Heeft de olieprijs de bodem bereikt? | Maritiem Nederland
Achtergrond
Shell heeft onlangs aangekondigd voorlopig te stoppen met olieboringen in het Noordpoolgebied.

Heeft de olieprijs de bodem bereikt?

Leon van den Berg | donderdag 19 november 2015
Offshore, Shipyard De Hoop

Volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) zijn de olievoorraden hoger dan verwacht. Op de productie van negentig miljoen vaten is er een overschot van twee miljoen. Goldman Sachs stelt als reactie daarop dat de olieprijs van 50 dollar/barrel nog wel vijftien jaar zo laag kan blijven. Sterker nog, zij achten zelfs een prijs van 20 dollar/barrel mogelijk. Komen met zulke prijzen offshore exploratie en exploitatie in de problemen en hoe gaan Nederlandse bedrijven dit te lijf?

Op 28 september kondigde Shell aan ‘voor de voorzienbare toekomst’ te stoppen met olieboringen in het Noordpoolgebied. De oliemaatschappij boort sinds augustus naar olie in Alaska. In de Tsjoektsjenzee vindt het bedrijf sporen van olie, maar de hoeveelheden blijken te weinig om exploitatie te verantwoorden. Shell staakt het project van 3 miljard euro ook vanwege de hoge kosten van het project en de strenge en grillige Amerikaanse overheidsregels. De protesten van milieubewegingen zullen ook wel een rol spelen. Over de financiële schade vertelt Shell later dit jaar bij de kwartaalcijfers. Of het een definitieve terugtrekking is, valt te betwijfelen. Op de Noordpool ligt naar schatting 20 procent van de totale wereldvoorraad nog te ontginnen olie en gas.

‘Het is een keuze voor het handhaven van - iets lagere - belastinginkomsten voor ons land of helemaal geen belastinginkomsten meer omdat de sector naar het buitenland is vertrokken’

De lage olieprijs van 50 dollar/barrel heeft meer gevolgen. Saoedi-Arabië moet nu geld lenen omdat de opbrengsten van hun olie de kosten van hun levensstandaard niet meer dekken. In de VS lijkt de daling welkom. Eswar Prasad, professor handelspolitiek aan de Cornell Universiteit, stelt dat bij een olieprijs van 30-40 dollar vraag en aanbod weer bij elkaar komen en dat dit goed is voor de Amerikaanse economie. Is dat ook zo voor de Nederlandse economie? Op korte termijn wel, want de brandstofprijzen dalen, net zoals een belangrijke grondstofprijs voor de chemische industrie. Op langere termijn is het beeld minder rooskleuring.

Scheefgroei

Jo Peters, Secretaris-Generaal van NOGEPA (Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie), wil wel iets kwijt over een lage olieprijs en de invloed daarvan op de vijftien NOGEPA-leden, maar geeft wel een voorbehoud. “Ik kan geen absoluut getal geven, want de grens waarbij exploitatie zinvol is, is voor elk lid anders en afhankelijk van hun bedrijfsbeleid. Wij spreken in Nederland vooral over gasexploratie en -exploitatie. Wij vinden hier relatief weinig olie. Voor het prijsverhaal maakt dat niet uit vanwege de koppeling van gas met de olieprijs.

Inderdaad is het op het moment lastig om nieuwe bronnen aan te gaan boren omdat de verhouding tussen kosten en opbrengsten scheef is gegroeid. Ik heb het dan niet over exploitatie van bestaande bronnen. Wil de sector naar nieuwe voorraden zoeken, dan loopt die tegen een aantal problemen aan. Nieuwe velden vinden wij vooral onder de Noordzee en daar is het steeds duurder werken. Bovendien zijn de velden kleiner en moeilijker exploiteerbaar. Dat werkt kostenverhogend. Wij willen die kosten omlaag brengen, een redelijke winstmarge houden en ervoor zorgen dat onze leden in Nederland actief blijven.

Dat kan ook. Daarom zetten wij in op meer efficiency bij zowel het zoeken naar voorraden als het winnen daarvan. Maar ook de overheid heeft hierin een belangrijke rol. Veel resultaat is te behalen via een verandering van het belastingregime. In ons land vloeit globaal van elke euro opbrengst 70 eurocent naar de Staat. Er blijft dus 30 cent over voor het betalen van onze kosten en marge. Bij een hoge olieprijs is dat geen probleem, maar als de olieprijs nog verder daalt en de kosten oplopen, wordt de marge opgeslokt. Dan wordt het voor onze leden, veelal internationaal opererende bedrijven, interessant om het Kanaal over te steken en daar te werken. Inmiddels in het belastingklimaat in Engeland zelfs beter dan hier.”

Subsidie

“Daarom zijn wij met EZ in gesprek om te kijken naar een ander belastingregime, bijvoorbeeld door fiscale stimulering en versnelde afschrijving”, vervolgt Peters. “Sommige politieke partijen zien dat onterecht als een subsidie. Nogmaals: er komt geen cent onze kant op. Wat wij vragen is minder belasting per eenheid zodat het voor de bedrijven loont te blijven investeren en zo de totale belastingopbrengst voor Nederland weer kan stijgen. Dat is een noodzakelijke maatregel om op langere termijn de sector voor Nederland te behouden. Het is feitelijk een keuze voor het handhaven van - iets lagere - belastinginkomsten voor ons land of helemaal geen belastinginkomsten meer omdat de sector naar het buitenland is vertrokken. Wij zetten in op het eerste.”

Partners Maritiem Nederland