Altijd en overal bescherming tegen piraten | Maritiem Nederland
Nieuws

Altijd en overal bescherming tegen piraten

Jan Spoelstra | zondag 23 december 2012
Zeevaart, Piraterij

De discussie over hoe we piraterij moeten bestrijden, duurt voort. Heeft de overheid het geweldsmonopolie? Of moeten reders in staat zijn middels private beveiligers hun bemanning te beveiligen? En wat is de positie van de kapitein in deze discussie? Sommige partijen zweren bij waterkanonnen, 5.500 volts schrikdraad of een listige constructie van lijnen langs het schip waarin skiffs verstrikt raken.

Samenwerkende marines, een heftige moesson en reders die succesvol private beveiligers mee aan boord van niet-Nederlandse schepen nemen, zorgden volgens de KVNR het afgelopen halfjaar voor een duidelijke vermindering van het aantal succesvolle scheepskapingen rond de Hoorn van Afrika. Dat meldt stafmedewerker Peter Prins in een schriftelijke reactie. “Maar”, voegt voorzitter Tineke Netelenbos daaraan toe, “het probleem is nog lang niet uit de lucht.” Een schip onder Nederlandse vlag levert volgens haar ongeveer 750.000 euro voor de Nederlandse schatkist op. “En reders zijn echt aan het nadenken om uit te vlaggen omdat ze hun schepen niet goed kunnen beschermen onder Nederlandse vlag. Dat kunnen we als maritieme natie niet laten gebeuren. Reders moeten hun schepen te allen tijde kunnen beschermen.”

 

Depots
De redersvereniging heeft het liefst dat de Koninklijke Marine de Nederlandse vloot beschermt. In geval van incidenten heb je dan de volledige backup van de betreffende ministeries. Maar als bescherming door de marine tekortschiet, wil Netelenbos dat reders zelf gecertificeerde particuliere beveiligers aan boord kunnen nemen: “Veel Nederlandse reders varen in de wilde vaart, en kunnen alleen succesvol ondernemen wanneer de marine de bescherming van de Nederlandse vloot flexibel organiseert. Dat is nog niet het geval. Daarnaast is marinebescherming met 5000 euro per dag duur. Bij complexe bagger- en offshoreschepen die veel geld omzetten kan die rekening van de marine wel betaald worden, maar ladingtarieven in de koopvaardij staan enorm onder druk, de marges zijn klein.”
Op het gebied van de flexibiliteit van de Vessel Protection Detachments (VPD’s) zijn er de nodige ontwikkelingen geweest. Als een marine wapens wil vervoeren, moet ze diplomatic clearance aanvragen, dat duurt zes weken - en daarmee kun je de wilde vaart dus niet beveiligen. Daarom heeft de redersvereniging samen met de marine en het ministerie van Buitenlandse Zaken een inventarisatie gemaakt van de belangrijkste zeevaartroutes rond de Hoorn van Afrika. Vervolgens legde Buitenlandse Zaken hier een ‘bevriende natie grid’ overheen en zo werd een aantal depots voor wapenopslag uitgekozen.
Daar kwamen locaties in Singapore, Sri Lanka, Fujarah (een Arabisch emiraat in de Perzische Golf), Zuid-Afrika en Malta uit. Nederland hoeft dan maar één keer diplomatic clearance aan te vragen om de depots in te richten. Het beveiligen van het depot en de wapentransporten verlopen daarna via een ‘memorandum of understanding’. Overigens liep het in die laatste stap bij Zuid- Afrika vast en moest een andere oplossing gezocht worden voor een depot ten zuiden van het piratenterritorium. Het depot ligt nu op Réunion, een eiland ten oosten van Madagaskar.
De marine beschikt momenteel over dertig pakketten voor VPD’s, met daarin kogelwerende vesten, wapens en munitie. De Koninklijke Marine zegt zelf, in opdracht van het ministerie van Defensie, garant te staan voor 175 VPD-operaties.

