Nederlandse superjachtbouw: koersvast door de crisis | Maritiem Nederland
Nieuws

Nederlandse superjachtbouw: koersvast door de crisis

Antoon Oosting | donderdag 11 oktober 2012

Uitgaven voor luxeproducten worden als eerste geschrapt wanneer het economisch minder gaat, maar daar lijkt de Nederlandse superjachtbouw vooralsnog weinig van te merken.

De Nederlandse superjachtbouwers (bouwers van jachten langer dan 30 meter) lijken de crisis relatief goed door te komen. “Het sentiment blijft gematigd positief”, aldus Farouk Nefzi, directeur van de HISWA en de Holland Yachting Group, de belangenorganisatie van de Nederlandse superjachtbouwindustrie. Volgens Nefzi zijn in Monaco verscheidene potentiële klanten voorbijgekomen. Hij signaleert een ‘kantelmoment’, waarop mensen toch weer bereid zijn om een boot te laten bouwen. De deelname van bedrijven was ongeveer gelijk aan voorgaande jaren, alleen lagen er meer boten, onder andere acht van Nederlandse werven.
Ondertussen is het aantal orders in de afgelopen jaren wereldwijd teruggelopen. Dat heeft alleen nog niet tot massale faillissementen en sluiting van werven geleid. “Kennelijk zijn heel veel werven zo flexibel ingesteld dat ze ook andere bronnen van inkomsten kunnen aanboren”, constateert Nefzi.

 

Hoop
De Nederlandse jachtbouwers weten zich ondertussen goed staande te houden. De Nederlandse werven hebben tussen de 60 en 65 schepen in opdracht, waarvan er 40 tot 45 in aanbouw zijn en 20 tot 25 in de tekenfase of de eindfase van onderhandeling verkeren, meldt Nefzi. Het huidige aantal orders is een voor Nederlandse begrippen stevig aantal; hetzelfde als Scheepsbouw Nederland in zijn jaarverslag van 2010 als tussenstand voor eind december 2010 noteerde.
Doordat de Nederlandse jachtbouwers hun orderportefeuille op niveau hebben weten te houden terwijl anderen moesten inleveren, is ook het marktaandeel van de Nederlanders gestegen. Nefzi: “Na Italië, dat behoorlijk heeft moeten inleveren, zijn wij nu de tweede grote superjachtbouwnatie, nog vóór de Verenigde Staten.” Met deze orderportefeuille heeft het merendeel van de werven gemiddeld twee tot drie jaar werk op voorraad. Zelfs voor Icon Yachts uit Harlingen, dat eind juli een derde (24 mensen) van het personeel moest ontslaan, gloort weer hoop. Op de Monaco Yacht Show kon Icon Yachts melden dat het een nieuwe order heeft binnengesleept voor een jacht van circa 70 meter.

 

Kwaliteit
Het feit dat de doelgroep van de jachtbouw aardig wat te besteden heeft, helpt de sector natuurlijk op de been te blijven. Samen met de Duitsers opereert de Nederlandse jachtbouwindustrie veelal in het hoogste en dus duurste segment van de industrie. De Italiaanse werven daarentegen doen veel meer in de goedkopere seriebouw. De gemiddelde lengte van een Italiaans superjacht is 39 meter, terwijl dat voor een Nederlands jacht 51 meter is.
Bovendien hebben de Nederlandse superjachtwerven zich gespecialiseerd in de bouw van custombuilt en/of semi-custom-built schepen. De grens hiertussen is lastig te trekken. In feite worden het uiteindelijk allemaal one-offs, unieke schepen die stuk voor stuk zijn gebouwd en ingericht naar de specifieke wensen van de opdrachtgever. Ook op het gebied van de kwaliteit van bouwen hebben de Nederlandse jachtwerven een goede reputatie.
“Als ik in Monaco op een in Nederland gebouwd schip rondloop, dan zie ik op zo’n teakdek geen enkele oneffenheid. En de bekabeling is fantastisch weggewerkt, terwijl je nog steeds overal goed bij kunt als dat nodig is”, aldus Nefzi.
Een land met ook een respectabele superjachtindustrie is Turkije. Dat kan door lagere lonen aanzienlijk goedkoper bouwen dan Nederland. Merijn de Waard, managing director van Superyacht-Times.com, zegt hierover: “In Turkije krijg je meer boot voor je geld, in Nederland meer kwaliteit. Je koopt in Nederland gewoon een veel betere kwaliteit boot met een veel hogere resale value. Samen met de Duitse bieden de Nederlandse jachtbouwers absoluut de hoogste kwaliteit.”

