen en niet te vergeten koolteer in anticorrosieve verven op het onderwaterschip raken snel uit de gratie. Gebruik van een aantal van deze grondstoffen is nu al niet meer toegestaan. In plaats daarvan neemt het aantal milieuvriendelijke verfproducten en zelfreinigende antifoulings (aangroei werende verven), met minder schadelijke oplosmiddelen, toe. Of het nu om een honderdlitervat gaat of slechts een potje verf van 250 gram, er ligt altijd een grote dosis kennis en vernieuwend vermogen aan ten grondslag.
Kader
Sterk in verf
International Paint Nederland
Als volle dochter van Akzo Nobel maakt International Paint Nederland deel uit van de grootste verfproducent ter wereld. De business unit Marine Coatings heeft een zeer breed assortiment aan verfsoorten en toepassingen.
Onlangs ontwikkeld:
Jotun Paints
Noorse verffabrikant, bekend om zijn milieuvriendelijke producten.
Sigma Marine & Protective Coatings
Nederlandse fabrikant, actief in veertig landen. Innovaties:
Steelpaint Benelux
Een 'sterk staaltje' vormen de speciale verven die geschikt zijn voor alle soorten staalbehandeling:
Transocean Coatings
Een overkoepelende naam waarachter een groep van zestien internationale verfproducenten schuilgaat, onder andere Zandleven Coatings uit Leeuwarden. Zij produceren een reeks hoogwaardige verfsystemen voor de internationale scheepvaart en de offshore-industrie. Zandleven levert zo’n vijftig verfsoorten aan de maritieme sector. Voordeel is dat alle groepsdeelnemers bijdragen in de kosten voor R&D van nieuwe verfsystemen.