 

Level playing field
In een rekenvoorbeeld laat de KVNR Prins zien dat een reder voor bescherming via VPD’s, ondanks de prijsverlaging van afgelopen zomer, zo 50 procent duurder uit is. Helemaal op de route van Zuidoost-Azië naar Europa. Mariniers komen in Singapore aan boord en blijven tot Malta zitten. Particuliere beveiligers werken met schepen die als uitvalsbasis dienen en die rondom gevaarlijke gebieden liggen. Netelenbos: “Zij blijven vaak korter aan boord, en met minder mensen.”
Volgens de KVNR is Nederland een van de weinige landen in West-Europa die geen particuliere beveiligers aan boord toestaan. Uit een brief van oud-minister van Defensie Hillen aan de Tweede Kamer (2 november) blijkt dat dit ten dele het geval is.
In Cyprus, Denemarken, Finland, Griekenland, Italië, Noorwegen, Portugal, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten is de inzet van gewapende particuliere beveiligers toegestaan. Frankrijk, Japan, Rusland en Turkije staan geen particuliere beveiligers aan boord van koopvaardijschepen toe. België, Duitsland, Kroatië en Luxemburg zijn voornemens of bezig hun wetgeving aan te passen om gewapende particuliere beveiligers toe te staan. De inwerkingtreding van de Duitse wetgeving is voorzien in augustus 2013.
Italië staat particuliere beveiligers wel toe, maar alleen als militaire beveiliging niet mogelijk is. Netelenbos: “Dat is ook ons standpunt. Beveiliging van de vloot is primair een taak voor de overheid en de marine, tenzij dit simpelweg niet mogelijk is of het reders hindert in hun ondernemerschap.”

 

Kapiteins
De mening van de Nederlandse Vereniging van Kapiteins ter Koopvaardij (NVKK) over wie de Nederlandse vloot moet beschermen verschilt niet veel van die van de reders. “Het liefst willen wij helemaal geen wapens aan boord”, aldus NVKK-bestuurslid Henri L’Honoré Naber, “maar als we onze schepen echt niet anders kunnen beveiligen, dan is die bescherming een taak van de overheid en de marine.”
Volgens L’Honoré Naber is er in de piraterijdiscussie te weinig aandacht voor de rechtspositie van de kapitein. “Hij is verantwoordelijk voor wat er op zijn schip gebeurt, als er particuliere beveiligers aan boord zijn dan is de kapitein verantwoordelijk voor het gebruik van geweld aan boord, terwijl de zeevaartschool daar simpelweg niet voor opleidt.”
Als er een incident plaatsvindt, een gewapende particuliere beveiliger schiet een onschuldige visser neer, dan zullen plaatselijke autoriteiten de kapitein ter verantwoording roepen en vastzetten in een ver buitenland. Die criminalisering van kapiteins moeten we volgens de kapiteinsvereniging voorkomen.
Daarnaast vindt de NVKK het argument van een dreigende geweldsescalatie zwaar wegen. “Vooral piraten langs de Afrikaanse westkust worden steeds agressiever, en als zij vernemen dat er gewapende lieden aan boord zijn, beginnen ze direct met schieten. Er dreigt een vicieuze cirkel waarbij wapens aan boord alleen maar agressievere piraten opleveren.”

 

Geweldloos
Volgens de NVKK moet de oplossing meer gezocht worden in geweldloze middelen om schepen te beschermen. Dat zit hem allereerst in goede training en bewustwording van de bemanning. Daarnaast is het belangrijk dat reders een goede ‘harde schil’ om hun schepen aanleggen. L’Honoré Naber: “Daarmee bedoel ik dat er diverse methoden op de markt zijn om schepen te beveiligen, zoals laserkanonnen, schrikdraad en lijnen langs een schip waarin skiffs verstrikt raken.”
Volgens de reders is een gelaagde beveiliging, waarin het raamwerk van maatregelen die uit de Best Management Practices in acht genomen worden, een goede zaak. De kritische noot van de reders daarbij is dat kapiteins wel erg veel vertrouwen moeten hebben in de techniek om piraten tot zo dicht bij hun schip te laten naderen. Als je zelf geen beveiligers aan boord hebt, duurt het gemiddeld drie dagen voor een marineschip in de buurt kan zijn. Het piratengebied rond de Hoorn van Afrika is erg groot. Daarom hebben piraten ruim de tijd om zich langs de harde beveiligingsschil te wurmen. Daarnaast zijn er ook al piraten waargenomen die zijn voorzien van granaatwerpers (RPG’s). Netelenbos: “Er zijn schepen uit het gebied gekomen met 5 RPG-gaten en 400 kogelgaten in de brug.”