 

Paleis
Het verschil met de Duitse superjachtbouwers is dat de oosterburen vooral heel grote megajachten bouwen. Het maar liefst 164 meter lange en 13.500 ton wegende jacht ‘Eclipse’ van de Russische tycoon Roman Abramovich komt van de werf van Blohm+Voss, die ooit ook het beroemde Duitse slagschip ‘Bismarck’ bouwde. Maar ook collega-jachtbouwer Lürssen kan er wat van, met de lancering in mei van dit jaar van een jacht van 180 meter lengte. Volgens nog onbevestigde berichten is dit drijvende paleis bestemd voor de Saudische koninklijke familie.
Maar in aantal jachten hebben de Duitsers nog wat in te halen op de Nederlanders en ook qua omzet halen de oosterburen het niet. De jaarlijkse omzet van Nederlandse jachtbouwers is ruim 2 miljard euro, vlak achter de Italiaanse marktleiders, die samen goed zijn voor ruim 2,2 miljard euro. Duitsland komt op een derde plaats met ruim 1,3 miljard euro. Dit alles volgens de in februari van dit jaar gepubliceerde Economic Analysis of the Superyacht Industry van SuperyachtIntelligence.com.

 

Midden- en kleinbedrijf
Ten opzichte van hun concurrenten in Duitsland en Italië zijn de Nederlandse jachtbouwbedrijven relatief klein. Met circa twintig in aantal tot hoogstens vier- à vijfhonderd man personeel komen de in de Nederlandse superjachtbouwindustrie actieve werven en ontwerpbureaus niet boven de categorie midden- en kleinbedrijf uit. Maar met elkaar bieden ze wel werk en inkomen aan ruim tienduizend Nederlanders en hun gezinnen.
Een ander kenmerk is dat de Nederlandse superjachtwerven bijna zonder uitzondering voortkomen uit een familiebedrijf en dat vaak ook nog steeds zijn, alhoewel er steeds vaker buitenlandse investeerders met hun geld in zitten. Alleen Oceanco in Alblasserdam is een door investeerders opgezette werf, nu eigendom van een Omaanse zakenman. Verder is Van Lent in handen van de Franse LVMH Group (LVMH staat voor Louis Vuitton, Moët, Hennessy). Moonen in Den Bosch heeft een Turkse mede-eigenaar en in Heesen Yachts in Oss zit nu Russisch geld. Verder is het ooit in Makkum begonnen en naar Vlissingen verhuisde Amels een onderdeel van Damen. En Jongert in Wieringerwerf is drie jaar geleden overgenomen door de VeKa Group in Werkendam.
Maar zonder uitzondering zijn het allemaal volledig op de bouw (en refits) van superjachten gefocuste bedrijven. In Duitsland (Blom+Voss en Lürssen) en Italië bouwen jachtwerven vaak ook andere typen schepen. Eigenheimers zijn de Nederlandse jachtbouwers echter allesbehalve, want er wordt intensief samengewerkt met toeleveranciers. Bovendien maken ze als geen ander gebruik van Nederlandse maritieme kennisinstituten als MARIN, TNO en TU Delft. Hierdoor behoren de Nederlandse jachten ook nog eens tot de meest innovatieve.

 

Beeld: Icon Yachts, Feadship


 

Partners Maritiem Nederland