 

Logistiek Nederland
De logistieke belangenbehartiger EVO laat weten dat zij voor een structurele oplossing zijn om zo veel mogelijk goederen op een veilige manier Nederland en Europa binnen te krijgen. “Wij staan dan ook een integrale oplossing voor”, aldus Marco Wiesehahn-Vrijman, beleidsadviseur bij EVO. “Naast schepen beveiligen moet je ook zorgen dat criminelen in Somalië zelf geen voet meer aan de grond krijgen. Die lijn lijkt mij vooral voor de langere termijn heel succesvol.”
Volgens Wiesehahn-Vrijman is en blijft het beveiligen van schepen en handelsroutes een taak van de marine: “Als je private beveiligers toestaat, kunnen reders zelf hun gang gaan en haal je commitment bij overheden weg om de kern van het probleem aan te pakken. En dat terwijl bescherming van ingezetenen toch een hoofdtaak van de Nederlandse marine is.
De marine richt zijn taken overigens steeds meer in om taken laag in het geweldsspectrum aan te pakken. Dit najaar lag het amfibisch transportschip ‘Hr. Ms. Rotterdam’ in de Indische Oceaan, waar het meedeed met operatie Ocean Shield. Het schip dient vlak voor de kust als uitvalsbasis voor snelle landingsvaartuigen die als observatiepost ingericht zijn om de kustlijn in de gaten te houden. Volgens Netelenbos van de KVNR is dit een voorbeeld dat laat zien waarom piraterij lijkt af te nemen. “Marines van verschillende landen werken meer en meer samen, kunnen verdachte bewegingen van piraten beter in kaart brengen en met helikopters en landingsvaartuigen is de marine beter uitgerust om achter piraten aan te gaan dan in de tijd dat men met een fregat een skiff achtervolgde.”

 

Cluster
Het probleem van piraterijbestrijding valt in twee delen uiteen. Allereerst zou je het liefst op lange termijn stabiele landen rond de Indische Oceaan hebben, waarbij de bevolking handel kan drijven en kan vissen, en er een overheid zit die in staat is orde te handhaven. Ook lijkt de strategie om piraten bij hun uitvalsbasis aan de kust te onderscheppen, zijn vruchten af te werpen. Netelenbos: “Wij zijn zeer blij met alles wat de marine doet. Iedereen die je in Nederland spreekt over piraterijbestrijding is het daarover eens.”
Daarnaast hebben we ook het urgente probleem, waarbij reders moeten uitwijken naar een andere vlag om private beveiligers aan boord te kunnen nemen als de marine niet kan leveren of te duur is, en hun geluk onder een andere vlaggenstaat willen beproeven. Dat levert allereerst minder maritieme business en belastinginkomsten voor Nederland op. Daarnaast is er minder werkgelegenheid voor Nederlandse bemanning. Bovendien worden onder een andere vlag alsnog particuliere beveiligers aan boord genomen.

Netelenbos besluit: “Wij zeggen, Nederland, reguleer dit zelf. Zet alles op alles om met de marine onze koopvaardij te beschermen, maar zorg ervoor dat in gevallen waarbij militaire bescherming simpelweg niet mogelijk is reders zelf gecertificeerde professionele beveiligers aan boord mogen nemen.”

 

Beeld: Koninklijke Marine

Partners Maritiem Nederland